De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1932 17 september pagina 18

17 september 1932 – pagina 18

Dit is een ingescande tekst.

*&* k"h ft; b* ' I j. r. «5? « »lv t» k" t Radio en Grammofoon De Groene Amsterdammer van 17 September 1932 No. 2885 Symphoniseering der negermuziek door Lou Lichtveld Elllnston's Creole Rhapsody Toen de Axnei ikaansche syncopated music" haar intrede deed in de Europeesche beschaving, was menig een bevreesd dat het nu binnenkort met het erfdeel van Beethoven gedaan zou zijn. Men achtta een muziek, die haar oorsprong nog niet zoo lang geleden gevonden had in de Afrikaansche jungle, onvereenigbaar met de kunst, die zich gedurende meer dan twintig eeuwen ontwikkeld had als een contact-product van Byzantijnsche, Bomaansche en Germaansche cultuur. Het gevaar werd echter spoediger bezworen dan men destijds kon vermoeden, de beide muzieken zijn ondanks alle groote verschillen meer en meer naar elkaar toe ge groeid, en een nieuw contact-product is bezig te ontstaan, een negroïde symphonische muziek die evenveel overwegend Europeesche kenmerken heeft als bijvoorbeeld de literatuur der Amerikaansche negers. Het onder werp, het ,,thema" vertoont nog sporen van een zwarte afkomst; de behandelingswijze is echter door en door volgens de methoden van de oude wereld. Het materiaal is zwart, het fabric^ ge-proces volkomen blank. Aan de totstandkoming van het nieuwe product hebben blanken en zwaHen ook broederlik samen ge arbeid. Evena-ls uit het materiaal van de oudste Amerikaansche neger-volks muziek de blanke Stephen Forste r zijn onvolprezen liederen, en de neger Louis Handy zijn nog altijd fasoineerende blues gecomponeerd heeft, evenzoo heeft uit de moderne jazz muziek de blanke pianist Gershwin de gesloten vorm van zijn Rhapsody in blues" en de zwarte orkestkickr Duke Ellington de nog strakker ge sloten vorm van zijn Creole Ehapsody opgebouwd. Aan beide zijden vallen nog veel meer namen te notmen, maar voorloopig ken ik geen compo sitie van jazz-muziek welke als vorm zoo hecht en voldragen, van structuur zoo symphonisch en Europeeschintelligent is, als de Creole Rhaptody van Ell ingt on. Helaas schijnen geen der bestaande grammof oonopns men de compositie van dit werk in onverminkte of vol ledige vorm te brengen. Maar bij de beoordetling mag men toch wel af gaan op de voortreffelijke H'.M.V. A.E.G. Vampyr Richard Haizman Vogel Muziekinstrumenten van negers opname ervan, (tl.M.V.?C 4870) daar Ellington zefl met zijn orkest voor deze maatschappij het werk heeft uitge voerd, en daardoor feitelijk aan de ver korte vorm zijn sanctie heeft verleend. In groote trekken heeft de Creole Rhapsody de zoogenaamde ..hoofd vorm" van de klassieke symphonie: een uitvoerige expositie van een be weeglijk en energiek hoofdthema, gevolgd door een breeder, melodiS'her tweede thtma. Op de keerzijde van de plaat btgint dan de thema tische ..dóórwerking" die de meest kenmerkende constructie van de latere Europeesche instrumentale muziek is. De ..door-geïmiteerde stijl" der Itide en 17de- ejuwsche contrapunt isten bracht deze kunst in haar eerste ontwrkkelingsvorm; Bach's Inventionen werden als extmpden van ..door voering" geschreven, en ook zijn Fuga's, zijn Italiaanse!» Concert en andere welken zijn dat. De Mannheimer school heeft dr-ze kunst om met, muzikale gegevens, met ..thema's" een syntactisch spel van steeds nieuwe combinaties en veranderingen te spe len, tot groote bloei gebracht, terwijl daarna de klassi ke Weensche school, met Haydn, Mozart, Beethoven en Schubort, deze doorvoeringskunst tot haar hoogtepunt wist op te voeren. Sindsdien is de ..doorvoering" het wezenlijkste bestanddeel van de Europeesche .kunstmuziek geweest, en zelfs de moderne aesthetica, die van Schönberg en zijn school, leert, dat in het combinatie- en vai iatiespel de essentieele beteekeriis van de compositie ligt. Gershwin heeft dit niet begrepen, en de groote zwakte van een thema tisch en orkestraal niet oninteressant stuk als de Rhapsody in Blues is juist, dat het in formeel en construc tief opzicht zoo simplistisch, zoo volkomen onbelangrijk is. Bij Elling ton daarentegen is het thematisch materiaal niet zoo heel belangrijk of nieuw, het beantwoordt heelemaal aan de heerschende jazz-mode, maar de vorm waarin, dit alles gegoten werd, is verrassend van begin tot eiiid. Hij is sober en beperkt geweest in zijn thema's, maar hij heeft van hun doorvoering" de hoofdzaak weten te maken, en heeft het juiste inzicht gehad de gebruikelijke ,,her expositie" die in de kla.ssieke hoofd vorm nog volgt op de doorvoering (een recapitulatie van het uitgewerkte thematische materiaal dus) geheel achterwege te laten en tamelijk on verwacht, als met een breuk te ein digen. Het strookt met onze hedendaagsche haast en zakelijkheid, met de nervositeit van Jazz-muziek en de atmosfeer waarin deze deels halfwildo, deels overgecultiveerde mu ziek thuishoort, om aangenaam bezig te houden, een spanning tot het hoogst op te voeren, maar nooit ir» herhalingen of ..samenvattingen" te vervallen. Imitaties zijr» schering en inslag van de jazzmuziek; maar een fugato of stretto zou volkomen in strijd zijn met haar wezen. Bijna instinctief heeft Ellington tegrepen wat hij moest doen, en daar hij als man van de practijk de moge lijkheden van het jazz-orkest door en door kent. heeft hij deze ook prachtig voor zijn doel weten uit te buiten. In de doorvoering heeft hij volgens klassiek procédéde beide hoofdthema's ir» nauwer contact met elkaar ge bracht, ze op allerlei wijzen gevarieerd en gemoduleerd en nieuw combinatiemateriaal aangevoerd. Doch hij heeft tevens van de gelegenheid gebruik gemaakt om virtuoze blazers- en piano-solo's te «'even. gedragen melo dieën te begeleiden met pikante staccato's, eri verrassende, gewaagde harmonieën te verzinnen. De doorvoering heeft soms pijnlijkvalsche passages die zeer sterk con trasteeren met de weeke, zoetvloei ende en zuiver-tonale blue-perioden. Maar ook dit schrijnende heeft iets zoets en bekoorlijks. Zonder de ..Creole Rhapsody" een meesterwerk te noemen, kan er toch op gewezen worden dat alle groote tendenzen van de moderne muziek er op harmonische wijze duidelijk in vertegenwoordigd zijn. De brave musicus die gelooft in de verhevenheid der Kunst, der heilige Toonkunst, en gelooft in de fatsoen lijke manieren van de concertzaal, zal het niet gaarne horren, dat eenige gewichtige toekomstvormen van de muziek bezig zijn in het iazz-lokaal te ontstaan. Maar hij moge bedenken dat een werk als deze Creole Hhapsody. door Kllington's orkest met feiïlooze beheersehing en virtuositeit uitgevoerd, ook al niet meer geheel en al past in dat lokaal. Dat voor het grondig waardeeren van deze muziek al meer muzikaliteit, gevoelsverfijriing en intelligentie, meer cultuur vereischt wordt dan waarover de doorsnee-foxtrotter beschikt. Deze zweert nog altijd bij de blödsinn van ,,Oh Monah".

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl