Historisch Archief 1877-1940
De Groene Amsterdammer van 10 September 1932
No. 2884
De derde postbestelling
door Melis Stoke
Teekenlngcn door Harmsen van Beek
*
"i
3f
'ft
'
(.'
We zullen dus een postbestelling moeten missen.
Dat is een feit van heteekenis: eenmaal per
dag minder zullen wij vol spanning uitkijken naar
den postbode; van de toch al zoo weinige postale
en andere kansen op verrassing in dit leven vervalt
er nu weer een....
Maar zoo egocentrisch mogen we die beteekenis
niet zien. Ze heeft ook een andere kant, en wel
een zeer gewichtige: de bedrijfs-economische.
Van bedrijfs-economischen kant nu is de opheffing
van deze postbestelling, naar het Hoofdbestuur
der P.T.T. gelanceerd heeft, van het grootste
gewicht, en de dienst zal er beter door worden.
Wat'dit laatste betreft moet men zich ook alweer
weten te verplaatsen in den gedachtengang van
aan de andere zijde
den man aan de andere zijde van uw brievenbus.
Hoe minder die te loopen heeft hoe aangenamer
het hem uiteraard is, en een dienst van n-1 be
stellingen is dus voor hem, bedrijfseconomisch
gerekend.veel en veel beter dan een n-best«llingen-dienst.
Maar nu die bedrijfs-economie. Dat is eenmoeilijk
vak. Men behoeft er echter geen hoogleeraar en
zelfs geen student in te zijn om te begrijpen dat
het ontlasten van den postdienst met n bestelling
bedrijf s-ecouomisch e voordeelen oplevert. Niet
voor u wel te verstaan en ook niet voor uw bedrijf,
maar voor hét bedrijf, het staatsbedrijf der
posterijen, ons aller bedrijf.
Het kan ons slechts genoegen doen wanneer
het dit bedrijf goed gaat, en de zaakkundige voor
spelling van verderen welstand, tengevolge van
dezen maatregel is dus voor ons allen een ver
heugende tijding.
De mensch is echter onrustig en vol dadendrang.
Wanneer er n stap in de goede richting onder
nomen is dan heeft hij aanstonds de schier
ononderdrukbare neiging om die door een tweede stap te
doen volgen.
Welnu, deze stap is ook te doen. Ze zal ons leiden
naar de opheffing van nóg weer een postbestelling.
En consequent doorschrijdend op dezen weg
van heilzame bedrijfseconomie zullen we het
mogen beleven dat ons staatsbedrijf de aller
hoogste graad van gezondheid en welstand zal
bereiken in den ideaaltoestand dat geen enkele
postbestelling meer wordt uitgevoerd. Alle loopers
en fietsers en motorfietsers en al het hinderlijk
en gejaagd gedoe met treinen, au tos en vliegtuigen
zal dan eindelijk ophouden en plaatsmaken voor
de paradisale rust van een geperfectioneerd en
bedrijfseconomisch-ideaal bedrijf.
Het is echter goed om vooruit te zien en zich
rekenscRap te geven van de schaduwzijden die,
gelijk alle menschenwerk, ook de heilstaat nood
zakelijkerwijs vertoonen zal. In dat opzicht heeft
Sovjet-Busland ons kostbare lessen gegeven.
Goed dan. We denken ons allen
participantenin en mede-eigenaren van het ideale postbedrijf
zonder bestellingen. De kosten voor personeel en
vervoer, materiaal en wat al niet meer zijn tot
nul terug gebracht.
Slechts een kleine staf van experts, boekhouders
en economen, is aanwezig om de bedrijfseconomi
sche resultaten te registreeren. Paarden, wagens,
uniformen, autos en motorrijwielen zijn tegen
goede prijzen van de hand gedaan en van de
opbrengst zijn leeningen verstrekt aan onze
bloeiendste gemeenten, die er luxe-zwembaden van
hebben gebouwd.
Dan is er nog de kleine nevenqueastie, die echter
in het licht van het hierboven beschrevene ineen
schrompelt tot een futiliteit, dat niemand meer
brieven ontvangt.
In den ideaaltoestand
Een kniesoor
Een kniesoor die aan deze consequentie zooveel
gewicht toeschrijft dat daarmede het geheele
bedrijfs-economische saneeringsplan der P.T.T.
aanstonds veroordeeld zou zijn. Men moet zich
ook individueel bedrijfseconomisch weten aan te
passen aan de moderne begrippen.
Van de tallooze oplossingen die voor de hand
liggen behoeven we er slechts ne te noemen,
nl. dat iedere burger zoo nu en dan eens gaat
informeeren bij het loket Poste Eestante of er
misschien iets voor hem ligt.
Dit kleine ongerief wordt ruimschoots vergoed
door het feit dat hij het nutteloos geworden tocht
gat aan zijn voordeur, waardoor vroeger, onder
een bedrijfseconomisch wanbeleid, de posterijen
brieven naar binnen lieten glijden, heeft kunnen
doen dichtmetselen.
Dit nuttelooze gat toch, dat ieder van ons, en
lange voorgeslachten vóór ons iederenweldenkenden
mensch een doorn in het oog is geweest, is dan
voorgoed verwezen naar de rariteitenkast van
bedrijfs-economische monstruositeiten.
Het dienstbodenvraagstuk y,al als door
tooverslag vereenvoudigd zijn met het ophouden van
het aanhoudend en opdringerig gebel aan de
voordeur vanwege de posterijen.
Aangezien er geen brief meer besteld zal worden.
zullen allengs de menschen ook terugkoeren van
de, door de bedrijfseconomische wanbegrippen
in de wereld gebrachte, gewoonte om brieven te
verzenden. Het plakken van postzegels en het
zinneloos gedraaf naar brievenbussen zal eindelijk
ophouden. We zullen goddank eens tijd krijgen
Ontwapeningsconferentie
door Dr. M. van Bïankenstein
(Slot van pag. i)
Nu echter is de geschiedenis met den Stahlhelm
er tusschen gekomen. Men ziet daaruit dat het nu
regeerende, oude Duitschland niets geleerd en niets
vergeten heeft. Het moge dan in werkelijkheid niet
krijgszuchtig zijn hoe overtuigt men daarvan
een Franschman? -*?zijn fraseologie is als vroeger.
Het is het gevaarlijke spel met rinkelende sabel,
gepantserde vuist enz., al die woorden die zoo
mooi klinken bij den zooveelsten pot bier aan een
Stammtafel", maar die door hun opzweependen
toon zoo uiterst gevaarlijk zijn in de internationale
politiek.
Zal het oude Duitschland dan nooit de ernst des
levens leeren beseffen? Dit schijnt zelfs te moeilijker
naarmate het leven er ernstiger is !
Frankrijk heeft, door de ontwapeningsbepalin
gen van Versailles, getracht zich te beveiligen tegen
de robuste en onrustige kracht van het Duitsche
volk. Het staat te bezien of het daarby zeer ver
vooruitziende te werk is gegaan en of het de doel
treffendste methode daarvoor heeft gekozen. Het
heeft zijn beveiliging echter nu eenmaal in het
martiale gezocht, het onderdrukkend in Duitsch
land, het bevorderend thuis.
Het ziet de eene helft van dit systeem ineen
storten: De verdere wapening van Duitschland
zou slechts met voor alle betrokkenen noodlottig
geweld te beletten zijn. Het ziet dit geschieden
onder begeleiding van redevoeringen en
fanfaronnades, die duidelijk laten uitkomen in welke
stemming dat gaat gebeuren. Zelfs al waren de
Franschen minder zenuwachtig en minder wan
trouwig dan zij in werkelijkheid zijn, dan nog
moest dit hen verontrusten. Wat kan Herriot nu
doen? Niet veel.
De slapende ontwapeningsconferentie droomt
zeer zeker dat het erg donker om haar heen. wordt.
Men spreekt nu ook weer van haar, omdat hetgeen
internationaal gaande is, bij wijze van paradoxale
reflex, onmiddellijk de gedachte aan haar doet
opkomen. Het is inderdaad duister wat nu nog
haar toekomst zal zijn. De Duitschers hebben met
hun luidruchtig militarisme de Fransche mili
taristen en de angstigen in Frankrijk een grooten
dienst bewezen door hun op zijn minst reeds den
schijn van gelijk te geven. De Duitschers, die er
achter staan, zullen dat niet betreuren. Zoo hoort,
volgens hen, de wereld er uit te zien.
Wat is die wereld tenslotte zonder het onder
havige, gevaarlijke speelgoed voor heel of drie
kwart volwassenen? Een treurig ondermaansche,
waarin het frisch-frohliche" ontbreekt.
verstandiger dingen
voor verstandiger dingen dan het verknoeien
van inkt en papier om onze gedachten gebrekkig
uit de drukken. De heele rompslomp van corres
pondentie zal verdwijnen en een vev nageslacht
zal ginnegappend spreken over den tijd toen de
menschen met vereende krachten zooiets mals
hadden geschapen als een z.g. bedrijfseconomische
P.T.T. die zich voor goed geld het vuur uit de
sloffen liep voor volstrekt onnoodige en uit bedrijfs
economisch oogpunt zelfs ?treng te veroordeelen
diensten