Historisch Archief 1877-1940
18
De Groene Amsterdammer van 10 September 1932
No. 2884
Schilderkunst
door A. Plasschaert
De verzameling Del Monte,
bij Kleykamp
Het is de gewoonte van bepaalde
bewonderaars van schilders ternee
nen, dat echtheid en belangrijk
heid steeds te samen gaan; het
is een dierbare gewoonte ara. het
onbelangrijke boven zijn waarde
te vereeren, wanneer alleen het
echte vaststaat. Een gezindheid
van anderen aard (Bredius heeft
daarvan gelukkigerwijs geen last I)
is, wanneer men eenmaal iets be
weerd heeft omtrent het werk van
een belangrijk schilder, deze vast
stelling hardnekkig te handhaven.
Laten wij dus een beetje speelsch
blijven in onze rust en in onze
zekerheid; wij hebben in Holland
dan wel kans voor lichtzinnig te
worden .gehouden, maar wij heb
ben ook den kans dichter bij de
waarheid te blijven.
Wij nemen dus in dezen tijd
van oververzadiging van
Bembrandt's niet aan, dat alles wat
Bembrandt maakte van den be
ginne af regelmatig-belangrijk was;
als geest dadelijk ten uiterste vol
tooid en volledig; wij nemen aan,
dat hij wel eens minder was dan wij
verwachtten; wij nemen evenmin
alle toeschrijvingen aan der kunst
geleerden; wij zweren noch bij
de wetenschap, en hoewel liever
bij het gevoel, toch stevinen wij
dat gevoel (gegeven, nooit ver
worven) gaarne door zekerheden
van feitelijken aard. Wij vreezen
alleen de stumperachtige aanbidders
van thans, nu Kembrandt erkend is;
wij haten hen, die voor de Bembrandt
komen staan met een eerbied voor
zichzelven, als of zij hem gemaakt
hebben tot het Hollandsch Wonder,
en alsof hij anders, buiten hun histo
rische aandacht, nitt bestond.
Wanneer wij de Bembrandt's be
zien uit de verzameling Del Monte bij
Kley.kamp, dan herkennen wij in geen
van alle dat, waarom Bembrandt de
gi-oote tragische, schilder van Holland
is. Wanneer de Doop van den Eunuch
van Bembrandt is, en als Glück gelijk
heeft dat het een jeugdwerk is, dan
kunnen wij niet zeggen, dat wij ook
maar eenigszins er naar talen zulk
werk in ons bezit te hebben. Wij zeg
gen niet dat het geen Bembrandt is,
maar hierin is niet, waarom wij Bem
brandt zoeken, den dramatischen ge
tuige van menschelijke hartstochten.
Het portret, de kop van een Oos
terling, uit de verzameling van Corot.
heeft iets, dat ons wellicht meer hin
dert. Het gelijkt meer op de
wezentlijke Bembrandt's, zonder, in de schil
dering, de zwaaite van het gevoel te
hebben, zonder die kleur te bezitten,
die meer licht dan vorm, dan
starbepaalde vorm, vanaf een ongeziene
kim schijnt aan te wolken en door ons
heen weer verder te wolken naar een
tegenovergestelde,eindeloos-verre kim.
Wanneer wij ons de negers herinneren
die Bembrandt schilderde, dan zien
wij hoe hij meer dan gewoonlijk objec
tief (immers naar de natuur) toch
vermocht in het oog van de
afgebeelden zijn eigen psychologische diepte
te realiseeren. 'De derde Bembrandt
van de katalogus (22) wordt hierin
gegeven als een atelier-werk rijkelijk
door den meester geretoucheerd". Het
schilderij is Bebekka door Isaak aan
zijn vader voorgesteld. Wij moeten
zeggen, dat ook zonder deze inlichting
als vóór den titel hier neergeschreven
Rembrandt
Rebekka door Isaak aan zijn vader voorgesteld.
is, wij ongetwijfeld niet dit werk aan
Bembrandt zouden hebben toegekend
dan met te veel aarzelingen. De voor
naamste reden waarom wij zoozeer
zouden hebben geaarzeld, is dat liet
schilderij meer dan n centrum heeft
van geestelijke activiteit, wanneer wij
het op deze wijze mogen uitdrukken.
Er zijn twee middelpunten van waar
uit het schilderij zich innerlijk ont
wikkeld; het schilderij is als een dub
belster der schilderkunst. Het is
daarenboven met eigenaardige tekort
komingen; een der meest duidelijk is
b.v. het gebrek aan luchtafstand
tusschen de groote parasol boven het
hoofd van de vrouw en wat daarachter
zich verheft.
Het schilderij mist dus die eenheid,
die de onwrikbare persoonlijkheid van
een werk voor ons vormt.
*
* *
Nadat wij van deze verzameling de
drie schilderijen hebben besproken,
die, zij het met voorbehoud, aan
Reitibrandt worden toegekend (het ne,
dat ons niet van Bembrandt leek.
wordt door Bredius toegeschreven niet
stelligheid aan Barend Eabi itiiis) heb
ben wij met de noodige bedachtzaam
heid het overige der verzameling en met
zorg bekeken en wij zijn tot het eind
oordeel gekomen, dat de verzameling
del Monte er eene is. zooals verzame
lingen gewoonlijk zijn: met goode en
zekere werken en met werken waar
over te discussieeren past, en m< t wer
ken van minder belang; een mensche
lijke verzameling. Er zijn hier werken
van uit de middeleeuwen, werken van
uit de Bonaissance perioden; er zijn
vlaamsehe, hollandsche, spaansche en
fransche schilderijen enz. Wij zullen
deze niet alle behandelen, maar de,
katalogus volgend nu en dan een
opmerkingen maken. H< t port n t van
den man nut den ..blauwen" baard
(het woord blauw is hierbij wat te
sterk geaccentueerd) is een werk van
degelijke hoedanigheid, oen
middeleeuwsch werk, maar dat toch ons niet
ten eenenmalo verbaa.st: eveneens
vinden wij in Xo. 2. een werk uit do
Vlaamsche school het kijken meer
uiterlijk dan wij het zouden willen.
De oude vrouw van Frans Eloris? is
om de .,gel( 11'' te waardeeren ; die van
de Moor van Dashorst, een blondine.
is als het van hem is. een werk van
dezen de Moor waar het coloiistische
het psychologische sterk overtreft:
het is m.a.w. voel minder dan het gele
portret uit het Mauritshuis. De
Bubens ..I.ofh's vlucht" is niet van den
Bubens van de Kermis en van de jacht
van Atalante; de drie va,n Dycks (een
met een bruinen achtergioml) hebben
noch de stijvere staatsic van de
Italia arische portretten noch do deftigheid
der Kngelsehe portretten zooals dat van
Lord Whaiton. De jonge i'. Breiighol
is niet van de daemonisohe kracht van
den groot en .Hreughel; twee der A d r.
IJiouwois zijn kk in maar zeker sterk;
dat van den zingenden, boer en dat
ook van hem;', een etende boer met
kruik. D'Aithois (17) is niet belang
rijk, de Hibi rechts, een koehocdster
met haa.r dochter, mot vee in een land
schap is een helder werk, dat in de
ruimte; draagt. De B. J. ('uyp. is hij
echt? de Jan van doven is een ..brui
ne" van Goyen on vaster in de vormen.
dan van Goyen dikwijls is. minder
melodieuzer. Open on ijl, haast schraal
is de Salomon van Buysdael?: do
Meindeit Il'obboma hooft niet do in
nerlijke bewogenheid van den bodem,
die zoo schoon is in Pari.js. in hot
Lou\ re. De Don is in het gezicht der oude
vrouw niet zoo tesamen smeltend ge
schilderd, zooals wij d?A van hom ge.
woon zijn. de Jan (Steen vind ik on
zeker. De toeschrijving van de familie
de Potters kinderen aan C'arel
Fabiit ius (door Hannema) wordt door Bre
dius betwist; hij schrijft ze zeker niet
zonder eenig recht toe, aan (Jovert
Flinck. De B. van der Helst is in allen
gevalle een normaal, goed portret
sonoor is de .T. D.zoon de Heem. Dt
van Beyeren (51) is gemiddeld van
hoedanigheid; de zoogeheeten
Tintoretto. een goed damespoitret zou
ook naar mijne meening van een dei
Nederlanders kunnen zijn. die ondel
den invloed van Titiaan stonden
liet Mansportret (53) is in do oogon
zoo levendig, zoo modern, dat het
voor mij onzeker wordt, wanneer het
goede schilderij werd gemaakt. Een
der belangrijke werken is de (Irero.
eens manskop; een apostel. Merkwaar
dig is de hand,al lang. met nog eens
de lange vingeis, die diep in de palm
geplaatst zijn. Ook de (loyti heeft in
allen gevalle de bekoiing van een goed
werk (do oogen. de mond): de Chardhi
daarentegen mist de diopo dracht in
de kleur van dezen schilder, die wij
als een zijner kenmerken in de beste
werken zien. De Pieter Aertsen; de
stofuitdrukking van de vele voor
werpen op dit werk wij zouden
dezen meester minder vereeren, zoc
hij in andere werken, die stofuitdruk
king hk'i' niet bij verre overtrof. Aan
gename werken zijn dan nog do
Vogelsvan den fluvveelen Breughel; het
winterla.ndschap van Van. Galen.;
Cornolis Dockor's landschaap met boerderij
(zie de duiventil tegen de lucht) de
Van der ('roos terwijl de .Jan de Heem
weer wat onervaren geschilderd is.
Do heele verzameling del Montt
is. onregelmatig; met goede en mindei
goede Werken; zeker geen verzameling
om een waoroldnaam ooit te krijgen
zij is een gemiddelde Verzameling.