Historisch Archief 1877-1940
DE GROENE AMSTERDAMMER
M
Weekblad voor Nederland
Onder hoofdredactie van A. C. Josephus Jitta
Redacteuren: L. J. Jordaan, F. G. Scheltema en M. Kann. Secretaris der redactie: G. F. v. Dam
Keizersgracht 355, Amsterdam C. - Telefoon 37964 - Postgiro 72880 - Gem. Giro G. 1000
Opgericht in 1877
No. 2887
Zaterdag l October 1932
Smijt niet met deuren!
De Fransch-Duitsehe verhouding
in het ontwapeningsvraagstuk
Zoo langzamerhand worden de gewone
Volkenbondsvergaderingen te Genève minder belangrijk.
Den toeschouwenden journalist, die verleden jaar
waagde op te merken, dat de nieuwsgierigheid van
het publiek al merkbaar gezonken was en dat het
aantal aanvragen voor kaarten op bezoekers- of
perstribune toch ditmaal nu eens niet grooter
?scheen dan het aantal beschikbare plaatsen, werd
met minachtend gebaar geantwoord dat zooiets
niet mogelijk" was. Want in tegenstelling met
het spreekwoordelijke hoe dichter bij Rome", is
hier alles wat aan en om den Volkenbond dwarrelt
fervent internationalistisch en de voorzichtigst
ingekleede opmerking omtrent Genève's slinkende
populariteit, gold op zijn minst voor zoo iets als
verraad aan de gemeene zaak.
En nu is er geen houden meer aan. Tijdens de
debatten van de Assemblee zou men op de publieke
tribunes een kegelbaan kunnen openen en de
banken der journalistiek-van-vijf-werelddeelen zijn
voor geen tien percent bezet.
Hoe komt dat? Door een samenloop van
oor'zaken. Om te beginnen is de stemming werkelijk
pessimistisch. En pessimistisch niet alleen neen,
«rger. Zoo hier en daar hoort men zelfs in verant
woordelijke kringen de opmerking, dat het met den
Volkenbond niets gedaan is, dat er van de ontwa
pening wel nooit iets terecht zal komen en dat
men beter deed de heele komedie op te geven.
Maai» wat dan? Terug naar den toestand van
vóór den oorlog? Pure waanzin. Want dat
beteekent letterlijk en dadelijk: oorlog. Neen, de wereld
draait niet achteruit. En als er n spreekwoord
verkeerd is (en zijn ze dat niet bijna allemaal?)
dan is dat dit, dat de geschiedenis zich zou her
halen. Want de historie herhaalt zich nooit. Tel
kens doen zich weer nieuwe en moeilijker vraag
stukken voor en het gaat er maar om, een geschikte
?oplossing te vinden.
Zoo zijn er op dit oogenblik twee vraagstukken
die vóór alle andere actueel zijn: de ontwapening
<(of liever, de reglementeering en vermindering der
bewapeningen) en de economische ontwapening,
het weer terugbrengen van 's werelds huishoude
lijk bestel in 't oude spoor. De oplossing van deze
twee vraagstukken staat daarom zoozeer op den
voorgrond, omdat een werkelijk conjunctuur-her
stel alleen daar van afhangt. Zoo wordt zelfs een
?zoo ernstig conflict als de Mandsjoerijsche kwestie
?op den achtergrond gedrongen.
Intusschen hebben deze twee allesbeheerschende
aangelegenheden, de ontwapening en het econo
mische vraagstuk, hun eigen conferenties, com
missies, rapporten, rapporteurs en voorbereidingen
?zoodat de Assemblee deze zaken op dit oogenblik
ter zijde laat en zoodoende in belangrijkheid de
"vergaderingen evenaart van de volksvertegen
woordiging van het kanton Genève.
Maar ligt hierin niet iets dood-natuurlijks ?
Waarom moet iedere Assemblee even sensationeel
zijn als ten tijde van Briand en de zoo vluchtige
Fransch-Duitsche verzoening? Het ligt immers
voor de hand, dat gewichtige vragen worden afge
handeld in vakkundige commissies of speciaal
daartoe bijeengeroepen conferenties. Ook wanneer
neen, juist wanneer er geen vuiltje aan de lucht
zou zijn, dan zou de publieke belangstelling in de
jaarlijksche openingszittingen van den Volkenbond
zienderoogen verminderen. Want het kan niet
anders of langzamerhand krijgt de plechtige
Septemberzitting het karakter van een opening van
de Staten-Generaal.
Maar met dat al valt het niet te loochenen, dat
de stemming rond weg pessimistisch is. Druilerig
om een vergelijking met het weer te maken. En
men doet juist, die druilerige stemming niet toe
te schrijven aan den regen die hier al dagen lang
uit de lucht valt maar aan de Duitschers, die
weliswaar hartgrondige en oprechte pogingen doen
om hun eigen lot en dat van Europa te verbeteren,
maar dat alweer met zooveel lawaai en zoo weinig
tact ondernemen, dat zij het succes van hun poli
tiek reeds bij voorbaat hoogst twijfelachtig hebben
gemaakt. Hun kategorische weigering om verder
aan de ontwapeningsconferentie mee te doen,
zoolang voor hen niet een groote mate van gelijk
stelling wordt erkend, heeft een even hardnekkige
houding aan de overzijde van de groene tafel ten
gevolge gehad. D.w.z. even hardnekkig en stellig
in tactiek, maar goddank niet even koppig inzake
de te behandelen materie.
Vlak voordat Herriot naar Genève toog, ant
woordde hij Duitschland in zijn beroemd geworden
Zondagsrede. Die redevoering is veelal, zelfs in
Volkensbondskringen, verkeerd beoordeeld. Die
rede was óók kategorisch. Niet scherp, maar stellig
van toon. Maar wanneer men de zaak op den keper
beschouwt, ziet men dat Herriot de deur niet dicht
gegooid heeft. Hij heeft haar zelfs heel duidelijk
open laten staan en gezegd, dat er wel degelijk te
praten valt, maar dan op n voorwaarde: er
moeten garanties geschapen worden voor de
Fransche veiligheid. Welke garanties daar is niet
van gerept. Ook hier in Genève nog niet door
Herriot in zijn rede van vandaag. Boven
dien: Duitschland wil iets. Welnu, laat het Duit
sche Rijk dan met bepaalde voorstellen komen en
niet met theoretische constructie's, die zoo slecht
in elkaar zitten dat Frankrijk daarover kon zwij
gen en het aan Engeland en Amerika kon overlaten
den heeren te Berlijn op de vingers te tikken.
Hier te Genève heeft dat alles tot een eigenaar
dige situatie aanleiding gegeven. Aan beide kanten
wacht men wie van de andere partij het eerst
dezen" kant te spreken zal vragen.
Zoo is het duidelijk, dat er op dit oogenblik (de
economische conferentie komt in November bijeen)
maar n middelpunt is, waarom alle gedachten,
alle pogingen, alle onderhandelingen, hun banen
beschrijven. En dat centrum is: de Fransch-Duit
sche verhouding in het . ontwapeningsvraagstuk.
Die onderlinge verhouding moet eerst geregeld
worden. Blijft die zooals nu, dan heeft Europa
daar zeer zeker geen voordeel bij en Duitschland
geen vrede mee. Bewapenen zich beide dan is
het leed niet te overzien. Gevaarlijker lading zou
in n schip nooit gestuwd zijn en een onafwend
bare explosie zou ons aller ondergang tot gevolg
hebben.
Maar dat wenscht men ook niet. Zelfs niet in
Inhoud:
1. Mr. M. Ka"", Smijt niet met de deur!
2. O. J. W. Putman Cramer, Indië's nood.
3. L. J. Jordaan, Duitsche contingenteering.
4. Melis Stoke, Vliegende families, teekeningen
Harmsen van Beek.
5. Mr. F. Coenen, Begripsverwarring B. van
Vlijmen, Herriot-von Papen H. J. Peppink,
Larensch verkeersdrama.
6. Dr. R. Feenstra, O, die a-moreele politiek!
7. Dr. Jac. P. Thijsse, lepenziekte.
9. Alma Somers-Schianon, Venetiaansch glas.
10?11. L. J. Jordaan, Bioscopy.
12. Mr. H. Scholte, Dramatische kroniek.
13. A. Plasschaert, Schilderkunst.
15. C. A. Klaasse, Conversie otaatsschulden.
16. C. K , Beursspiegel Spelproblemen.
17. K. Araguez, Puimsteen, teekeningen door Doeve.
18. L. J. van Looi, Electrische waakhonden.
19. Uit het kladschrift van Jantje Alida
Zevenboom, Croquante croquetjes.
20. Letterraadsel Charivarium.
Viooltjes
Voortreffelijke
chocolade in den
vorm van viooltjes.
Een specialiteit.
RINGER5
Let op den naam f
Duitschland. De Duitschers zijn een beetje luid
ruchtig geweest, nu ook in hun buitenlandsche
politiek. Ze hebben ruzie gemaakt en met de deur
gesmeten, zooals iedereen wel eens doet die in een
twistgesprek driftig de kamer uitloopt. Zooiets moet
je eigenlijk niet doen, dat is gevaarlijk. Want een
ander kan die nijdig dichtgesmeten deur wel eens
beschouwen als voor goed gesloten. Gelukkig hoe
ven we daar nog niet bang voor te zijn. Op dit
oogenblik is het alleen een bedroevende en tegelijk
ook een eenigszins lachwekkende vertooning. Voor
en na de vergadering ziet men hoe de Duitsche en
de Fransche delegaties elkaar uit den weg gaan.
Zij mochten elkaar eens bij toeval in de armen
loopen en dan, als kinderen die gekibbeld hebben,
bij ongeluk weer beginnen te praten....
Dit is heel duidelijk geen stabiele toestand. On
derling overleg kan niet uitblijven en wie den moed
heeft, de vraagstukken van de organisatie van den
vrede onder de oogen te zien, zal erkennen, dat
een Fransch-Duitsch compromis niet tot de onmo
gelijkheden behoort en dat het dan later nog
buitengewoon moeilijk zal zijn oen oplossing te
vinden, die óók nog bij het Britsche Rijk n Ame
rika gratie vindt.
M. KANN
Genève, 29 September.