De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1932 3 september pagina 5

3 september 1932 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

Na. 2883 De Groene Amsterdammer van 3 September 1932 ri Hoe bestrijden wij de plaag van den weg? door H. G. Cannegieter Een voortreffelijk middel tot voorkoming is de verkeerspaedagogie,welke zich allengs op de scholen inburgert. Haar wordt op deze wijze het verkeersfatsoen als een vanzelfsprekende zaak ingeprent. De periode, waarin men uit onwetendheid zondigde, is zoo goed als voorbij. Men zondigt alleen uit onwil of uit onnadenkendheid, En hiertegen zal de school kunnen inenten op dezelfde wijze, waarop ze heeft ingeënt tegen de romantiek van den oorlog. Het moderne geschiedenisonderwijs verheerlijkt geen Kenau Simons Hasselaar meer, omdat ze den vijand" met kokende olie ontving. De jeugd wordt in een ander heidendom opgevoed. En zoo hebben gezin en school ook een andere houding aangenomen jegens den held van de straat. Max en Moritz, Dik Trom, en hoe' de andere geestigaards meer mogen heeteii, die goedmoedige oude vrouwen, weerlooze dieren en werkzame tobbers als hun speelgoed beschouwden, zijn van hun voetstuk gevallen. Het tergen van onderwij zers en politie-agenten geldt niet meer als de opperste vorm van kinderlijk heroïsme. Moeilijker is het de infantiel gebleven volwasse nen te bekeeren. Negentig procent van de ver keersongevallen komt op rekening van kwajon gens en bakvisschen, die tot meerderjarigheid en tot den burgerlijken staat zijn gekomen zonder in moreel opzicht mondig te zijn geworden. Althans op n punt, het verkeer op den weg, zijn ze be denkelijk op het levenspeil van de Max'en en Moritzen blijven staan. Ik voor mij zie weinig kans, dit soort volwassen straatjongens te verbeteren. Dr. Van Wijk van de Arend heeft bij zijn 'jongens uit de heffe der maatschappij de ervaring opgedaan, dat er bij het ontwikkelingswerk grenzen zijn. Een keurbende kan zich boven haar oorspronkelijke peil ver heffen, maar er blijft steeds een groote, onontwikkelbare rest. En dit zal bij de motor-en auto-, zelfs vliegtuig-bezittende overkant van de maat schappij wel evenzoo zijn. Natuurlijk moeten pogingen tot verbetering vooropstaan. In vele gevallen komt het louter aan op sociale bewustmaking, op het wekken van het besef, dat de openbare weg geen particuliere instelling is als de kinderkamer, waarin de heer A. of mej. B. in hun verbeelding nog meenen met hun speelgoed-autootje zich te vermaken. De ietwat achterlijk geblevene richt zich het liefst naar de massa. Hij sluit zich aan bij de mode, hij doet, wat ton" is, hij volgt de algemeene overtuiging. Nergens is hij meer vatbaar voor dan voor de publieke opinie. Derhalve moet er een openbare meening ge kweekt worden, welke het den moreel en sociaal achterlijk handelenden gemakkelijk maakt. Het moet vanzelfsprekend worden, dat men zich op straat correct en netjes gedraagt. Een zondaar tegen het verkeersfatsoen moet evenzeer met den nek worden aangekeken als een pummel, die in gezelschap of aan tafel niet weet, hoe het hoort. Het eenige affect, waarop het overigens amoreele individu reageert, is het eergevoel. Dit heeft Locke reeds ingezien, toen hij de aristocra tische jeugd in Engeland tot gentleman" opvoed de. Geen gentleman" te zijn, of, in de termen van onze samenleving, geen sportsman", is het ergste, wat overigens onkwetsbare lieden kan overkomen. Hier ligt een groote taak voor de organisaties op het gebied van de sport en inzonderheid van het toerisme. Er moet een soort ballotage komen bij onze fiets-, auto- en reisclubs; met strengheid moeten zij iedereen weren, die zich op den weg onsportief of on-gentlemanlike gedraagt. En, mochten eenmaal toegelaten leden zich aan verkeersonfatsoen schuldig maken, dan dient schor sing of bij herhaling royeering de straf op de over treding te zijn. Dat de namen der voor schorsing of royement voorgedragenen gepubliceerd moeten worden, spreekt vanzelf. Opening van het tooneelseizoen Teekening door B. van Vlijmen De kermis is weer begonnen Hier ligt ook een taak voor de pers. Nog maar al te veel let deze bij de vermelding van ongevallen op den factor van het verkeer en niet op den verkeersvlegel. In een onzer groote bladen las ik kortgeleden bijv. een bericht, dat binnen een half uur tijds op den weg tusschen Rotterdam en Delft niet minder dan drie verkeersongevallen waren gebeurd. Wel een bewijs, vond het blad, dat die veel te smalle weg moest worden verbeterd. Uit de omschrijving van twee der drie onge vallen (het derde werd zonder détails genoteerd) bleek, dat het eene overkomen is aan een auto, die ,,met groote snelheid" reed en bij het voor bijrijden van een langzamer rijdend voertuig in volle vaart tegen een van den anderen kant ko menden vrachtauto gebotst" was, en dat bij het tweede een luxe-auto tegen een plotseling stoppenden vrachtauto in elkaar gedrukt is, omdat ,,de remmen weigerden." Het blad leidt uit het gebeurde af, hoezeer de nieuwe rijksstraatweg van Kotterdam naar Den Haag van noode is." Dit volledig toegevend, kan men toch opmerken dat noch in het ne, noch in het andere geval de weg de schuld heeft gehad. In het eerste geval lag de oorzaak bij den chauffeur, die reed, alsof hij nu al met dien nieuwen rijksstraatweg inplaats van met dezen smallen weg had te maken en in het tweede geval aan het roekeloos mis bruik van een niet goed functioneerend voertuig. De pers, die in een geval als dit den weggebruiker verontschuldigt en door ontlasting van zijn verantwoordelijkheid tot het kwaad aanmoedigt, moet de misdaad brandmerken, waarvoor hier geen verzachtende omstandigheden hebben gepleit. Er is een groep verkeersmisdadigers, die waar lijk uit nood tot de misdaad komt. Dit zijn de chauffeurs en fietsers, die in dienst van onder nemingen werken, welke een haastiger tempo van hun ondergeschikten vergen dan met de veiligheid van den weg in overeenstemming is. Boodschapjongens, bestuurders van vracht-auto's, taxi chauffeurs Kondigen vaak ir\ commissie. Hiar is de correctie alleen aan te brengen via het eigenbelang van hun werkgevers. Zoodra een knecht van een mijner leveranciers op het voetpad, de eenig overgebleven speelplaats voor kinderen, betrapt wordt, gaat er een telefoontje naar den baas en wanneer een vrachtauto met-waschgoed of huishoudelijke artikelen inderhaast de stilstaande tram voor mijn woning passeert, gebruik ik het zelfde recept. Wanneer wij allen onze macht als klant eens op een dergelijke wijze uitoefenden, en met verandering van leverancier dreigden, wanneer onze vriendelijke waarschuwing niet gaf, zou dit soort overtredingen wel spoedig tot het verleden behooren en het leven van spelende kleuters en trampassagiers zou in den vervolge beter ge waarborgd zijn. Maar ook jegens de niet onder het domein onzer klandizie vallende zondaars is controle van het publiek de eenige uitweg. De sporadische veldwachters en politie-agenten xijn tegen de verkeersmisdaad machteloos. En de justitie kan alleen optreden, nadat de moord reeds geschied is en is dan nog aan een verouderde jurisdictie gebonden. Het straffen van verkeersrnisdaden is nog veel te afhankelijk van den noodlottige!) afloop. Laat men straffen, voordat het te laat is. De over treding als zoodanig dient berecht en met maat regelen, welke op den delinquent een gevoeliger indruk maken dan een door de verzekering immers toch gedekte geldboete of schadevergoeding. Laat men den misdadiger onschadelijk maken alvorens hij slachtoffers op zijn geweten heeft. Dit is voor alle partijen de beste weg. Door dergelijk voortijdig ingrijpen voorkomt men ook de vorming van gewoonte-misdadigers. Want dit is de gevaarlijkste categorie. Het pu bliek moet hen signaleeren, zoodat de overheid, mocht er iets noodlottigs gebeuren, van te voren gewaarschuwd is. De ideale methode lijkt mij een samenwerking tusschen publiek, verkeersorganisaties en rechter lijke of politioneele macht. Laten lichamen als de A.X.W.B. Vrijwillige Verkeersinspectie en Veilig Verkeer hun leden aansporen, om elke door hen genoteerde overtreding onmiddellijk aan .een bepaaldelijk hiertoe te stichten commissie op te geven en laat deze commissie uit deze dagelijks toestroomende gegevens een zwarte lijst samenjstellen ten behoeve van rechterlijke macht ea politie, die door middel van deze vrijwillige ge tuigen het bewijsstuk in handen krijgen om elk geval krachtdadig te vonnissen, en hierdoor d gewoontemisdadigers van den weg uit .te roeienji

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl