De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1932 3 september pagina 7

3 september 1932 – pagina 7

Dit is een ingescande tekst.

No. 2883 De Groene Amsterdammer van 3 September 1932 Uit de Natuur , Malaria door Dr. Jac. P. Thijsse HOOFIEN'S ROOMBOTER WORDT SPECIAAL BEREID A. b. c. van <!«? Nog altijd zijn Noordholland, een stuk van Fries land en een stuk van Groningen de eenige streken in West-Europa, waar malaria voorkomt. Van woeden", zooals tien jaar geleden, is gelukkig geen sprake, maar altijd bestaat de mogelijkheid dat het toch weer eens tot een explosie zou kunnen komen. We hebben in dien tijd niet stil gezeten. Knappe geleerden hebben zich verdiept in het wezen van de ziekte, in de levensgeschiedenis \an de malai iamug en ijverige propagandisten hebben de resul taten van liet onderzoek binnen het bereik ge bracht van de groote menigte. Duizenden hebben geleerd en genoten van Mol's knappe malaria-film, honderden schoolkinderen hebben op de wijze van de Zilveren Vloot gezongen van ,,die mug. die mug, die prikt je in je rug" en wanneer we thans op spoorwegstations en andere openbare plaatsen de nieuwe reclameplaat zien van het vinnige roode mannetje met de sapoelidi, dan prevelen we: geen muggen, geen malaria en verwonderen ons op nieuw erover, dat in heel West Europa de ziekte nog altijd heerscht alleen in Noord-ITolland. in een deel van Friesland en in een stukje van Gro ningen. In andere deelen van ons land komen malai ia-muggen even goed voor, zelfs in groot aantal, maar ze schijnen daar geen kwaad te doen. Intusschen blijft in de besmette gewesten de bestrijding van de muggen, van groot belang, zelfs nu de moderne kininebehandeling al meer en meer zekerheid van genezing geeft. We kunnen, zoowel de volwassen mug bestrijden als de larve. Deze laatste leeft aan de oppervlakte van het water en wordt dan gemakkelijk gedood door besproeiing met paraff ine of met Parijsch groen. Maar nu is er in Noordholland zoo verschrikkelijk veel water en het is wel gebleken o.a. door een campagne van eenige Zijn naam is klein, zijn roem EULEN DAG EÉN GLAASJE jaren rondom Medemblik, dat de larvebestrijding hier op uitgestrekte gebieden altijd we r kostbaar en zelden doeltreffend is. Kn uitgebreide gebieden moeten het zijn, want wanneer men al plaatselijk eens de muggen heeft uitgeroeid, dan komen er dadelijk van wijd en zijd weer andere opdagen. Men heeft geprobeerd Modemblik nuiggerivrij te maken door in een sector van 3 K.M. straal rondom de stad d.e larven te verdelgen, maar dat is niet gelukt. Men begrijpt, dat Medemblik voor zulk een proef heel gunstig is gelegen. Die muggen kwamen dus verder vandaan dan 3 kilometer. Hoever vliegen die muggen eigenlijk? Al jaren geleden heeft men in Amerika getracht dit te Weten te komen door duizenden muggen te vangen, die te kleuren en ze dan weer te laten vliegen en men kwam toen tot afstanden van 2 a 3 K.M. De proeven bij Medemblik maakten het zeer waarschijnlijk dat de malaiiamug zich ver plaatst over afstanden van meer dan 3 K.M. En nu zijn onlangs in een varkensstal in de nieuwe Wieringermeer ook al malai ia muggen aange troffen, die stellig verder gekomen zijn dan 5 K.M. We weten toch door de onderzoekingen van de wetenschappelijke malaria-commissie in nieuwe polders aan de Wester Schelde, dat de larven in zulke polders pas kunnen leven nadat de ontzilting van den grond al een heel eind is gevorderd. Dat was in de Wieringeimeer ten tijde, dat de muggen zich in de varkensstal vertoonden nog lang niet het geval en ze moesten dus afkomstig zijn van het oude land, uit Medemblik of Kolhorn en de meest nabije plaats lag 5 K.M. ver. Tusschen twee haakjes hebben we hier weer een mooi voor beeld er van. hoe de droogmaking van d.e Zuiderzee de wetenschap op allerlei manieren ven-ijkt. Nu weten we ook, dat onze gewone malariamug, de bekende Anopheles maculepinnis een huisdier is. 's Zomers overdag en 's winters dag en nacht schuilen ze bij voorkeur in woningen en stallen. Hij heeft in ons land nog een paar v ei wanten. die we tot de boschbewoners kunnen rekenen, doch die komen waarschijnlijk slechts zelden voor. Nu lijkt het dus vrij g( makkelijk, om de Win ingc rmeer vrij van malaria te houden. We behoeven slechts in ieder huis, in i( dere stal dag aan dag de muggen te bestrijden met een of meer der vele middelen, die in de laatste kwart eeuw praktisch zijn gebleken: flitspuit. stofzuiger. }:e-tiole l m-glss. mepper en wat dies meer zij. Kr zou daar zelfs aan gedacht kunnen worden, om het huisvesten van malariamuggeri stialtaar te stel!<n, doch s:c;o draconisch mogen we nog in geen geval optreden. De zaak is lang zoo eenvoudig niet als zij lijkt. Dat is o.a. gebleken, toen de wetenschappelijke malariacommissie gepiobeerd heeft, om op een geheel geïsoleerd gelegen boerderij op een eiland in de Biesbosch de muggen te laten verdelgen e -n dat nog wel doe>r een gesalaiieeide winter-malai iamuggenvanger. De muggen weiden we>l gede cimeerd, maar konden zich toch handhaven. Nu biedt ze>e>'ti oude1 boereleTij e>e>k veel ve>e)r e>ns bi^na. onbereikbare schuilplaatsc-ri. De nieuwe ge-hen,wen in de Wiei inge-imeer, zelfs de stalle-lje-s en kippe-uhokken dienen bereke-nel te zijn e>p ele muggenbestiijding doeir de bevolking zelve en elan zal het wel lukken, vooral waimeer die bevolking maar steeds voldoende wordt gestimuleerd, want dat heeft zij toch noodig. Eri de> le-u.s mag voe>rloe>pig dan ook blijven: ,,Ge-en malaria in de Wiei inge rmoer." Ten slotte nog even het a.b.c. van de muggenkunde. Gevlekte vleugels en ongewlekte poot en: malariamug; gevlekte vleugels en gevlekte t;e>e>teii: Ringelmug; emgevlekte vleugels en emgevlektepooten: andere muggen, waaronder dan t>e>k de? gewone steekmug of zinginug. Maar ze zingen en steken allemaal; in den nazorner worden we het meest bewerkt door de: ringelmug. Nieuwe uitgaven Gitxtare Flauherf. De Leijende van St. Julianus f/t' Olfcrraarrtit/e. Vertaalt},verlucht ? en uilt/esrlireren door Jan l'oorfenitar. l'Mu?!/- 'c Amsterdam met instemming i'im de Ver. lol Bevordering der Grafische Kunsten. Het boek, niet alleen litterair kunstwerk, maar tevens volledig grafisch kunstwerk! Het is een leus die de laatste jaren ook vele beeldende kunste naars bezielde. Niet allereerst zóó dat zij dit ideaal nastreefden door middel van toevoegingen, van verluchtigingen in den voim van b.v. een aantal houtsnederi en etsen die dan wel, geïnspireerd op en aansluitend bij den-tekst, meegebonden werden maar toch oe>k als in zichzelf besloten kunstwerken hun waarde; behouden, maar voor alles door een streven om van het zetsel zélf, van. de indeeling van den bladspiegel enz, een ding van schoonheid voor het oog te maken, dat zich harmonisch voegt bij de schoonheid voor gehoor en begrip die het lezen ons schenkt. Dank zij kunstenaars als de Roos, van Krimpen, e.a., die met hun nieuwe, fraai gesneden letter series de schoonheid opnieuw invoerden daar waar de toegang te>t heel de me>derne boek-industrie te vinden is, in de lettergitterij namelijk, kregen zij die op een renaissance van het schoone boek uit waren gelegenheid hun doel na te streven met volledige aanvaarding van de moderne typogra! ische techniek; beheiefden zij niet terug te grijpen tot een vorig stadium van be>ekenproductie. Dat Jan Poortenaar. toen hij zich zette zijn vertaling van Flaubert's Legende in een kunst-uitgave te doen verschijnen, de letters weer zelf ging schrijven en het boek van een geteekenden (daarna evenwel dan toch weer gereproduceerden) tekst voorzag, getuigt van zijn opvatting dat de grafische schoonhe-id van het boek niet gedekt wordt door de modern y/>ografische schoemhe-iel; dat zij alleen be reikt kan worden <le>or een. . . . Lalrenreye teruggrijpen naar het emele handwerk. l let zem hier te ver voeren mijn principieele bedenkingen tegen deze hybri dische.- methode uiteen te zetten. Het bereikte resultaat in ooge-nschouw nemend, kan nien zeggen dat indeidaad wél schoeme bladzijden ontstemden (ele lettervormen hebben meerendeels e-en wél aandoend, krachtig en tegelijk zwierig karakter; ele inde-eling is haimonisch) maar dat zij ze-ke r niet in aesthe-tische waarde uitkeimen boven de; echte hanelgesclm-ven be>e:ken, noch e>e>k boven de beste preKlucten der moderne typografie-, Ze-ker zouden b.v. de-, van ele e>riginee-le plamhoute-n bleikken gedrukte lioutsncden. waai me de de tekst versierd is, >iiinst<ns ei en i/ueil haimoniceren me-t ge>ed, rnoelern /et-werk dan met dezen geteekenden tekst. In e-en zestigtal genummerde exemplaren van deze- uitgave vindt men nog een zestal etsen van Pe>e>rtenaa.r toegevoegd die enkele episoden uit de Legende- illustreeren, maar van de visioeiialre en te-eele-re- sfee-r van Flaubers schepping weinig vermogen te- be-e-lelen. Zij hebben van die sfeer slee-lits ele allure, niet liet we.zen. In de ets spreekt het we-zen voert1 alles de>or ele lijn en die is in dit werk. e>m he-t zacht te zeggen, ten ee-nemale ongevoelig e-n onmachtig. Tege-nover de gloeit e pre tentie waai me ele een e-n ander wordt-opge-die-nd is dit, naar ik me-en, een zeer bescheide'ii veti-ni van critiek. A. K. VAN DEM TOL KUN STZ AAL VAN LIER DOO RUOOPEND TENTOONGESTELD ROKIN 126! AMSTERDAM BEZICHTIGING VRIJ KUNSTWERKEN VAN JONGE HOLLANDSCHE EN BUITENL. MEESTERS

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl