Historisch Archief 1877-1940
It'
Een verzoeningsfeest op Borneo
Be aangekleed e Chlmpacs
emsclienvoet
Qeruinaett tijd na het afloopen
onzer plantage, waarbij van weers
kanten geduchte klappen vielen, was
de verstandhouding tusschen ons en
de kampongbevolking nog steeds
verre van goed te noemen. Met 't oog
op het spoedig rijpen van den tabaks
oogst, waarbij extra werkkrachten voor
den bladpluk onmisbaar waren, be
sloten wij, een Salamatan (verzoe
ningsfeest) aan te richten en de kam
pongbevolking hiertoe te gaan
uitnoodigen. Daartoe gingen wij naar
een op de grens onzer onderneming
gelegen kampong, waar toevallig juist
feest was.
Na het doel onzer komst medege
deeld te hebben, en de invitatie
onder algemeene instemming was aan
genomen, werden wij verzocht het
festijn met onze tegenwoordigheid te
willen vereeren wat ter wille van de
goede zaak niet mocht worden afge
slagen.
Vooraleer de op palen gebouwde
woning betreden kon worden, moest
men een schuin geplaatsten boomstam
van inkepingen voorzien, beklimmen,
die als trap dienst deed en welke
toegang gaf tot een groot platvorm,
waar het Kamponghoofd ons onder
veel strijkages hartelijk verwelkomde.
door J. Crook
*
* *
Zelden ontmoetten wij een idioter
type van een Ridder van de droevige
figuur" dan dit medeschepsel en wij
hadden moeite niet in lachen uit te
barsten, daar het voor ons zaak was,
althans in bijzijn van zijn onderdanen,
't' decorum te bewaren.
Om nu eens recht chic en indruk
wekkend voor den dag te komen,
had onze Prins, (jawel, hij was van
adel) zich in zijn beste gala bullen
gestoken, en geurde niet weinig met
zijn, jammer genoeg, veel te nauwe
verkleurde roode jacket, met glimmen
de koperen knoopen, welke op zijn
naakte body gedragen en met touw
tjes dichtgesnoerd, hem bepaald flat
teerde. Verder bestond zijn plunje uit
een smalle strook inlandsch weefsel
die om zijn lendenen gegord, tusschen
de beenen doorgehaald en van achter
bevestigd, als pantalon dienst deed
en waaronder zijn magere beentjes
zoo zielig en. als een paar stelten te
voorschijn kwamen.
Als hoofddeksel droeg onze gast
heer een afgedragen controleurspet
met een goudgalonnen band, waarop
een ronde scheerspiegel was
bevesttigd en waaruit zijn ongekamde haren
bij boschjes te voorschijn kwamen.
Als finishing touch was zijn borst
versierd met een nikkel pandekseltje,
aldus het onvervalschte beeld toonende
van een toegetakelde Chimpansé.
Direct na de officieele begroeting
werden wij uitgenoodigd aan 't welzijn
der bevolking een dronk te wijden,
tot welk doel een flink aantal groote
vaten met toewak de Indische
palmwijn gevuld, langs de wanden
van het huis waren neergezet.
Deze geliefde drank met een kleur
van verdunde melk en een nare
rooksmaak, welke wij middels een rietje
opzogen, smaakte ongeveer als een
mengsel van rinsch klapperwater
waarin opgelost Zwitsersche kaas en
bruine suiker, en die bij ons al direct na
't gebruik, 't gevoel van een hevige
aanval van zeeziekte verwekte.
Vele van de gasten waren reeds
beJonge vrouvTop Borneo
neveld, ja enkele zelfs bewusteloos
geraakt, waartoe het schoone ge
slacht niet weinig had bijgedragen.
Deze charmante Delila's, want die
zijn er zeer zeker onder, beijverden
zich, door misbruik van hare bekoor
lijkheden te maken, hun slachtoffers
tot drinken te verlokken, jazelf fami
lieleden of minnaars ontkwamen niet
aan hun liefkozingen, of verwijten
vooraleer ze dronken tegen de vlakte
lagen.
Zoo zagen we een beeldschoon
meisje van ongeveer vijftien jaar
verleidelijk naast een grooten kerel
met een eenvoudig gelaat en eerlijke
oogen pla?jts nemen, hem vleiende op
hare gezondheid te drinken uit een
groote kom, die zij zoo leng aan zijn
lippen bracht, totdat hij ten slotte
geheel beschonken achterover op den
grond viel.
Na dit bevredigend resultaat ver
kregen te hebben, ging zijn plaagster,
die zooals ik vernam, met hem ver
loofd was, schaterlachend ha"r even
ondeugende vriendinnen halen, om on
der luid gejuich den overwonnen min
naar te bespotten.
Wanneer bij de vrouwen en meisjes
de vleierijen, honingzoete woordjes en
liefkozingen tevergeefsch waren, be
proefden zij hoever zij het zouden
kunnen brengen met de jonge lieden
belachelijk te maken en daar wp^ar
hare fleemorijen schipbreuk leden,
slaagden zij dikwijls met haar bijtende
spot....
Toch is het een feit. dat de M oeroets
tot een matig ras behooren, wanneer
zij slechts niet door deze duivelinnen
tot drinken worden overgehaald. De
betolnoot neemt bij hen de plaats in
van de verdoovende dranken.
Om ons een genoegen te doen,
werden er eeriiji'e oorlogsdanson ten
beste gegeven, welke onder het helsch
lawaai der gongs en tamtams, het
snerpend o<«-verscheurend geschetter
der trompetten werden begeleidden
dit alles nog overstemd door het
broehaha der reeds opgewonden me
nigte.
Dit was nog slechts een begin van
de jool, straks zouden wij gewaar
worden, in een pandemonium te zijn
aangeland. Kort na aankomst van
een paar opperhoofden uit de naburige
Kampongs brak de waanzin op zijn
hevigst los.
Pangeran Alie was wel zoo vrien
delijk om er op te wijzen, dat alles
slechts een vertooning was en wij
straks den aanval niet in de letter
lijke beteekenis moesten opvatten,
waarmede wij het overigens volkomen
met hem eens waren. De dansers
met hunne bloedroode monden
veroorzaakt door het kauwen van
de betelnoot stooten verwoede
kreten uit, terwijl hun oogen met
ongewonen glans schitterden en het
zweet hun langs het lichaam gutste. ?
De bewegingen en kreten werden
steeds heviger, zoodat wij op het laatst
zelf in de opgewondenheid begonnen
te deelen.
Als wervelwinden stoven zij al
paradeerende met de blanke vlijm
scherpe wapens in de hand door elkaar
tot er, op een teeken van het Kam
ponghoofd, door alle verzamelden een
afschuwelijke en doordringende
oorlogskreet werd uitgestooten, waarop
het tumult op slag verstomde en een
doodsche stilte intrad.
P-nkele lieden, die door over
spanning in elkaar waren gezakt,
werden weggedragen "Wij, naar adem
snakkende, waren blijde dat een
einde, aan dit spel was gekomen,
alhoewel wij het als ethnographisch
object niet gaarne gemist hadden.
* *
*
f Intusschen waren de gerechten voor
het feestmaal reeds opgedragen en
op langwerpige rottanmatten op den
grond geplaatst. Hieraan plaatsten
zich de deelnemers van wien de meeste
hun eigen zitmatje hadden medege
bracht. Alhoewel de rijst slechts op
gewone stukken pisangblad. die als
borden dienst deden, werd geserveerd,
scheen desondanks de eetlust van de
gasten er niet minder om te zijn.
Ook wij ofschoon met tegenzin,
daa.r de Moeroetsche gerechten ons
al op het oog niet konden bekoren
zetten ons aan den disch, voornamelijk
ter wille van het door ons gestelde
doel. Onverdeeld genieten deden wij nu
beslist niet, daar visch en vleesch
door deze stammen bij voorkeur
adellijk verorberd worden en de eieren
zwart van ouderdom door hen be
schouwd worden als een bijzondere
versnapering. Gebraden vogels half
geplukt met de darmen erbij evenals
malsche. vette ratten worden een
voudig in stukken gescheurd en gulzig
naar binnen gewerkt. Bij al dit
heerlijks kwam ten slotte de doerian,
een vrucht welks geur een oningewijde
overhaast de vlucht doet nemen, in
de verbeelding er ergens in de buurt
een beerput gebarsten is. En toch,
wanneer men zijn tegenzin overwon
nen en deze vrucht eenmaal geproefd
heeft,wordt m<>n meestal een hartstoch
telijk doerianeter; het geeft een nieu
we sensatie en brengt in het minst
geen walging teweeg. Integendeel, het
is een exquis gerecht.
Nadat allen verzadigd waren en
de feestvreugde in vollen gang was, trad
ei- op een gegeven oogenblik een rij
vrouwen uit het huis op het platvorm
te voorschijn, allen slechts gekleed
met een rokje van eeiiige decimeters
lengte.
(Slot op pag. 18)