Historisch Archief 1877-1940
No. 2883
De Groene Amsterdammer van 3 September 1932
15
Koffiedik of barometer
door C. A. Klaasse
s
>
Somary's algemeenheden
Wanneer de prijzen van bijna alle grondstoffen
en oerproducten gedaald zijn tot een niveau dat
voor een groot aantal, ja bijna alle, ondernemingen
verliesgevend is, dan kan inkrimping van de pro
ductie niet lang meer uitblijven. Die ..natuurlijke"
restrictie moet een tendens tot lichte prijsstijging
tengevolge hebben, en. als we eenmaal zoo ver zijn.
dan is er geen houden meer aan. Want terwijl
gedurende de depressie de handel en de industrie
hun voorraden steeds maar verder beperkten, en
niet meer dan mondjesmaat kochten straks zou
immers de prijs waarschijnlijk toch weer lager zijn
begint men nu, in afwachting van verdere prijs
stijging, de voorraden weer aan te vullen, te
hamsteren. Bovendien wordt dan door den algemeen
gunstiger toestand de consumptie grooter, zoodat
de afzet dubbel snel stijgt: door reeele
verbruiksvermeerdering en door tijdelijke grootere
aankoopen van de tusschenschakels in de keten productie
consumptie.
Dit betoog wekt zoete herinneringen op aan
kroegjolen etc., want hebben wij niet op de
collegebanken vele malen aldus het traditioneele
verloop van de conjunctuurbeweging hooren ver
klaren. Vindt men niet in vrijwel alle crbistheorieën
hoa uiteenloopend ze ook mogen zijn ten aanzien
van haar opinie over de originaire oorzaken van de
crisis zoo ongeveer de secundaire verschijnselen,
het verloop van de conjunctuur, aldus geschilderd ?
De crisis kan niet eeuwig duren want eens zullen de
zwakke ondernemingen moeten afvallen, dat is de
kiem voor het herstel want de overvloed was ons
noodlottig geworden. Daarop komt het zoo onge
veer neer. En nu wil de Heer Somary ons dat
schoone verhaal gaan voorstellen als een
tooverspreuk uit zijn mond die de crisishei in een
haussehemel zal moeten doen verkeeren. Van de drie
factoren welke hij aangeduid heeft als symptomen
voor een naderende Krisenwende" is deze: de
situatie in de grondstof f enproductie, wel de voor
naamste.
De redeneer! ng is ongetwijfeld tot op zekere
hoogte juist, maar.... hadden wij haar een
half jaar, of misschien zelfs een jaar geleden ook al
niet kunnen lanceeren? En over een jaar zal zij
ongetwijfeld ook nog van kracht zijn. Een jaar
geleden zei ,,men" ook al, dat de prijzen der voor
naamste grondstoffen niet meer veel konden dalen,
want dat zij toen al sterk verliesgevend waren !
Nu zeggen we het weer. en in elk geval zijn we
dichter bij de waarheid, immers dichter bij het
nulpunt, maar dat is toch maar een schamel motief !
Het zal den schrijver toch wel bekend zijn dat het
natuurlijke verloop van de crijis. zooals hierboven
geschetst, veel en veel meer geremd wordt dan
vro?ger veelal geschiedde. Ongetwijfeld zullen bij
sterke prijsdaling de zwakke ondernemingen
krepeeren. wanneer de Staat ze niet in het leven
houdt. Maar is er wel n voorbeeld waar dit inder
daad geschisdt? Da alom toegepaste
regeeringsSteun houdt de natuurlijke ,.Krisenwende" zoo
lang mogelijk tsgen. Trouwens er zijn nog veelmeer
factoren die in deze sterk remmend werken:
wanneer de bedrijfskosten grootendeels uit ar
beidsloon bestaan, dan zal reeds een betrekkelijk
geringe prijsdaling de ..grensondernemiigen" doen
afvallen. Maar wanneer door ver doorgevoerde
mechanisatie een groot deel van de productiekosten
bestaat uit rente en afschrijving op installaties dan
kan de productsprijs tot de helft of meer dalen
zonder dat zelfs de duur werkende producenten het
moeten afleggen. Omdat men blijft doorgaan zoo
lang de variabele" kosten goedgemaakt worden,
en een eventueele rentelast niet noodlottig wordt
.voor de kaspositie. Die beteekenis van de vaste"
I kosten is in de laatste decennia enorm toegenomen,
,en dit is een van de voornaamste factoren waardoor
finkrimping der productie veel langer op zich laat
- wachten dan in vorige crises. Temeer omdat de
: groote concerns veelal op zeer groote financieele
kracjit kunnen bogen, zoodat zij meer jaren van
verliessbrengende productie kunnen uitzingen. Dit
't laatste, brengt ons nog tot een ander punt van
belang: wanneer de productiebeperking dan toch
tenslotte komt, dan beteekcnt dat inderdaad een
verminderd aanbod, maar juist door het feit, dat
in den laatsten tijd voordat men tot die stap overging
de uitgaven ten deele bestreden werden uit be
schikbare middelen, de uitgaven dus de inkomsten
overtroffen, is stopzetting van dat proces ook een
nadeel. Want elk bedrijf, dat meer uitgeeft dan zijn
inkomsten, dat dus meer op de markt vraagt dan
effectief aanbiedt, helpt de crisis verzachten. Het
stopzetten van zulk een bedrijf of een deel daarvan
doet inderdaad het overtollige aanbod inkrimpen,
doch. . . . doet nog meer vra,ag wegvallen. Zoodat
het niet onverdeeld gunstig is.
Wat alles niet wegneemt dat wij het tenslotte
zullen moeten hebben van het verloop als hier
boven weergegeven. Maar waarom dat nu precies
op dit oogenblik zal komen, waarom perséhet
dieptepunt nu is bereikt der Verzweiflungspunkt
ist in wichtigen Zweigen ungefahr erreicht
vereischt toch een grondiger motiveering. Inder
daad is de statistische positie van sommige pro
ducten verbeterd, maar daarvan vermeldt Somary
geen woord, hij houdt het bij algemeenheden.
Als men dit argument naar behooren zou willen
uitwerken dan vereischt dat eenige honderden
paginas text met statistisch materiaal, niet drie
kwart bladzij algemeenheden, waarmee de schrijver
er zich afmaakt !
Kn het tweede argument? Nog nimmer heeft
een economische opleving zooveel internationaal
kapitaal gereed zien staan om zich in den emissie
stroom te storten. Waarmee hij dan bij nader
inzien bedoeld, dat de Banque de France zulk een
enorme goudvoorraad heeft. Dit argument is
niet alleen zwak, zooals het voorgaande immers
volkomen onbewezen maar bovendien fout.
De goudvoorraad is in verhouding niet grooter
dan vroeger in of na een crisis, alleen maar anders
verdeeld, meer geconcentreerd in bepaalde' centra.
zoodat men de overvloed meer ziet. Dit is niet
alleen geen voordeel, zooals S. het voorstelt, maar
een nadeel, want bij een meer gelijke verdeel ing
zooals vroeger kon overal gelijk de circulatie
worden uitgebreid, ter financiering van de ..op
leving", nu kan dat pas gebeuren nadat er een ver
schuiving' van dat goud hooft plaats gevonden.
Maar dat is nog niet de voornaamste ctitiok.
Hebben we werkelijk voor een economische ople
ving het ..goudkapitaal" noodig dat H. zoo nuttig
acht? Als er werkelijk straks een groote kapitaal
behoefte was wat waarschijnlijk niet het geval
zal zijn, we stikken nog steeds in overtollige
kapitaalgoederen, die niet verouderd zijn dan
was dat toch behoefte aan reëel kapitaal, niet aan
dood goud. Als het erom ging crediet te scheppen.
dan konden we dat tenslotte zonder het goud
van de Banque de France ook wel; in elk geval
is daarvoor de toestand nu niet gunstiger dan
in vroegere gevallen, eerder vormt de ongelijke
goud verdeel ing een beletsel te meer. Nu stelt
inderdaad de schrijver de eisch, dat Frankrijk
y.ijn overtollig kapitaal" gebruikt om het aan het
kapitaalbehoevende buitenland te leenen. De
meening, dat de cri-is niet opgelost kan worden
zonder dat opnieuw de internationale kapitaal
beweging herleeft, vinden we trouwens eenige
malen in de brochure terug. En dat is misschien
wel de kardinale fout in den heelen gedachtegang.
Want die veelbezongen internationale kapitaal
beweging is ongetwijfeld een van de voornaamste
oorzaken van de verscherping der huidige crisis
voortgekomen uit heel andere oorzaken overi
gens geweest. Jarenlang hebben de
crediteurlanden zich verbeeld, dat productie en consumptie
in evenwicht waren, omdat. . . . hun beleggers
een belangrijk deel van hun consumptierecht
afstonden aan de Staten, die kapitaal behoefden,
of meenden het noodig te hebben. In die landen
werd meer kapitaal gevormd dan er noodig was;
dat zou reeds lang de economische machine
hebben doen vastloopen wanneer er niet een
débouchéover de grenzen was gevonden. Waren
wij nu maar daarmee doorgegaan, dan was alles
goed peloopen, maar op een zeker moment werden
de beleggers angstig, en terecht, dat de terug
betaling van hun uitzettingen niet zeker was.
En zoo moet op den duur elke belangrijke inter
nationale kapitaalbeweging eindigen, hetzij met
stopzetting, hetzij met terugbetaling. En dat laatste
is nog veel erger, want niet alleen raakt men dan
de overtollige productie waartegenover bespa
ring zonder emplooi staat niet meer kwijt, maar
bovendien komt er een invasie van goederen uit
het debiteurland, tegenover terugbetaald kapitaal,
waarvoor we nog minder een bestemming hebben.
Wanneer we na de ontdekking.dat de uitheemsche
debiteuren niet meer safe waren, doorgegaan
waren met hun geld te geven, desnoods het hun
cadeau te doen, dan zou de crisis veel minder
erg geweest zijn. Maar helaas willen de beleggers
alleen geld geven zoolang ze nog denken dat ze
het terugkrijgen. Welnu zouden we nu de nieuwe
..welvaart" weer moeten opbouwen op de fictie
van blij venden kapitaalexport? Dan zou men eerSt
met recht een valsch opgeblazen hausse krijgen,
een schijnwelvaart, om een veelmisbruikt begrip
te gebruiken. En dat wil Somary, die zoo sceptisch
staat ten aanzien van de liquidatie der oude
schulden ?
En dan tenslotte het derde haussemotief: de
lage rente. Anderhalf jaar geleden was de rente
al even laag, en heeft dat veel geholpen? Het is
volmaakt juist, dat de beteekenis van de stijgende
rente in de hoogconjunctuur vaak onderschat
wordt, maar de beteekenis van de lage rente in
de depressie kan men moeilijk onderschatten,
dat heeft de ervaring nu wel bewezen. Dat ver
schillende fondsen 10% rendement geven bij een
geldrente van 2% schrijvers voornaamste
motief in deze is een factor die overigens
hoogstens de effectenbeurs aangaat en niet handel
en bedrijf ert bovendien een zwak argument.
want men vertrouwt juist niet de handhaving
van het rendement. Eenigen invloed kan men de
lage rente niet ontzeggen: op de obligatiemarkt
kan de emissiebedrijvigheid bij eenigszins toe
nemend vertrouwen er inderdaad door gestimu
leerd worden, en voor zoover er kapitaalbehoeven
den zijn dat is behalve de overheid ook al niet
veel meer kan dat de aanwending van beschik
baar kapitaal misschien ten goede komen, de
deflat ie remmen. Kn wanneer eenmaal de opleving begint,
dan zal misschien de lage rente de aankoop van
grondstofvoorradeii wat in de hand werken,
maar veel moet iivn zich toch van deze factor niet
voorstellen, zeker niet als zelfstandig hausse
element.
En zoo zou er nog heel wat over dit boekje
op te merken zijn: schrijver wil zoo spoedig moge
lijk de Stillhalte uit de wereld helpen. Maar daar
tegen kan men aanvoeren dat die regeling hoewel
naar den vorm berustend op een wederzijdsche
overeenkomst Duitschland de macht in handen
geeft om te d riteeren wat het terugbetalen zal.
('ing men over tot consolidatie met aflossing
regeling dan zou dat weer tot geforceerden export
kunnen leiden. Kn diezelfde forceering van de
handelsbalans heeft ons verleden jaar doen inzien,
dat er niets schadelvkers bestaat dan een debiteur
die zijn schulden afdoet, hij ruïneert de vitale
elementen van de volkshuishouding in de
crediteurlanden. Maar genoeg. . . . alle respect, meneer
Somary voor de voorspellingen van verleden jaar,
maar deze nieuwe prognose is n'en déplaise de
werkelijk heel lucide opmerkingen over de huidige
situatie te weinig gedocumenteerd en berede
neerd, terwijl ze tendeele zelfs berust op onjuisteti
gedachtengang.
Wat natuurlijk niet wegneemt, dat alles heel
best kan uitkomen. Fingerspitzengefühl kan voor
den waarzegger heel wat meer beteekenen dan het
schoonste wetenschappelijk betoog. En kwamen
de sommen niet dikwijls toch goed uit, ook al
deugde er van de beredeneering" niets? Er zijn
inderdaad heel wat factoren die genoeg hoop
geven. maar. . . . Somary heeft ze ons niet ont
sluierd.