Historisch Archief 1877-1940
De Groene Amsterdammer van 27 Augustus 1932
No. 2882
C. J. Ph. Zaalberg
door Ir. H. A. van Ysselsteyn
Oud-Minister van Landbouw
?Dezer dagen wordt de Directeur-Generaal van
den Arbeid Zaalberg vervangen door den Hoofd
inspecteur Dr. Ir. A. H. W. Hacke 1).
De vermelding van dit eenvoudige feit zal, ik
ben er zeker van, een schok doen gaan, niet alleen
door de ambtenaren van den grootën belangrijken
tak van dienst der arbeidsinspectie, maar ook
door zoovelen in breeden kring, die met dezen
geregeld in aanraking komen.
Toen ik in 1918 geroepen werd de portefeuille
van . Landbouw, Nijverheid en Handel te aan
vaarden, meende ik den Kabinetsformateur de
voorwaarde te moeten stellen, dat het door mij
? bekleede ambt van Directeur-Generaal van den
?at -Arbeid niet definitief zou worden vervuld, voor
dat het nieuwe Ministerie, opgetreden voor een
Kamer, die zoo goed als óp het doode punt stond,
. althans eenigermate zijn levensvatbaarheid zou
bewezen hebben^ Op mijn aanbeveling werd toen
door het hoofd van het nieuwgevormde Departe
ment van Arbeid, Prof. Aalberse, mot de waar
neming van het ambt van Directeur-Generaal
belast déjongste inspecteur van den Arbeid,
Zaalberg.
Eerst den 15en Mei 1920 werd deze, toen ik
op dien datum den band met de arbeidsinspectie
definitief had verbroken, tot mijn opvolger
benoemd.
Zaalberg was op 28-jarigen leeftijd benoemd
tot adjunct-inspecteur van den Arbeid na, zooals
in dien tijd noodzakelijk was, afgelegd vergelijkend
examen. Tot het afleggen van dit examen kon
ieder worden toegelaten; een diploma kon hoog
stens tot aanbeveling dienen, doch was niet
vereischt. Zaalberg was, toen hij zich voor de
studie, noodig voor het afleggen van dit examen,
voorbereidde, luitenant ter zee.
Zooals zoovelen, die uit den zeedienst zijn voort
gekomen, heeft hij getoond, dat de opleiding te
Nieuwediep den grondslag gelegd heeft voor een
breede ontwikkeling op onderscheiden gebied.
Zaalberg is een man van bijna onbegrijpelijke
werkkracht, hij beschikt over een welversneden
pen en is slagvaardig in het debat.
In de 32 jaren, gedurende welke hij bij de
arbeidsinspectie werkzaam is geweest, waarvan
14 op de hoogste post, heeft hij ontzaglijk veel
gedaan tot verbetering van de arbeidstoestanden.
Gerust kan men zeggen, dat er in geen enkel
land meer verricht wordt op het gebied der
arbeidshygiène en veiligheid dan hier te lande.
. In het begin van zijn loopbaan bij de arbeids
inspectie stonden de adjunctinspecteurs van den
Arbeid tamelijk scherp tegenover hunne chefs,
de inspecteurs. De verhoudingen in het trouwens
slechts door zwakke banden tezaam gestrengelde
corps der inspectie-ambtenaren lieten toen veel
te wenschen over. Zaalberg stond in de eerste rij
dergenen, die een sneller tempo in den voortgang
der wettelijke maatregelen op het gebied der
arbeidsinspectie bepleitte. De wenschen. die hij
toen te dien opzichte koesterde, zijn voor een
groot deel in den loop der tijden vervuld geworden;
hadden de tijdsomstandigheden een nog sneller
voortgaan niet belet, dan zouden naar alle waar
schijnlijkheid nog vele andere wenschen in ver
vulling zijn gebracht.
Wanneer in den laatsten tijd uit kringen van
vakvereenigingen vaak grieven worden gehoord
tegen beslissingen, die door den Directeur-Generaal
van den Arbeid worden genomen, en men in ver
band met geschriften van Zaalberg diens liefde
voor de arbeidersklasse in twijfel trekt, dan getuigt
dit wel van grove ondankbaarheid jegens den
man, die gedurende zoovele decennia op de bres
gestaan heeft voor de behartiging van de belangen
der arbeiders. Maar bovendien getuigt dit van een
gebrek van inzicht in hetgeen thans van de ver
schillende lagen in onze samenleving geëischt
wordt. Het egoïstisch standpunt, dat zoovelen
nu innemen, moet verlaten en vervangen worden
door het altruïstisch begrip, dat, nu de geheele
maatschappij dreigt ten onder te gaan. iedereen
zijn offer moet brengen.
De omstandigheden hebben er toe geleid, dat
Zaalberg naast de zware taak, die hij te vervullen
had als hoofd der Arbeidsinspectie, sedert lange
jaren verplicht is geweest andere belangen te
dienen. Want nooit heeft hij, wanneer men oen
beroep op zijn medewerking deed, geweigerd
deze van heeler harte en op de meest onbaat
zuchtige wijze te verleenen.
Zulks begon in 1914, toen hij mij bijstond bij
het vervullen der omvangrijke taak, die op mijn
schouders gelegd werd als algemeen secretaris
van het Kon. Nationaal Steuncomité. Toen ik in
1918 Minister werd volgde hij mij als zoodanig
op en bleef dat tot aan de liquidatie van dit
Comité. De Regeering legde bovendien voort
durend beslag op hem om zitting te nemen in
een ontelbaar aantal commissies, o. a. de commissie
voor de werkverruiming, de commissie-Welter, enz.
Zaalberg heeft den 4 Ministers, die hij achter
eenvolgens gediend heeft, zijn critiek niet gcspaaid.
Hij aarzelde niet hun ook ongevraagd, wanneer
hij zulks noodig achtte, de waarheid te zeggen.
Steeds heeft hij zijn onafhankelijkheid ook daar
door bewaard, dat hij nimmer eenige onderschei
ding heeft willen aanvaarden, hoe vaak deze
hem ook werd aangeboden.
Na het verlaten van den dienst zal hij de leiding
op zich nemen van de met steun der Regeering
gestichte Naamlooze Vennootschap, die moet
trachten in het lot der zoo zwaar beproefde
vaderlandsche scheepvaart eenige verbetering te brengen.
Moeilijk zal deze taak zeker zijn ! Des te meer
zal het Zaalberg tot voldoening strekken, indien
het hem gegeven moge zijn aldus iets te doen
voor den bedrijfstak, die hem steeds als oud
zeeman zoo zeer ter harte is gegaan.
Het vaderland maakt uiterst zware jaren door;
wil het schip van staat niet ten onder gaan, dan
is het een eerste eisch dat ,,alle hens aan dek"
komen om het zinken te beletten.
Mannen als Zaalberg, die groote ondervinding
op schier elk gebied van ons bedrijfsleven paart
aan zeldzame gaven van hoofd en hart, kunnen
daarbij zeker niet gemist worden. Moge het hem
gegeven zijn ook in zijn nieuwen werkkring nuttig
werkzaam te zijn.
1) liet is ^vel merkwaardig, dal nu weder, evenals
'in 1918, de jongste hoofdinspecteur run den arbeid
benoemd wordt lot Directeur-Generaal. Hoe hard
zulk een benoeming bij keuze ook voor menigeen
moge schijnen, het behoeft geen betoog, dal er ontzag
lijk veel voor te zeggen is. de hoogste leiding toe te
vertrouwen aan iemand, die niet in den dienst
vergrijsd is en dien men bij uitstek bekwaam acht
voor deze taak.
r
*
J. D. STRUUS & Zn.
Tel. 37906 - AMSTERDAM - Prinsengr. 837
BEGRAFENISSEN CREMATIE TRANSPORTEN
N.V. Meubelmagazijn Eden''
MOLSTEEG AMSTERDAM
BOEKENKASTEN
BEGRAFENISVEREENIGING
N. SAX Jr.
AMSTERDAM Z (Hoofdkantoor)
f. C. Hooftstraat 38
Tel. 2O341 242CO
BUSSUM (Bijkantoor v/h Gooi)
Brinklaan 138
Telefoon 2275
BEGRAFENISSEN - CREMATIE - TRANSPORTEN
D. WEEGEWIJS'
STEENHOUWERIJ EN FABRIEK VAN M A R M E R W E R K E N
GRAFMONUMENTEN SCHOORSTEENMANTELS
MARMEREN W A S C H TA F E LS R E P A R AT l E S
RAPENBURG 44 AMSTERDAM TELEF. 42662
W. H. POLMAN TUIN-i
OVERTOOM 526 - Telefoon 82660 l
Begrafenissen - Transporten - Crematies |
PEEK & CLOPPENBURG
Voornaamste Kleedinqinrichtin
op elk gebied