De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1932 3 september pagina 12

3 september 1932 – pagina 12

Dit is een ingescande tekst.

12 De Groene Amsterdammer van 3 September 1932 No. 2883 Bioscopy Werkelijkheidsvrees **. > fi' door L. J. Jordaan Gaynor en Farrell in ,,De reis naar het geluk." Tirsehtirski Misschien trof deze film het niet bijster gelukkig: zoo den eersten stoot op te vangen der terugge keerde vacantiegangers. Met het branden der zon nog op onze huid, zijn wij zeker niet in de gunstigste aller stemmingen, om Janet Gaynor en Charles Fairell op hun reis naar het geluk te vergezellen. Niet omdat wij iets tegen deze char-rmante personages hebben, doch wel tegen het soort reis. Meer in het bijzonder omdat wij frisch thuis van zee en lucht en boomen minder dan ooit voelen voor een uitstapje naar hun bord papieren wereld met haar bordpapieren menschen en bordpapieren gevoelens. Want om het maar ineens te zeggen: in dit heele conventioneele bouwsel van strooperige romantiek, weeësentimenteeligheid en onnoozele grapjes" zit geen draad oprechtheid geen aasje waarschijnlijkheid. Niet dat wij te doen hebben met een of andere dwaze groteske of onwaar schijnlijke operette was het nog maar waar! Neen wat ons hier wordt voorgezet is een quasiwerkelijkheid, die irriteerender is dan het meest uitbundige verzinsel. De heele historie is van een teemerige, meewarige valschheid, die onweer staanbaar uitnoodigt tot vloeken of met de vuisten op tafel slaan of hard en onbedaarlijk lachen. .. . dit laatste, wel te verstaan, uit. pure chagrijn?om dat het waarachtig weer zoover is en wij opnieuw in den zevenden hemel der colportage-romantiek belandden. Waarom in vredesnaam? Laten wij aannemen, dat de filmproductie, gelijk ons heele maatschappelijke bestel, kwade tijden doormaakt. Laten wij erkennen, dat zij op straffe van een nutteloos harakiri veel water in den cinegrafischen wijn moet doen, teneinde de uitgebreide wereldclientèle, die zij nu eenmaal niet missen kan, te behouden. De bittere ervaiing heeft ons geleerd, redelijk te zijn en aan de film geen eischen te stellen, welke men voor het nog altijd outziene en beschermde tooneel reeds lang heeft laten vallen. Dan blieft toch nog de vraag: Moest het nu juist zoo erg zijn? Onze programma's worden geteisterd door een ononderbroken bombardement van z.g. amusements"films speciaal uit het operette-bedrijf. . . . naargeestige monotone absur diteiten, waarin (om Nyhoff's beroemd woord te parafraseeren) de logica zich los-gezongen heeft. Al deze films wijzen naar een hardnekkige vlucht uit de werkelijkheid hetzij omdat onze huidige realiteit zoo beroerd is, hetzij, omdat de blinkende luitenants en kostbare vorstinnen, die elkaar in dure paleizen kussen en schlagers toezingen, het goedkoopste en makkelijkste begrip: fantasie, uitmaken. Dit alles is al erg genoeg maar erger wordt de zaak, wanneer ons in stede van deze bazar-fantasie een valsche werkelijkheid gegeven wordt. Dit is onoprechtheid en verleugening in den meest perfiden vorm. Waarmee, bovendien niemand wordt gebaat noch de producente, die tenslotte toch op het verkeerde paard wedt noch .het publiek, dat deze herleefde Echo"feuilletons lang ontwassen is. En het minst van alle, de film zelve. Want voor aard en wezen der cinegrafie, met haar onverbiddelijk registreerende en observeerende camera, is niets tegennatuurlijker en noodlottiger dan deze vrees voor de werkelijk heid. POL ROGER&Ci LE CHAMPAGNE EN VOGUE JAGEP GERLINGS HAARLEM Een werkelijkheid overigens, die men niet diene te verstaan, als een geborneerd zweren bij de documentaire". Het is stellig een niet minder fatale dwaling te meenen, dat de film er uitsluitend zou zijn om draaiende vliegwielen en vallende hijschblokken te fotografeeren. Chaplin's imagi naire Citylights" is evengoed een realiteit als Pabst's atelier-kolenmijnen en Ivens' Brug" het is eenvoudig de realiteit door verschillende temperamenten gezien en verbeeld. De een toovert het werkelijkheidsmateiiaal: de fi'm, om tot een teeren, wonderlijken droom de ander tot een adembeklemmende dramatiek de derde tot een forsch proza van in de vlucht gegrepen alledagsleven. Het doet er riet toe, of de motieven fotografisch echt" zijn mits het sentiment, dat de film stuwt, waarachtig zij. Voor Chaplin is de sprookjesgestalte van het blinde meisje even reëel als de Zuiderzeewerken voor Ivens zijn. Er bestaan documentaires en ,, liederen- van-denarbeid", die met al hun fotografische nauwkeurig heid onechter zijn dan de droom uit The Kid". .. . Het gros der amusementsfilms wordt beheerscht door een vrees voor de werkelijkheid, die lang zamerhand het karakter van een psychose dreigt aan te nemen. Men koestert, naar het schijnt, een ziekelijken angst voor alles wat met oprechtheid en werkelijkheid samenhangt. Angst voor passie angst voor een slechtzittende jas angst voor een leelijke vrouw ! Maar het meest van al: angst voor iedere eerlijke gevoelsuiting van den cineast ! Het resultaat is een stelselmatige ontkenning van alles wat het leven bitter maakt en vurig en hard en groot. Het leidt tot een onvermijdelijk ondermijnen van onzen natuurlijken weerstand, wijl het ons leeg en weerloos achterlaat tegenover de onverbiddelijke werkelijkheid. In de film De reis naar het o-eluk" wordt dit systeem van werkelijkheidsnegatie ad absurdum doorgevoerd. Een Schotsch emigrantenmeisje, dat naar d.e Nieuwe Wereld trekt om bij haar oom te gaan wonen, maakt aan boord kennis met een Russische muzikantentroep eveneens landver huizers. Met een dezer Russen, een jong componist, komt het tot een ietwat onbestemd-teedere ver houding, die echter promptelijk verstoord wordt door de toevallige ontmoeting met een rijken en charmanten Amerikaan. Door de intriges van de verloofde des innemenden millionairs, raken de Amerikaan en het Schotsche meisje elkander bij het debarqueeren kwijt en de jonge emigrante wordt door de immigratie-autoriteiten, wegens gebrek aan bestaansmiddelen, teruggewezen. Zij weet nochtans door de mazen van het net te slippen en met welwillende medewerking van een sympa thieken bediende aan land te komen, om na veel avontuurlijke wederwaardigheden toch nog het huis van den Ameiikaan te bereiken en na de gebruikelijke tegenspoeden in zijn armen de reis naar het geluk te beëindigen. Nu gaat het niet in de eerste plaats om het kinderachtige en onmogelijke gegeven de idee is nu eenmaal nog niet de sterkste zijde van de film en er zijn onmogelijker scenario's omgewerkt tot belangwekkende filmwerken. Waar het op aan komt is, dat geen enkel sentiment geen enkele vorm van verbeelding geen enkele ge dachte tot een simpele, voluit erkende waarheid werd. Het doet er niet toe. dat het meisje om haar geliefden Amerikaan te volgen, den minder gebruikelijkeii weg van een paardentransport kiest. Hoofdzaak is. dat deze liefde zelf geen oogenblik reëel en geloofwaardig wordt. Wat wij voorgezet krijgen is een onmogelijke, sentimentoele boekenverhouding. die ieder idee van meiischel ijken hartstocht belachelijk maakt. Het is de ontmanning en verleugening"van""wat nog het meest primair en heftig in onze gecivili seerde gemoederen leeft. Het is de verheerlijking van een ontstellende kuischheid en een bovenmenschelijke noblesse-de-coeur, die het goed recht van onze diepste instincten verdacht maakt en ontkent. Met een consequentie, waarover men zich slechts verbazen kan, wordt dit stelsel van in godsnaam maar niet de waarheid te geven, door gezet. Wanneer het meisje 's nachts clandestien in een kamer ten huize van den millionair verblijft, doet zij precies datgene, wat geen sterfelijk mensch in haar omstandigheden zou doen. In plaats van door angst en onzekerheid gekweld, in deze vreemde omgeving wakker te liggen en zich dood stil te houden, laat zij den ganschen nacht door een speelwerk tinkeien, vergeet de deur af te sluiten en valt dood op haar gemak in een zoeten sluimer. Er is een oogenblik, waarop men werkelijk denkt een sprankje menschelijkheid in een der ledepoppen van het drama te ontmoeten: het fameuse jonge meisje wil haar door een val verwonden geliefde bezoeken en pleit tegenover zijn verloofde voor deze gunst, op een timide en onweerstaanbare wijze, die het hardste gemoed in de zaal doet smelten. De verschrikkelijke vamp", welke deze verloofde is, schijnt een seconde lang vermurwd te worden zij laat haar gaan en deze bescheiden concessie aan de menschelijkheid verrast en ver heugt ons. Helaas wij hebben met een vamp" te doen en niet met een levend creatuur, weshalve het ontaarde schepsel de politie opbelt, om de uitgewezen emigrante te doen arresteeren. Zoo werd deze film tot een vertooning van handelingen en gevoelsreacties, waarin niemand gelooft. ... de maker van de film wel het aller minst. Het heele geval werd kennelijk in elkaar geknutseld volgens het idée-fixe, dat het publiek de werkelijkheid, in welken vorm ook, schuwt als de pest ook de werkelijkheid van des auteurs eigen gevoelens ! Midden in dit strooperige, kleverige milieu staan de curieuse figuren van Janet Gaynor en Charles Farrell, als de hoofdvertolkers. In beiden voelt men een drang om zich te geven een natuurlijke levensechtheid, welke het goede film sujet kenmerken en die hopeloos met het karakter van het fi'mwerk in strijd zijn. Er zit iets in de teere, melancholieke kinderlijkheid van Gaynor, zoowel als in de spontane jeugd en frischheid van den (overigens ietwat te mooien) Farrell, dat onmiskenbaar bij de personages behoort en door geen scntimenteele regie of comediespelerij kan worden opgeroepen. Maar het is tevens duidelijk. dat deze eigenschappen op een gevaarlijke wijze films als De reis naar het geluk" provoceeren, wanneer zij in handen vallen van een mentaliteit, als dezen regisseur siert. De charme van Gaynor is delicaat en zuiver, doch zij mist het formaat en de natuurlijke grootheid van een Dietrich of een Garbo, die beter tegen een stootje kunnen. Aldus wordt d.eze bescheiden bekoring maar al te gemakkelijk uitgebuit tot een onverdragelijke en gemaniereerde sentimentaliteit. Het is jammer ! Een enkele fijne dialoog een schaarsche ontroerende glimlach een simpel chanson, in navrante fluistering gezongen, doen vermoeden welk prachtig materiaal hier verloren ging. Opgeofferd aan de fatale Werkelijkheidsvrees ! Tentoonstellingen Rijksmuseum, Amsterdam. Rembrandttentoonstelling. Tot 4 September. Stedelijk Museum, Amsterdam. Hedendaagsche Nederlandsche schilderkunst. Tot 4 September. Kunstzaal van Lier, Amsterdam. Tentoonstel ling ,Tan bluijters. Tot l October.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl