De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1932 24 september pagina 13

24 september 1932 – pagina 13

Dit is een ingescande tekst.

De Groene Amsterdammer van 24 September 1932 -4Maurice" van schuivende, elkaar overwazende bteinoii, van fantastisch gegroepeerde klanken, van stuwing en vaart. ... het wordt: film ! De bronzen stem der Notre-Dame slaat het morgen-uur en op het rythme der gongalagen ontwaakt Parijs. Beelden glijden voorbij, geluiden springen op het gro tesk crescendo van. een wereldstad, die zich lui uitrekt en gaapt. Een overweldigend tutti en de stilte valt plechtig over het beeld van een stroohoed, dien de heele wereld kent. ... de held is geïntroduceerd. Voort stuwt de film, langs een kleermakerswerkplaats en een feodaal kasteel, langs een wedloop dwars door Parijs en een hertenjacht ergens in de wouden van Bambouillet, langs joe lende faubourg-klantjes en onwaarschijnlijke gentiïhommes.... alles in een bonte, grillige afwisse ling en met die verrassende contrastwerking, welke alleen de camera kent. Naast het boeiende spel der beelden staat het boeiende spel der klanken. Uit het onbestemde brouhaha der wereldstad ont staat een daverende muziek uit de spreek-zang der stemmen ontstaat het chanson. Klokslagen wippen rythmisch op en neer met het snurken van een clochard. Fluisterende zinnen zweven boven slapende hoofden. Een complete hofhouding komt in een couplet van drie regels aan het woord ... .in het kort: een snelle, bonte, brillante werve ling van beelden en klanken, gevormd tot iets nieuws en oorspronkelijks, dat slechts in de verte verband houdt met het begrip: operette. Zoo werd deze film een der beste, die Chevalier ooit maakte omdat het niet de film is van Chevalier .maar van Mamoulian. En van de com ponisten. Want de muziek is opmerkelijk goed en bijwijlen verrassend geestig: Mendelssohn's Fr hlingslied" verandert in een kostelijke, vette fagotparodie als het portret van een stokouden minnaar op de proppen komt een (Ja ira !" in voor zichtig vertraagd tempo begeleidt den aarzelenden kasteelbestonner naar de trappen van het adellijke bordes en verzinkt geïntimideerd in het statige menuet uit Don Juan", wanneer hij tusschen de rococo-ornamenten van het interieur be landt. ... Inderdaad een souverein spel met camera en geluidsband.... een voortreffelijke film ! ;:N .r, UW RESTAURANT: CHAMPAGNE KRUG&CO REIMS IN KWALITEIT AAN DE SPITs! Tentoonstellingen Kennemer Kunstenaars Kring, Hotel De Prins, Velgen. Wie thans de pont bij Velsen nadert vindt boven den weg een doek gespannen, dat hem met de woorden ,,Kvmstweek K.K.K." en een pijl naar het nabijgelegen Hotel De Prins verwijst. De geheimzinnige drie K's doen eerst denken aan een of ander geheimzinnig genootschap of aan een hypermoderne kunst-richting. Ku-KluxKan? Een als Ka-Ka-Ka, herleefd Da-Da? Niets van dit alles ! Eenvoudig: Kennemer Kunste naars Kring, een soort broederschap van in de bollenstreek wonende beeldende kunstenaren, ar chitecten, litteratoren en musici, die onlangs gesloten werd en die met een schilderijententoon stelling, benevens litteraire en muzikale avonden. haar eerste levensteekenen geeft. De kunstenaars die elkaar hier gevonden hebben treden niet voor het voetlicht met een of ander program, zij spreken niet van de kunst van dezen tijd. of van die vana'le tijden, noch ook bedrijven zij een speciaal soort ,,isme". Zij zoeken blijkbaar geen andere recht vaardiging voor hun gemeenschappelijk optreden dan gelegen is in de vreugde der saamhoorigheid, die de zonen en dochteren van onderscheidene Muzen soms in een familiefeest vereent. Het is meestal een kortstondig feest; de familieband der kunst kan nog minder tegen een stootje dan welke familieband ook. . . . Maar laat ons niet als kwade fee met sombere voorspellingen optreden en slechts constateeren dat in alle geval die vreugde er thans is en de jonge broederschap voorloopig een levens lust toont die weldadig aandoet en die zij op veler lei sympathieke wijzen demonstreert. Zoo valt er, om een voorbeeld te noemen, te wijzen op een boek je, mede op deze tentoonstelling te verkrijgen, waarin Kennenner artisten van verschillende professie proeven van hun talent afleggen. Het is gevuld met serieuse en minder serieuse teeken krabbels, met fragmenten van muzikale compo sities, met wijze en onwijze kwatrijnen en werd door enkele leden zelf doormiddel van een soort cliché-verre procédévervaardigd. Komt Kaninefaten en Belzen, O. laat ons elkander omhelzen Nu de Kring exposeert En de Kunst weer floreert In ,,de Prins" bij het pontje van Velzen zingt" een der broederschaps-leden in een Limmerick.. . . Het is jammer zulk een stemming, die we, vooral in deze duistere en met zoovele zwaar wichtige (kunst)problemen worstelende tijden, misschien meer nog dan anders waardeeren, te breken met min of meer diepgaande beschouwingen over het werk van alle de 21 schilders en teekenaars die hier exposeeren. Het noemen" van bepaalde werken heeft in dit opzicht ook bezwaren. Nochtans noem ik van het werk van ouderen en (of) reeds buiten Kennemerland min of meer bekende schil ders: twee olieverfstukken van H. F. Boot, een Bloeiende Cactus en een groot stilleven met Apollobuste (in een verloren atelierhoek op den grond geplaatst) waarin hij zijn bekende gosde qualiteiten als colorist demonstreert, evenals hij dat doet in zijn aquarel van een Spaansche danseres, die echter plastisch niet a1 te sterk is; een (min of -meer zakelijk geschilderd landschap, en een appel stilleven van Henriet, die evenwel blij ven onder het dosk dat van Lier op zijn recente zomertentoonstelling van hem exposeerde, zóó dat men ook nu nog niet den schilder Henriet even hoog kan waardeeren als den teekenaar en graficus Henriet (de laatste vindt men hier, met in hoofd zaak reeds bekende werken, óók). Twee werken van Gerard Sluijter een Parijsch stadsgezicht en een Hofje te Santpoort, het eerste met sterke donkere rooden, blauwen en bruinen, op zijn bekende vierkante manier" gecomponeerd, het tweede meer fantastisch, met romantische kleur- vlagen gedaan. Twee groenten en vruchten stillevens van Otto B. de Kat, met goede qualiteiten in de kleur. |^ Bij het werk der jongeren komt men evenmin voor plotselinge openbaringen te staan. Zelfs niet voor iet of wat wonderlijke eigen/.innige experitenten, die men op een tentoonstelling als deze eigenlijk verwachten kon en in zeker opzicht ook nog liever had gezien dan de vage, dikwijls iet of wat verdofte en soms ook wat verburgerlijkte" spiegelingen van het oeuvre van een van Gogh, een Picasso of een anderen voorganger, die men hier te aanschouwen krijgt. Hier en daar zijn zeer zeker beloften", di? zich dan bescheiden aan kondigen ials voorbeeld zij een goed decoratieve bloemencompositie van J. Michel genoemd, be schaafd en tegelijk sterk van kleur en dat tevens een element inhoudt van het soort van fantasie waarin b.v. Herman Kruijder groot kan zijn). Maurice Chevalier in Love me to night" In het algemeen gesproken een tentoonstelling die niet opleeft tot de vitale feestelijke stemming die de K.K.K. bezielt. Als merkwaardigheid zij tenslotte vermeld, dat bij deze Kennemers het symbool van het Kennemer-land het bloembollenveld s.lechts op n doek verschijnt. En dan nog. . . . Daarentegen is de appel" sterk favoriet. zooals zij dat in een vroegere periode voor dat de visch" het weid ! óók al eens geweest is. A. E. VAN DEN TOL Nieuwe uitgaven Nummers, door Willy Corsari. H. P. Leopold's U. M. Den Haafj 1932. Wij zitten in Nederland het is een gemeen plaats het te zeggen nog altijd midden in de litteratuur, die het Hollandsch binnenhuisje" in zijn vele verschillende schakeeringen-van-stemmingen (al die kamers met theetafels hebben nietteminde burgerlijkheid en derzelver peillooze verve lingen gemeen) tot onderwerp heeft. De recensent krijgt zooveel dikke romans op zijn tafel geworpen, die, zij het van verschillenden vorm, toch allen van een zelfde grenzenlooze onbelangrijkheid, larmoyante zouteloosheid en stroopachtige traagheid zijn, dat men het hem niet euvel mag duiden, als hij ook eens een boek voor zijn pleizier leest. Dat deed ik dezer dagen met Kastners Fabian". Het ligt niet op mijn weg, dat boek hier te bespreken. Ik moge alleen zeggen dat het een geweldig boekvan-heden is van 1932, en dat toen ik het in toomelooze vaart had Misgelezen (het is zelf totbóefc-gestólde-vaart, immers) de verzuchting kwam: waarom zijn wij in Nederland nog altijd vijftig jaar achter? Toen zette de recensent zich aan zijn werk" en achter de stapel lectuur van, vóór en over dames vrouwen" zou een eeretitel n een leugen zijn die op lezen en bespreken lag te wachten. De eerste, geheel willekeurige, greep was naar Willy Corsari's Nummers". Na eenige bladzijden lezens was er verwondering, toen: geboeidheid en nu de lectuur beëindigd is: blijde verrassing. Men versta mij wel: dit boek staat even ver van Fabian als Famke van Van der Velde en zelfs na dert het in menschelijkheid en zuiverheid van con ceptie nog bij-lange na niet het eenige goede Nederlandsche vrouwen"boek van de laatste jaren: Twee meisjes en ik". Maar, het is in waarheid: een belofte; in tempo: modern; in conceptie: gén theetafel-gedrein. Ik vind Nummers" heelemaal niet een gebeurtenis" en óók niet een boek-omgelukkig-mee-te-zijn. Het is wel zuiver, helder, eerlijk, hard en snel. En daarom is het vooral: een belofte om verheugd mee te zijn. Een belofte, die zegt: misschien is Willy Corsari de vrouw, die met een sprong over alle bonbonnières en schalen met koekjes heen ons eens bij den kraag zal grij pen en heen en weer zal schudden en zeggen zal: al uwe en mijne en hunne hebbelijkheidjes en zieltjes zijn volslagen nietigheid, alleen het rhyth me van dezen onpersoonlijken tijd is de moeite waard om er de adem voor in te houden en het hart te doen slaan !" De schrijfster van het r/oede boek Nummers" zal misschien ns het ware boek schrijven. Als wij van n Nederlandsche schrijfster nu eens een boek mogen verwachten, dan is dat: Willy Corsari. E. ELIAS

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl