Historisch Archief 1877-1940
De Groene Amsterdammer van 17 September 1932
No. 2885
\
De bedrijfsraden van
Minister Verschuur
N.V.ARNHEMSCHE HYPOTHEEKBANK
5 pCt. Pandbrieven t. beurskoers
Directie: Mr. S. J. VAN ZIJST - Mr. J. F. VERSTEEVEN
Het wetsontwerp.
" Onze eerste Minister van Economische Zaken
en Arbeid, op wiens schouders de reeds in normale
tijden allesbehalve lichte taak rust, tegelijkertijd
zorg te dragen voor de economische en de sociale
politiek, draagt in deze abnormale tijdsomstandig
heden een bijzonder zwaren last. Het is onver
mijdelijk, dat in deze omstandigheden het econo
misch beleid in de eerste plaats zijn aandacht
vraagt en dat er n op 's Ministers departement
n in de Staten-Géneraal minder tijd beschikbaar is
voor de sociale politiek.
Vandaar ongetwijfeld, dat het wetsontwerp
betreffende de instelling van bedrijfsraden, dat
reeds 9 maanden geleden bij de Tweede Kamer
aanhangig is gemaakt, niet de aandacht heeft ge
trokken, die het verdient. Het is op het oogenblik
zelfs twijfelachtig, of dit ontwerp, dat het belang
rijkste onderdeel van 's Ministers sociale program
belichaamt, nog vóór de aanstaande verkiezingen
in. de beide kamers der Staten-Greneraal behandeld
zal kunnen worden. Is dat niet het geval, dan zal
ia. verband met die verkiezingen, de behandeling
waarschijnlijk geruimen tijd worden uitgesteld.
Het wetsontwerp, "dat de mogelijkheid opent
tot het instellen van bedrijfsraden, is de vrucht
van een langdurige en nauwkeurige overweging
van het vraagstuk der bedrijfsorganisatie.
Kort na de critieke dagen van 1918 en 1919
had Minister Aalberse bij den Hoogen Raad
van Arbeid een reeks van vraagpunten betreffende
bedrijfsorganisatie aanhangig gemaakt. In het
eerst in 1923 uitgebrachte uitvoerige antwoord
van dat college op deze vraagpunten bleek een
zeer groot verschil van gevoelen onder de ver
schillende groepen, waaruit de Hooge Raad van
Arbeid is samengesteld. Toch mocht men er in
slagen uit dezen chaos van denkbeelden n plan
op den voorgrond te brengen als het ware de
grootste gemeene deeler uit die verschillende
meeningen. Op dat plan is het wetsontwerp van
Minister Verschuur gebouwd.
Het beoogt de mogelijkheid te scheppen jn een
complex van ondernemingen, waarin dezelfde
bedrijfstak beoefend wordt een zoogenaamd
bedrijf" een bedrijfsraad in te stellen, waarin
de verschillende organisaties van ondernemers
n arbeiders, die in dat bedrijf werkzaam zijn,
in gelijke getale vertegenwoordigd zijn. Die
bedrijfsraad krijgt tot taak: de samenwerking
Van deze groepen te bevorderen, mee te werken
aan de uitvoering der sociale wetten, zoowel die
betreffende den arbeidsduur en de veiligheid, als
die, welke betrekking hebben op de sociale ver
zekering en ten slotte aan de overheidsorganen
advies uit te brengen, omtrent de wenschelijkheid
van sociale maatregelen.
Wie dit ontwerp beschouwt in den lijn der
ontwikkeling van de sociale denkbeelden in de
laatste 80 jaar, ziet aanstonds in, dat het volkomen
aansluit bij die ontwikkeling. Het is gebaseerd
op het steeds groeiend collectief overleg in de
bedrijven, waarvan zoowel de collectieve contrac
ten, die de arbeidsvoorwaarden in een dergelijk
bedrijf plegen te regelen, als de bedrij f
svereenigingen, die zich bezig houden met de uitvoering
van de Ziektewet, het product zijn.
Het ontwerp herinnert in verschillende opzichten
aan de bekende denkbeelden van den Delftschen
hoogleeraar Veraart. Maar in zooverre wijkt
het daarvan in belangrijke mate af, dat de
bedrijfstaden van Prof. Veraart een veel verder strekkende
taak hadden. Deze zouden een verordenende be
voegdheid hebben en aan het hoofd staan van een
bepaald bedrijf. De bedrijfsraden van Minister
Verschuur hebben daarentegen uitsluitend een
adviseerende functie.
In de vergadering van den Hoogen Raad van
Arbeid, waarin dit ontwerp in 1931 werd behan
deld, was de voorzitter van dat college, Dr.
Nolens, verhinderd te presideeren tengevolge
van de ziekte, die korten tijd daarna een einde zou
maken aan zijn werkzaam leven. Dr. Nolens
heeft zijn uiterste best gedaan die vergadering
bij te wonen, omdat hij er grooten prijs op zou
hebben gesteld, zooals hij mij kort voor zijn dood
heeft medegedeeld, in die vergadering te ver
klaren, dat de gedachte, waarop dit wetsontwerp
is geïnspireerd, sinds vele jaren met groot succes
in het mijnbedrijf, in de zoogenaamde contact
communie, is verwezenlijkt.
Het voorontwerp van deze wet heeft in die
vergadering van den Hoogen Raad van Arbeid
geen meerderheid verworven, tengevolge van de
bezwaren van een groot deel van de ondernemers
en van de talrijkste groep van de arbeiders, de
socialisten. Naar het oordeel van de werkgevers
tast het ontwerp te zeer de vrijheid in het bedrijf
aan en werkt het te contraliseerend. Naar het
oordeel van de socialisten gaat .het niet ver genoeg,
omdat het geen verordenende bevoegdheid toekent
aan de bedrijfsraden en aan die raden een taak
geeft ten aanzien van de arbeidsvoorwaarden
een materie, die men aan de vakvereenigingen
moet overlaten en niet ten aanzien van de regeling
van de productie en de distributie. Bovendien
achten de socialisten een wettelijke regeling van
de ondernemingsraden, waarmede zij hun ideaal
der medezeggenschap nader hopen te verwezen
lijken, urgenter, dan een regeling van de bedrijfs
raden.
Desniettemin geloof ik. dat dit dit wetsontwerp,
wanneer het in de Tweede Kamer in behandeling
komt, een groote kans maakt te worden aange
nomen.
De Minister moet niet pogen de kansen van het
wetsontwerp te vergrooten, door tegemoet te
komen aan de bezwaren van de beide groepen,
die om geheel verschillende redenen tot dusverre
hun steun aan dit ontwerp hebben onthouden.
Door eenige concessie aan een van deze beide
groepen zou hij andere groepen in de Tweede
Kamer, op wier stem hij thans naar alle waar
schijnlijkheid kan rekenen, van zich vervreemden.
Het ziet er thans naar uit, dat de
Vrijheidsbond, de socialisten en communisten, n Katho
lieke en misschien enkele Christelijk Historische
afgevaardigden hun stem aan dit wetsontwerp
zullen onthouden, doch dat de Minister overigens
op een meerderheid zal kunnen rekenen, bestaande
uit het grootste deel van de rechterzijde en de
Vrijzinnig-Democraten.
Een geweldig resultaat zal door deze wet, wan
neer zij eenmaal iri werking zal treden, niet worden
bereikt. Wie er zeer groote verwachtingen van
koesteren, zullen vrees ik worden teleurgesteld.
En de nadeelige gevolgen, die anderen er van ver
wachten, zullen vermoed ik meevallen.
Maar door dit ontwerp, dat do vrucht is van
een zorgvuldige studie van het sociale vraagstuk,
dat het juiste midden houdt tusschen de uiterste
denkbeelden en dat zich volkomen aansluit bij
de lijn der ontwikkeling, zal een bescheiden stap
worden gedaan, om de samenwerking der onder
nemers en arbeiders te bevorderen en mee te
werken aan de zoo dringend noodige decentrali
satie der sociale wetgeving.
A. O. JOSEPIIUS JITTA
Julius Röntgen
door
Constant van Wessem
Ons muziekleven had weinige zulke karakte
ristieke figuren karakteristiek zoowel naar
innerlijk als naar uiterlijk als Julius Röntgen.
die den 13den September op 77-jarigen leeftijd
is overleden. Wie kende hem niet of had hem niet
tenminste eenmaal in zijn leven gezien, op het
concertpodium of op straat, als musicus of als
particulier wat eigenlijk een pleonasme is.
want Röntgen was nimmer een particulier, hij was,
altijd een musicus, vol van muziek waar hij ging,.
stond of zat, altijd was de Muze over hem
vaardigDat romantische ras der van de
muziek-bezetenen" is vrijwel van de aarde verdwenen en Röntgen
was nog een van zijn laatste vertegenwoordigers,
te karkteristieker en opvallender door zijn een
zaamheid en waarom wij ons hem te langer ook
zullen herinneren.
Zijn muzikale afstamming hij was een
vernederlandsche Duitscher, die ook in zijn
muzikaleeigenaardigheden nimmer Nederlander werd,
deed hem voortkomen uit de periode van Brahms;
en de tijdgenoot, dien zijn grootste vereering
gold, was (irieg. de Noorsche componist, tevens.
zijn boezemvriend.
Zijn belangstelling ging wel met het werk der
na-oorlogsohe musici mee, met modernisme en
bi-tonaliteit, en hij heeft zelfs ook in dit ..genre"
als componist het een en ander beproefd, maar
dit alles diende slechts als gevarieerde uiterlijk
heid voor een diep in de romantiek wortelende in
nerlijkheid, die zich geen geweld liet aandoen.
Zelfs zijn folkloristische bewerkingen van
Oud-I Follandsche muziek maakte hij niet los
van de romantische harmoniek, die hij van
Brahms on Schumann erfde. Dit .soort ..academi
sche" bewerking van volksmuziek is nog al eens.
aangevochten geworden, en ging zeker niet met de
moderne opvattingen, die zich sedert dien hebben
doen gelden, mee.
Röntgen was musicus mot de allures van don
muzikant, hij schreef muziek on hij speelde muziek
met hot groote gemak on het hartelijke enthousi
asme van hem, voor wion het in de eerste plaats.
om do ,,Spielfreudigkeit", om hot musicoeron gaat.
Zijn muziek was nooit diepzinnig of ingewikkeld
on steeds aangenaam en welluidend, vlooiend.
vaardig. En ook de muzikale voordrager, de pianist,
dien hij lange jaren in het openbaar on tot aan het
eind van zijn leven in intiomon kring was, en zelfs
de dirigent van do allerlaatste jaren, bleven steeds
bezield door het genot, dat hijzelf vond in hot
overvloedige en enthousiast-vlotte musieeeren.
dat zoo kenmerkend voor hem was. Vooral de
concerten, die hij met don zanger Messchaert samen
gaf, zullen velen zich herinneren.
Kon. Meubeltransport-Maatschappij
DE GRUYTER & Co.
DEN HAAG
AMSTERDAM ARNHEM
INTERNATIONALE TRANSPORTEN