De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1932 3 september pagina 11

3 september 1932 – pagina 11

Dit is een ingescande tekst.

BLIEK LIBERIA w de Westkust van Afrika LIGTHART ukkig vult de Zending zoo goed en zoo kwaad als ze dit et haar beperkte middelen kan, deze leemten aan. Wegen zijn er in Liberia niet. Er bestaat een weg van onrovia naar een plaatsje Kahata, dat ongeveer 60 K.M. in de hoofdplaats verwijderd ligt, maar deze is nimmer goed ;weest en verkeert thans in slechte conditie, doordat er voor iderhoud geen geld is. De straten binnen de stad dragen fraaie namen, die aan New York her inneren, zooals Broadstreet, Frontstreet etc., maar ze zijn feitelijk niet anders dan breede open ruim ten tusschen de huizenrijen, waar over men zich bewegen kan, mits mende begaanbare paden houdt. In den regentijd zijn ze zeer slecht, en daar het natte seizoen in Liberia duurt van April tot November blijven er maar weinig maanden over, waarin ze iets beter zijn. De mooie straatnamen zijn een symptoom van de eigenaardige nei ging, die bij de heerschende klasse de zoogenaamde Americo-Liberianen, in verband met hun Amerikaansche afkomst heerscht om groot te doen. Gaarne praten ze over de ontwikkeling van het land en maken daarbij plannen, alsof men er leeft in een West Europeeschen Staat. Telkens grijpen ze een of ander project aan, maar zelden sla gen ze erin het uit te voeren. Op vallend is dan ook, dat men in de stad Monrovia een zeer groot aantal onafgebouwde huizen en gebouwen vindt. Reeds bij de aankomst valt den vreemdeling het groot opgezette douane kantoor op, dat in onafgewerkten staat is gebleven en daar door aan een snel verval is prijs gegeven. In de stad vindt men een Gerechtshof en een Universiteit in wording, waaraan echter geen arbei der meer te werk is gesteld en het aantal woonhuizen, waarvan alleen de muren zijn opgetrokken, is niet te tellen. Langs de straten staan hooge lantaarns, voorzien van electrische gloeilampen; het krachtsta tion is echter nooit voltooid; volgt men den weg naar Kahata dan gaat Sgerin men langs pijlers, waarop de brug dekken nimmer werden geplaatst lan den kant staan verwaarloosde wegwalsen, die blijkbaar s mooi speelgoed waren, maar thans zijn vergeten. De f beelden van het gebrek aandoorzettingsverniogenzijnlegio. 'lannen maken is in dit land een soort sport. Vol geestdrift >rt men, dat zoodra er weer geld is een moderne haven worden gebouwd, wat millioenen en millioenen zou kosten; rbij wordt geheel over het hoofd gezien, dat de totale en uitvoer van het land in n groot vrachtschip vervoerd kunnen worden, men spreekt over een spoorweg langs _ kust en berekent niet, dat talrijke kustwerken noodig den zijn om de lijn over riviermonden en kreeken te ?en; men maakt zich warm over de verplaatsing van de fdstad naar het gezondere binnenland, over een railverbinj dwars door het land naar Fransch Guinea etc. etc. raten kan dit volk, maar iets tot stand brengen moet het leeren. De vervulling van de meest dringende behoeften ?dt aan de Zending overgelaten, die bewonderenswaardig k verricht. takkelijk is de leiding van een land als Liberia niet, want oorspronkelijke bevolking bestaat uit tientallen stami, die slechts met moeite tot onderlinge verdraagzaa m?i gedwongen kunnen worden. Deze menschen zijn nog zeer aitief, wat men waarneemt zoodra men zich van de hoofd\ verwijderd. Al spoedig komt men lan in streken, waar de kleeding van mannt n en vrouwen bestaat uit een enkelen lendendoek. Men vindt er geen sarongs of kains, zooals in het Oosten en bij nadere beschouwing wordt het duidelijk, dat de kunstuitingen van deze negers nog op zeer laag pijl staan. De muziek van Ir-et land is de tam tam, de dansen zijn wild ze treffen alleen door het eigenaardige, scherp geteekende rythme. Arbeidzaam, is de bevolking niet. Dit is geen wonder, want het moordende broeikasklimaat is voor groote inspanning ongeschikt. De negers van West-Afrika hebben weinig be hoeften. Grond is er in overvloed, daar de bevolkingsdichtheid gering is; de levensstandaard is laag. Veehouderij komt alleen in hooger gelegen streken voor, vee en paarden kunnen in den warmen kustgordel niet aarden die veehouderij is intusschen nog niet tot een teelt ontwikkeld. Het volk leeft van hetgeen de natuur geeft en is daarmee tevreden, hoe armoedig het bestaan ook moge zijn. Grond heeft geen pachtwaarde, met uitzondering van grond in steden en enkele zeer gunstig gelegen terreinen. Men kent dan ook geen verlangen naar grondbezit. Wat zou men er mee moeten doen? Neen, rijkdom beteekent de beschikking over veel werkkrachten, deze toch bepalen de waarde van den grond, die men voor niets kan krijgen en kan gaan ontginnen. Een rijk man is dus iemand, die veel slaven, lijfeigenen of pandelingen heeft. Sommige stammen achten landarbeid beneden hun waardigheid en ze hadden tot voor kort de gewoonte zoo nu en dan rooftochten op de gronden van naburige stammen te ondernemen om daar slaven te halen. Deze slaven werden op de velden te werk gesteld en zorgden voor de welvaart, waaraan hun krijgshaftige meesters behoefte had den. Thans komen dergelijke menschenjachten niet meer voor, wat in het cri'dit van de Regeering gebracht moet worden. Slavernij bestaat echter nog in verschillende vormen. Gewone slaven zijn verhandelbaar, wat voor de slachtoffers het voordeel heeft, dat ze vrijgekocht kunnen worden en zichzelf vrij kunnen koopen, het nadeel, dat hun bestaan onzeker is. Kinderen in slavernij geboren zijn lijfeigenen, ze kunnen niet verkocht worden, waardoor ze het privilege missen zich los te mogen koopen. Pandelingen zijn menschen, die inpand zijn gegeven voor de nakoming van een schuld. l'andelingschap is de wreedste vorm van slavernij en leidt tot ellendige excessen. Het bestrijden van. slavernij en pandelingschap is niet zoo eenvoudig als het lijkt, want uien heeft hier met ingewortelde gebruiken te doen, waartegen zelfs bij de slachtoffers geen bezwaren beslaan. Spinnen In Liberia is n groote Cultuur-onderneming, een plantage van de Pirestone Plantations Ltd., welke maatschappij 50000 acres (22500 H.A.) ontgonnen en met rubber beplant heeft. Er is nog slechts een gedeelte van den aanplant taprijp; zoodra de geheele onderneming zoover is. zal het vraagstuk opgelost moeten worden, waar men de werkkrachten vandaan halen moet. Voor dit dun-bevolkte land zou de trek van tienduizenden arbeiders naar n onderneming een ware des organisatie van de kleine inlandsche bedrijfjes beteekenen, wat stellig niet in het belang van een rustige ontwikkeling zou zijn. Verder is het een groote vraag of de negers lust zullen gevoelen zich op zoo'n onderneming te vestigen, waar geregelde arbeid van hen gceischt zal worden. Aan gere gelden arbeid hebben ze hot land. Ze hebben geen bezwaar zoo nu en dan eens hard te sjo.iw.m, z -Ifs al zou dat gedurende vele daguren moeten zijn, maar dag in dag uit, week in week uit. een matige arbeidstaak te vervullen gaat boven hun kracht. Arbeidsmoeilijkheden deden zich dan ook bij de ontginning niet zoo sterk gevoelen, omdat men voor dit werk losse, ongeschoolde krachten kon gebruiken, die als ze geen lust meer hadden zonder bezwaar vervangen konden worden. West Afrika is voor vestiging vari groote ('ultuur-ondernemingen ongeschikt, en welvaart kan hier alleen bevorderd worden door de bevolking te steunen bij den opbouw van hun eigen kleine boerenbedrijven. Juristen in Liberia

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl