De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1932 10 september pagina 2

10 september 1932 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

De Groene Amsterdammer van. 10 September 1932 No. 288* 'Welter,' wat de klok slaat! door G. J. P. Zaalberg * W Ik word gewelterd. Ben jij gewelterd? Hjj weltert. Wij worden weggewelterd. Gij wordt bewelterd. Zij weiteren eruit. Het weltert. Ben je bewelterd? Zoo is het gesprek van den dag in vele kringen, ook wel eens van niet volkomen bevoegden. Het wordt nu mogelijk in die critiek, waarin Daast weinig lof veel blaam klinkt, wat te gaan sorteer en. Gemakkelijk is dat niet, tenzij men "vooraf uitschakelt al wat van volkomen onbe voegde zijde komt. Maar in een tijd, dat het getal en het geluid meer invloed hebben dan argumenten »p het bestuur van stad en land n partij, zou dat struisvogelpolitiek zijn. De inzet van de protestactie was al heel onge lukkig (voor die actie) en heeft misschien menigeen ?weerhouden om zijn bezwaren samen te voegen met die van deze activisten. Daags nadat de eerste oplaag van het rapport de Landsdrukkerij ver laten had, was Zaandam vol vroolijke muziekminnaars van n politieke kleur en na den verheffenden invloed der muzen te hebben ondergaan, ?vereenigde men zich in een harmonieuze veront waardiging tegen de aanslagen op onze bestaans voorwaarden", die volgens de leiders (niet van de muziek) door de reactie beraamd werden. Ik weet niet of toen een van de sprekers den inhoud al kende, maar dat al die brave zangers en blazers en luisteraars ook maar de minste notie hadden v*n de rampen, die hen bedreigen en van de po gingen om die zooveel mogelijk van hen af te wei teren, mag men ernstig betwijfelen. In iets minder belachelijken vorm zijn en worden dergelijke demonstraties min of meer geslaagd ook buiten muziekconcoursen en turnfeesten gehouden, doch zij getuigen nog niet van meer zaakkennis en maken sterk den indruk van het demonstreeren tot doel te hebben en dankbaar te zijn voor de hun toegeworpen leuze. Van lager gehalte is de critiek, die haar aanval len richt op de leden der commissie, collectief of stuk voor stuk. Te beklagen is de groep, waarin de leider meent zijn publiek geen waardiger kost te kunnen voorzetten en meer nog zijn te beklagen de leiders, die geen beter middel weten om invloed op hun volgelingen te houden. * * * Hiermede stap ik van de onwaardige critiek af omdat van veel meer innerlijk belang is wat zake lijk tegen de voorstellen wordt ingebracht. Wie dat gedaan hebben, vervulden een burgerplicht, gelijkwaardig p,an die van de commissie. Deze heeft snel moeten werken en de Begeering heeft het rapport snel publiek gemaakt ten einde de ?temmen te kunnen hooren van de velen buiten de commissie, die ten minste even goed tot oordeelen bevoegd zijn als die commissie of het uiteraard beperkte aantal deskundigen, dat zij heeft kunnen hooren. Het groote meerendeel der categorale" critici is bezield door liefde voor een onderdeel van de staatszorg en is pijnlijk getroffen door het nadeel, waarmede hun lievelingskind bedreigd wordt. Want dat aan nagenoeg alle directe en indirecte over heidsbemoeiingen nadeel wordt toegebracht, valt niet te ontkennen, al is er ook menig dienstvak, waarvoor het een zegen is, dat de gelegenheid zich aanbiedt om het eens duchtig onder de loupe te nemen, (Justitie, politie, het verkeerswezen, departementscamarilla's, gemeentelijke indeeling, sociale verzekering, enz.). Tot die pijnlijk getroffenen wil ik het volgende zeggen. Voor de door u voorgestane ? belangen: kunst, tuberculosebestrijding, onderwijs, land bouw, volkshuisvesting, defensie, arbeidersbe scherming, warenkeuring, kinderrechtspraak, we genaanleg, enz. heeft de overheid nooit g. noeg gedaan. Er was stijging, een enorme stijging zelfs dank de materieele mogelijkheid als gevolg van den vooruitgang in de techniek der voort brenging, dank niet minder den vooruitgang in de medezeggingschap van de geregeerden. Maar de voortbrenging is voor een groot deel stilgezet. De oorzaken laten we nu onbesproken; het feit is er. Daardoor ontbreken de middelen, waarmede tot dusverre de overheid al die belangen in een zekere beperkte mate kan behartigen. Is het nu het geschikte oogenblik om stuk voor stuk voor ieder onderdeel na te gaan of het wel precies in de juiste verhouding begiftigd werd? De com missie heeft dat niet gedaan. Terecht. Wat in den loop der jaren door regeering en volksvertegen woordiging is vastgesteld heeft zij in het algemeen als vaststaand aanvaard. Zij had geen politieke taak. Binnen die vastgestelde verhoudingen heeft zij gezocht naar een verdeeling der inhoudingen, die het minste schade deed aan ieder onderdeel. Vandaar die bijna algemeen voorgestelde in krimping der personeelsuitgaven met 12 pCt. (buiten de salarisverlaging) en der materieele uit gaven met 15 pCt. De hardheid van dien maatregel spreekt in het eene geval veel sterker tot het groote publiek dan in het andere. Wie bevoegd is om het vraagstuk der misdadige (verwaarloosde) jeugd en der psychopathen te beoordeelen, en dan vanzelf daarin een belang van de eerste orde ziet, is geneigd tot de heftigste verwijten. Wie de zwaarte van den arbeid der onderwijzers voor een klasse van veertig leerlingen kent, (al is de werkdag kort en de vacantie lang) beseft dat het onderwijs er onder lijdon moet als dat leerlingental grooter wordt. Wie het leven der transportarbeiders, der koks en kelners en van zoovele andere nog niet door een wet be schermde arbeiders kent, is diep teleurgesteld, dat zij nog langer op een begin van de crisistijdregeling moeten wachten. Wie met moeite de inkomsten en uitgaven van een consultatiebureau voor t.b.c. in evenwicht heeft weten te houden, is der wanhoop nabij als het subsidie vermindert. Dat en nog veel meer heeft de commissie blijkens menige bladzijde in haar rapport levendig beseft en dit heeft haar doen zoeken naar het behoud van zooveel mogelijk van het goede bij de onver mijdelijke vermindering der uitgaven. Voor al die oprecht en terecht teleurgestelden heb ik slechts tot troost, dat tot dusverre hun ver langen slechts voor 30 pCt. bevredigd werd en dat dit voorloopig 25 pCt. zal worden en dat een van de middelen om verdere vermindering te voorko men en om daar weer spoedig 30 en vervolgens 40 en 50 pCt. van te maken is het zetten van de tering naar de nering. Men voorkomt geen faillissement door het opmaken van een valsche balans. Het verlies erkennen en onze armoede beseffen, maar zonder overdrijving, dat is de stemming geweest, waarin de commissie gewerkt heeft in een spheer van ernst en krachtigen wil. Geen hopeloos pes simisme, geen dadenloos berusten, geen zinneloos omverwerpen zijn aan het woord geweest. Was de samenstelling der commissie nu zoo ongelukkig als sommige critici willen doen gelooven? Ik geef dadelijk toe, dat er in Xederland eenige elftallen zijn samen te stellen, die het beter gedaan zouden hebben. Maar zoo erg lukraak was de keuze der Regeering toch niet. Zij voegde twee commissies samen, waarvan zij do waarde der leden volkomen kende. De eene bestond uit nietambtenaren die uitsluitend door hun bekwaamheid belangrijke leidonde posities hadden verworven n voor eon deel groote ervaring als bedrijfsleiders haddon opgedaan. De tweede bestond uit do hoog ste ambtenaren, die evenzeer door hun werk waren omhoog gekomen. Dan is het toch wel in hoog& mate ongehoord, dat zelfs door de leiders van ambte naarsbonden over de commissieleden wordt ge schreven en gesproken als waren het de onbekwaamsten, die hun lidmaatschap alleen te dan ken hebben aan hun begeerte om de reactie tedienen. Zij blameeren daarmede het geheele ambtenarencorps, ware het niet dat zij zichzelf er doorblameerden in een mate, die hun eigen gezag fnuikt. Toegegeven zij nogmaals, dat het werk onvol maakt is. In menig dienstvak zal een ingewijde op gelukkige wijze weten te bezuinigen. In die rich ting valt voor velen nog mooi werk te doen en deiBegeering zal zich zeker niet voor haar verant woordelijkheid gedekt gevoelen door de voorstel len der Commissie. Maar het betere kan ook hier" de vijand zijn van het goede en er is periculum in mora. Dat bij het drijvende houden van hetzinkende schip met het water enkele kostbaar heden mee over boord gaan mag geen reden zijn om. de pompen op halve kracht te zetten ten eindeiedere straal te kunnen filtreeren. Ik wil in dit korte artikel over een zoo omvang rijk onderwerp niet te veel aandacht aan détails. wijden. Salarisverlaging en steunverlaging zijn uitstekende onderwerpen om breede scharen van getroffenen in verzet te brengen. Cijfers en feitenzullen de gegrondheid dier voorstellen aantoonen, voorzoover dat nog noodig is bij de algemeen bekende daling der kosten van levensonderhoud. de sterk verlaagde bedragen van arbeidslooze en arbeidende inkomens, den bedenkelijken staat vart de financiën van gemeenten n Kijk. Sluitpost"' is een gemakkelijk te hanteeren scheldwoord, maar een niet sluitende begrooting is een gewaarborgd begin van voel ellende. Een typisch voorbeeld van het werken met. gevoelsargumenten is de agitatie over de vroedvrouwenschool te Amsterdam. Wolk inslaand argu ment doet daarbij opgold ? Dat bij opheffing dorAmsterdanrsche inrichting 900 kraamvrouwen een uitnemende verpleging zullen ontberen. Mag dat als argument golden? Mijns inziens neen. Welk motief is er voor het Kijk om van de meer dan 200.000 kraamvrouwen er 900 bijzondero hulp te verleenen, wanneer dat niet meer noodig of mogelijk is in verband mot het onder-wijs? Thans weer naar het algemeeno terugkeerend-. tref ik hier en daar het ver-wijt aan, dat do com missie geen aandacht heeft geschonken aan ver meerdering der inkomsten. Er is reeds in ver schillende artikelen op gewezen, dat do opdracht. der commissie belastingvoorstellen buitensloot. Dat. is ook volkomen logisch. Het betreft con onderwerp van volslagen andere orde, dat geheel in de poli tieke spheer thuis hoort. De voor- en nadoelen daarvan liggon op terreinen, waar een bezuini gingscommissie nog minder thuis is dan op dioder uitgaven. Helaas zal echter, naar wij vreezen, nog wel blijken, dat de Begeering woldra al haar vin dingrijkheid zal moeten toworkstellon om niet tegenstaande dezen eersten stap op hot pad derdiepgaande bezuiniging hot evenwicht in haar balans te herstellen. Bij al die maatregelen is noodig dat aan hot volk duidelijk wordt gemaakt, dat iedere uitgave hoe nuttig overigens ook, een nuttiger uitgaaf on mogelijk maakt en dat het niet erkoniron van de sterk verminderde inkomsten van ons volk en van do openbare kasson leiden moet naar een insolven tie, waarvan helaas stoeds moor landen ons het droeve voorbeeld toonon. OIDDING MUY5| ;CHILDFDSI

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl