De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1932 10 september pagina 17

10 september 1932 – pagina 17

Dit is een ingescande tekst.

De Groene Amsterdammer van 10 September 1932 17 i) IK? De steun-veger Waardiger dan de oude, kleinere booten en schokkers. Schepen van 15.000, 20.000, 24,000 gulden. Schepen waarvoor het geld op afbetaling en rente tendeele wordt verstrekt door de Generale kommissie. Daar zit de kneep. Enkele jaren zijn voldoende ge weest om het heele dorp diep en diep in de schulden te steken. De nieuwe huisjes, uit het geld van de oorlogsjaren gebouwd, zijn tot brekens toe belast met hypotheken. De een zit iri de schuld bij Krom hout, de ander bij de regeering, de derde bij partikulieren. Varen voor aflossing en rente. En eiken dag slecht weer, elk net dat scheurt in het nog onbekende vischwater, elke daling van de prijzen op den afslag beteekent nieuwe zorgen en brengt den dag nader waarop het mooie schip voor schuld verkocht wordt. Prachtige schepen. Botters, die onder de schepenwet vallen, zoodat de inspektie vandaag een nieuwen krukas en morgen mis schien een anker en overmorgen een plaat voorschrijft, diédirekt betaald moeten worden met 100 of 200 gulden als de heele besomming, waar 16 pCt. voor lederen knechtafmoet, misschien nauwelijks zoo veel heeft bedragen. Schepen, die het werk van drie volle, sterke kerels eischen. Voor jongens is geen plaats meer. Jongens van 16, 17 jaar, die geen schip kunnen vinden, slenteren doel loos langs de haven. Voor de oude kerels is geen plaats meer. Oude visschers mogen twee dagen van de week de straten vegen om een / 5 steun bij elkander te krijgen. Prachtige schepen. Prachtige schulden. Een bevolking met de mentaliteit yan vrije menschen, die zich hun knechtschap aan den geldschieter nog niet bewust zijn. Maar de grondslag is weggenomen. Reeds trokken veel Urkers naar den Zaankant, naar de dijkwerken, ze kleeden zich ,,in 't vreemd", ze verliezen hun stijl, ze proletariseeren. De oude gesloten gemeenschap is ten doode opgeschreven. De nieuwe gemeenschap, de levende, voorwaartsstootende zal zeker het laatst van al op Urk geboren worden. Inmiddels, indien ge bij wijze van kuriositeit, het oude sierlijke Urk nog eens zien wilt dan kunt ge uit Enkhuizen of Kampen met de jonkheer van Geusau Maar waarom zoudt ge liet eigenlijk doen ? , Waarom uw kolbertje, uw garibaldi en uw molières te kijk stellen voor de spottende oogeii der Urker meisjes? Waarom uw eigenwijsheid, uw ver deeldheid, uw spleen naar dezen uithoek dragen en er rondscharrelen als tusschen de hokken van een dieren tuin, die bekeken moeten worden, omdat ge uw entree betaald hebt? Laat Duymaer van Twist zijn laatste veste. Laat Urk en 7,ijn gewoonten in vrede sterven, indien gij den dood niet kunt verzachten. En zoo gij beslist behoefte voelt aan een brok gemeenschap holpt dan bouwen in de toekomst de nieuwe ge meenschap die de bekrompen grenzen van Urk duizend malen te buiten gaan zal ! Nieuwe Uitgaven Sam Goudsmit. Ter Bruiloft. Ncderlandsche Kcurboekerij . 1932. Ge kunt beheerscher zijn van do taal en schrijven kunnen en een hart hebben en vertellen van stakingen en Ruize-Rijm Ver j aarsver zuchting door Charivarius O, vriendelijke menschen, Die jaarlijks jolig zij t, Ontslaat wij van mijn wenschen. Scheldt mij mijn schrijftaak kwijt. Laat ons geen slaven zijn van sleur. Aldus bespaart g' uzelf gezeur. En mij bespaart gij spijt. Wie kan er van mij vergen, Dat ik die plicht erken, Dat ik zoo'n brief, zoo n ergen, Van hee/er harte pen? Als 'k dus mijn postpapier beklad, Dan doe ik dit al/een omdat Ik zoo fatsoenlijk ben. Hoe kan ik boeiend blijven, Als ik dar werk verricht, En telkens weer moet schrijven Van t jaar dat voor u ligt, Van nieuwe lenl en nieuw geluid. En al dat moois, gestolen uit Een preek of een gedicht? Dal u de kroon der jaren (Zoo heet dat immers ?) siert, Dat, trots uw zilvren haren, G' uw feest in vreugde viert, Dof gij voor ons behouden zijt, Omdat daar een Voorzienigheid Uw levenslof bestiert? Dat ik u wensch van harte Veel voorspoed en geluk. Een jaarkring vrij van smarte, Van kommer, zorg en druk. Met vrouw en kroost, verheugd te moe. . ? Zoo drein ik door, ik weet niet hoe, En peins mijn schedel stuk. En, blikkend in 't verleden, Naast tegenspoed en strijd, Bestaat er alle reden Tot vreugd en dankbaarheid. Een nu/tig leven, welbesteed, Een kruis met rozen, lief en leed. Een jaar wal vliegt de tijd! Dat op een dag a/s dezen, Door geen verdriet gestoord. . . Ik staar in 'f niet, verwezen Ik kan niet verder voort; Schreef ik dan niet verleden jaar Aan heel mijn breede vriendenschaer He/zelfde, woord voor woord? Verzuim, zoo zegt men, wijst op Verzuurden ouderdom; Ik hing dan ook een lijst op, Die fluistert: denk er om! Ter plaatse waar ik eiken dag, Als ik hef zoo eens zeggen mag, Gezondheidshalve kom. Mag ik die lijst verscheuren, Bescheiden, zacht en stil? dj zult hef niet betreuren, Want Iet op het verschil: Dan schrijf ik niet omdat ik moet. Zooals de nette mensch dat doet, Dan schrijf ik waf ik wil. Dan stuur ik karrevrachlen Ven wenschen naar de maan, Dan laaf ik mijn gedachten Van hert lot harte gaan. Dan heeft mijn woord een dieper zin. Dan hoeft er geen gemeenplaats in Mijn brieven meer te staan. O, vriendelijke menschcn, Die jaarlijks jarig zijt, Ontslaat mij van mijn wenschen. Scheldt mij mijn schrijfsel kwijt. Laat ons geen slaven zijn van sleur. Aldus bespaart g' uzelf gezeur, En mij bespaart gij spijt.... Neen, vormelijke menschen, Ik neem een kloek besluit, Ik slaak mijn s/andaard-wenschen, Schoon 'k weef wat dat beduidt: Ik laat, waf mij 't fatsoen gebiedt; Maar of je 't kwalijk neemt of niet, Ik staak, en daarmee uit. communisme en sociaal-democratie en alle diepe, vretende, sarrende, doodende ellenden van dezen tijd. (Je kunt menschen van vleesch en bloed schep pen en hun levens werkelijk doen slaan en ijlen en schreeuwen. Ge kunt korte, hijgende zinnen schrijven in de waarlijk-levende taal der menschen en werkelijk rhythme verwekken in hun doening en strijd. En tóch kan er dan een boek gebo ren worden, een knap boek van een knappen schrijver, dat doodelijk-vervelend en bleek van bloedeloosheid is. Ik bedoel, dat Goudsmit met ,.Ter Bruiloft" zulk een boek geschreven heeft. Het is waarlijk niet aangenaam zoo iets te moeten zeggen van zulk een begaafde als Goudsmit is. En er zit een diepe tragiek in deze worsteling van een man van ras en talent met den tijd. Maar iedere sentimentaliteit en eerbied voor begaafdheid is mis plaatst, als ge uit diepe overtuiging moet zeggen: dit heeft afgedaan, dit is verleden tijd, dit beteekent nti niets meer. E. ELIAS Dr. J. F. Halkema?Kohl. Econo mische Souvereiniteit. Regionalisme en Staatsvorm, met een voorwoord van Dr. J. A. Nederbragt. Uitgave A. W. Sijthoff, Leiden. M. W. C. Bordewijk, I es finances aux Pays-Bas, a la fin de la guerre. Paris, aux ditionsdu monde nouveau. Oefeningen om in het Italiaansch te vertalen. Samengesteld en verza meld door Annie Krijgsman. Uitgave W. J. Thieme en Oie. Zuthpen. Weerklank, Liedjes door Gerardine Praetorius. Uitgave Menno Hertzber ger, Amsterdam.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl