Historisch Archief 1877-1940
Dramatische kroniek
door Henrik Scholte
,.l.iefde Inden S ovj et-staat"'
i n het Rika Hopper Theater.
Polgar, die Katajew's roman van de twee geluk
zalige gauwdieven onder den titel Defra.udanten"
voor het tooneel bewerkte, schreef eens van blij
spelen, wier diepte aan de oppervlakte ligt en wier
water zoo helder is, dat de toeschouwer de psycho
logische stekelbaarsjes met de hand kan vangen.
Tevele menschen meeneu nog (en daarin is ook ons
publiek wel zeer germaaiisch), dat alleen troebele
"wateren diep zijn.
Katajew's eigen comedie, die hier ..Liefde in den
Sovjet-staaf'heet, maar in de Duitsche versie veel
aardiger Die Quadratur des Kreises", is zoo blij
moedig en argeloos, dat zij zich bijna voor mario
netten zou leenen. En toch werd er met den
een^oud van een geboren ironicus. die alleen maar
geestig is als hij om der wille van den ernst en niet
van den geest iets zeggen wil, wel nimmer juistere
critiek geleverd op een leerstellig communisme,
dan in deze huwelijkscomedie, die de Sowjets
niettemin zoo geslaagd vonden, dat zij haar ge
amuseerd het.?imprimatur" meegaven. Sindsdien
werd zij echter niet een Russisch, maar wel vooral
een Parijsch succes.
Katajew heeft van Shaw geleerd, dat men een
situatie volkomen kunstmatig en zelfs dwaas in
elkaar kan zetten om er dan toch zooveel waarlijk
leven in te gieten, dat men de wereld om zich heen
ineens weer een kwart slag duidelijker en directer
jn het gezicht ziet. Gesteld dus, zegt Katajew, dat
ik de marxistische moraal eens illustreer aan een
casus, die ik heelemaal buiten de werkelijkheid
om opwerp, dan kan ik toch, en juist, zoozeer
lachende de waarheid zeggen, dat tien tragedies
van menschen die zichvde haren uittrekken omdat
zij graag kruiselings getrouwd zouden willen zijn,
daarmee overbodig worden.
Ik, Katajew, trek namelijk een krijtstreep dwars
over een armoedig zolderkamertje. Ik laat achter
eenvolgens vier menschen die ontzettende ..bur
gerlijke" en in alle proletarische oogen
verdoemenswaardige plicht vervullen om naar het stadhuis te
gaan en daar te verklaren, dat zij eens van zin.
eens van karakter, eens van klasse zijn en bovendien
het hoogstnoodzakelijke ,.arbeidscontact" hebben.
Dan zijn die menschen dus getrouwd. Dan komen
die menschen vol goede voornemens op het ka
mertje nummero negen, waar zij wel in vreugde en
eendracht in de communistische leer groot zullen
worden. Dan moet immers alles kloppen? Net
zoo kloppen, als, laten wij zeggen, de koek van de
huisvrouw, die het recept door de radio van boter
tot suiker gevolgd had en toen de stem des meesters
afscheid nam, moest ontdekken, dat zij het gas had
vergeten aan tésteken.
Dat gas is hier dat kleine beetje liefde, dat in den
cathechismus uit kracht der revolutionaire idee
niet werd opgenomen, het venijnige duiveltje van
het persoonlijke beschikkingsrecht, ook wel eigen
dom genaamd, dat in de universeele leer niet past.
Bousseau sprak van den misdaad van den eersten
man, die een stuk zwarte aarde afpaalde en zeide
Dat is mijn". De krijtstreep van Katajew is de
misdaad van Rousseau. In het kamertje voltrekt
zich de wereld zooals zij reilde en zeilde tot op den
huidigen dag en zooals geen revolutie haar met n
slag kan vernielen. Langzaam dwalen de oogen af,
de goedige vetzak Petja leest niet meer de boeken
over maatschappijleer samen met de van alle
beste, brave, harde, zelfverloochenende en andere
Leger des Heils-voornemens bezielde Tanja, maar
eet over de krijtstreep een coteletje bij Ludmilla,
die als niet-georganiseerde kameraad begonnen
was met haar deel van het kamertje
allerburgerlijkst in te richten met een kleedje hier en een
portretje daar. En Wasja, de jonge, enthousiaste en
veel te serieuze zoeker, vindt Tanja weer, tusschen
stof en boeken, tusschen propaganda en maat
schappelijk werk. Het gaat niet om het
voor-oftegen te betoogen. Katajew zou een wit-Rus
kunnen zijn zoo goed als een behoorlijk Marxist.
Men wordt omtrent zijn politieke richting niet
wijzer, maar hij maakt u veel wijzer omtrent iets
dat buiten en boven de partijen staat. Hij is waar
schijnlijk geen van beiden, hij is slechts een dichter,
die met een dialoog van geraffineerden eenvoud
(ironischer en inniger dan die van Jonge Liefde",
waaraan deze geheele. door structuur tot bloeiend
leven gekomen comedie sterk doet denken) een
gelijkenis tot waarheid maakt in een vaudeville
des moeurs", zooals er te weinig helaas geschreven
Liefde in den Sovjet-Staat
Van links naar rechts op den voorgrond: Frits van Dijk, Petronetta Hosan±
Cor Hermus, Hans van Meerten, Jan Teulings en Ank van der Moer
worden. Hij doet het met een scherpte, die bijna
realistisch wordt, zij het van een heel ander, minder
exact en naakt realisme dan de schrijver van Bett
und Sofa", waar hetzelfde sovjethuwelijkjeen
onoplosbaar en tenslotte doorgehakt drama werd
en een zielsstudie, die hier scherper door een
paradox vervangen kon worden. Hij schept een
dialoog, die in de eerste vijf minuten een heldere
en terstond amuseerende situatie met volmaakt
raffinement in elkaar gezet heeft, hij schrijft een
stuk, waarvan de innig-amusante charme u niet
meer verlaat, alvorens 7.eer speelsch en bijna als in
een oud-Russisch ballet de speeldoos tinkelend kan
worden opgeborgen .... Vier namen worden ge
fluisterd in het duister. Wie hoort bij wie, wat is
liefde, als het dan toch niet een sociaal vooroor
deel is?
Boeiend en zuiver werd de vertooning van deze
comedie. die niet elk verkeerd of te zwaar geplaatst
accent verknoeid had kunnen worden. Door de vele
voetangels en klemmen en de natuurlijke zwarig
heden van ons geestelijk climaat zoo meesterlijk te
omzeilen heeft de regie van Cor Hermus deze ver
tooning reeds gered. Het is waar, dat zij nog voller
en rijper kon zijn op sommige punten, maar zoo
ooit, dan geloof ik dat hier een zeker
ingespeeldraken waarvoor ik van harte hoop. dat het
publiek dit ensemble tijd en gelegenheid geeft de
geringe oneffenheden kan aanzuiveren. Als Kata
jew zich permitteert om met een blijden glimlach
wijs te zijn en boven de partijen te staan met het
recht van den vergevenden dichter en niet met de
bewuste eenzijdigheid van den betooger
voor-oftegen, dan riskeert hij natuurlijk, dat hij van beide
kanten de klappen krijgt : het is teveel of het is niet
genoeg. De benepen burger zal allicht deze ver
tooning wat vrij en lichtelijk lichtzinnig vinden.
De tenslotte even benepen en vooral ook even
burgerlijke partijganger a tort et a travers verdraagt
den lachenden spot natuurlijk evenmin. Ter weers
zijden staan heilige huisjes en een stuursch publiek
zal zich niet makkelijk aan zulk een zacht en
supérieur lachende ironie gewonnen geven.
De vertooning zocht het overigens daarnaast
met recht nog al eens in de groteske, die alle
Russische humor aankleeft. Het is geen psycholo
gisch kamertooneel, er waait een sfeer van grillige
windvlagen doorheen. Hoe prachtig werd dat hier
op het tooneel gedaan, dat opzweepen tot een
krijgsdans en een duel op de sabel van de beide
mannen, terwijl de vrouwen terzijde hun vrouwe
lijke plicht deden en elkaar snikkend om vergeving
en zwelgend in hun smart om de zusterhals vielen.
Hoe zuiver was ook de uitbundig uit te beelden
humor van binnenstormende kameraden, die in
onvermijdelijk spreekkoor den lof van het roode
huwelijk zingen op het oogenbük. dat alles juist
ontredderd is en dan overgaan tot een
alleratavistische Blaue Vogel"-canon, waarvan Hans
van Meerten als de zatte dichter en klaplooper de
schilderachtige voorzanger was. De averechtsche
echtparen werden gespeeld door Ank van der
Moer, met een diepe en bijna al te bewust geworden
voorkeur tot het uitspelen van elk gebaar, dat op
zichzelf vaak ontroerend van juistheid was; door
Maria Sternheim. een debuut en een sterk hoop
gevend debuut om de zuivere accenten en de
geacheveerdheid van uitbeelding; door Frits van
Dijk, intelligent en gevoe'i». en door Jan Teulings.
die boersch en eenvoudig, misschien het simpelste,
maar niet het onvermakelijkste karakter van de
vier te spelen had. Er was nog een droogkomieke
en bemiddelende jeugdleider, een soort
partijsheriff met welwi'lende autoriteit, gespeeld door
Cor liermus en een duister beest aan het begin
van Manjoe Jager. De vondst van de steeds weer
omvallende fiets, waaraan alle menschen die dit
wankele mansardentrapje kwamen opstrompelen,
hun broek scheurden en hun enkel verstuikten, het
ik bewonderd. Zij gaf die innig-amusante noot aan
het geheel, die aan stuk en vertooning beiden zoo
verkwikkend past.
Nieuwe Uitgaven
Alie. van Wijhe?Smediny. Oude Kennissen.
Nijgh en van Ditmar. N.V. Rotterdam
1932.
De beschroomde bekentenis ga vooraf: dit is
het eerste boek van mevrouw van Wijhe, dat ik
gelezen heb. Er was een zeken? tegenzin, ontstaan
door de uitlatingen van een bejaarde dame. door
de banden des bloeds aan mij verknocht, die na
zes keeren De Zondaar gelezen te hebben, tachtig
maal haar afgrijzen over de verwording van dezen
tijd had -uitgesproken (Ach, kende zij de Pransche
taal, hoe pa?,rne had ik haar de onvolprezen
Mémoires van Panny Hill, fille de joie, geleend!)
De Oude Kennissen wa,ren voor mij dus een
kennismaking en ik ben niet in staat te beoordeelen
of mevrouw Smeding een cijfertje meer of minder
op haar letterkundige rapport verdient. Ik zou
zeggen: zij krijgt een zeven-plusje. En voor vlijt
een tien. Want zij kun schrijven. Het métier
verstaat zij door en door. En de meisjes uit haar
klas: Jo en Mien en Ina zijn niet zoo knap als zij.
Ik bedoel dat ik mevrouw van Wijhe, nu ik voor
het eerst een harer boeken heb gelezen, een knappe
schrijfster vind. die zelfs een meesteresse is op het
gebied der milieu-schildering, die menschen weet
te zetten in hun sfeer en dingen in de sfeer der
merschen. Zulk een boek op een stillen Zondag
avond te lezen schenkt een rustig en ook wel
zuiver genoegen. Ge staat er moe naast de
brandir.g des levens. Het doet wel eens goeil oude
kennissen te oiitn'.oeten.
E. E LI AS