De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1932 1 oktober pagina 13

1 oktober 1932 – pagina 13

Dit is een ingescande tekst.

De Groene Amsterdammer van 1 October 1932 13 -BM Schilderkunst door A. Plasschaert Toon Kelder biJIKleykamp, den Haag f Wanneer wij willen bepalen wat Kelder in den tegenwoordigen tijd het liefste schildert, dan zijn dat zonder twijfel die voorstellingen, die hij com posities" noemt. Het woord compositie" wordt echter in dezen tijd voor zooveel verschillende zaken gebruikt, dat een nadere bepaling hier meer dan brood-noodig is. De compositie van Kelder is de tegenstelling van de abstracte compositie. Het is een voorstelling (gewoonlijk) van naakten en dieren (als paarden enz., al of niet bereden) in een landschap. Maar ook daarmee is het werk nog niet voldoende u duidelijk gemaakt. Want het land schap is een landschap, niet naar de natuur ! de voorstelling in het landschap berust daarenboven op de phantaisie, in dien zin, dat zij evenmin een natuur-nabootsing is. Het begin van deze com posities" en dat is de hoofdzaak, is ganschelijk van coloristischen aard. De bedoeling der kleurenensemb'es is ten eerste coloristisch" een staat van-geluk uit te drukken, een geluk, dat alle mo gelijke expressie misschien wenscht te bevatten, maar niet de ne of andere expressie sterk naar voren brengt. Het werk is het sluimeren-derexpressies, meer en eer dan het fel openbaren van n expressie. Het werk is feitelijk de afkeer van n openbaren staat van het gevoel; het wil van vele gevoelens de teruggehouden rijk dom zijn. Deze wensch zet Kelder afzonderlijk onder onze schilders. Alle dingen op het vlak zijn ge modelleerd uit den eersten opzet, van het nood zakelijke kleurgeheel uit. Datkleurgeheel isblank, dikwijls gebouwd op 't rood, blauw en geel, maar nooit is het dogmatisch alleen daarop gegeven. Het geheel, dat spreekt na wat ik hiervoor schreef, mo.t glanzend zijn; de kleuren tesaaiu moeten den glans geven van een rijke rust, dat is bovenal hun functie; zij zijn of zij worden daartoe ten slotte geleid. Een voorbeeld daarvan vinden wij hier bij Kleykamp. Het is de voorstelling van een land schap met paarden, en met een springende hond en met een doorkijk naar een brug. enz. Vooraan, vlak op den voorgrond vindt ge drie naakten, n daar van staat (misschien kon dit deel van het werk iets meer kracht hebben als basis!) De hoofdkleuren van dit kleurenspel zijn een bruin en vooral een persoonlijk Honkend Wauw, die het werk een klare bekoring geven. Een andere compositie", misschien minder typisch, maar evenzeer te waar deeren is de bruine compositie van een circus met het opstaande paard (eveneens een schilderij). Ook dit is een volledig werk, dit kleine schilderij, en het voltooit een reeks van voorafgaande werken met een zelfde gegeven, maar die meer natuurgetrouw Toon Kelder waren dan dit ; hier is meer een schikkende phantai sie openbaar, die elementen uit de natuur gebruikt maar niet laat heerschen. Het spreekt van zelf, dat deze verzameling rijk is aan naakten. Het naakt is, immers, voor Kelder een altijd gezocht gegeven. Van de vorige tentoon stelling herinneren wij ons nog de figuren, naakten, groot van volumen, die verschemerd waren door een licht, dat van binnen uit scheen te komen. De nieuwere naakten hier. zijn in dat opzicht gewij zigd. Het scheemren", het omzweemd zijn is voorbij, de groote volumina (die bleven) liggen, duidelijk, in een gelijk licht. Het beste van de naakten is ongetwijfeld het groote, dat een pendant vormt, zoudt ge kunnen zeggen, van het naakt in het bezit van de Storm van Leeuwen's; het kleine naakt, door sommigen voortreffelijker gevonden, is in de verf-opdracht niet zoo lokkend. Naast de volledige naakten zijn er een aantal studies, waar van een liggend naakt (rug) mij het aangenaamst bleek. Het andere, een lang. liggend naakt even eens. is mij, als schildering, wat leeg in lendenen en buik. Van nature gaat, zooals ik zeide, Kelders voor keur naar de bovengenoemde gegevens. Toch wil ik enkle portretten niet vergeten, die ge hier vindt. Het innerlijkst is ongetwijfeld het portret van Stotijn- den hoboist, spelende op het instru ment geschilderd. Het is niet volledig zooals de naakten en niet zoo doorleefd als de compositie maar toch is de uitdrukking van den kop te loven; de muzikant, bezig met zijn instrument, is zuiver en niet oppervlakkig begrepen. Met een snel ge schilderde studie naar Lebeau en met een paar kinderportretten (dat van het meisje Ruys) hier ten slotte te noemen, heb ik u alles genoemd, wat deze tentoonstelling tusschen Kelders tentoonstel lingen belangrijk maakt. Dit is een tentoonstelling van een talent, waarmee wij in de Hollandsche schilderkunst van dezen tijd te rekenen hebben. Karin Leyden Tentoonstelling bij van Lier I'aul ArntzeniuH liij Klfjkanip, den Het beste schilderijtje van Paul Arntzenius is ongetwijfeld de perzikken (No. 31). Hier heeft hij het maximum bereikt van dat, waartoe zijn talent in staat is. Paul Arntzenius, de leerling van Tholen (en de herinnering aan dat leeiiingschap bleef '/.eev levendig in hem !) is een niet-groote schilder, die het geluk heeft zich nooit te willen forceeren, en wiens werk als eerste kenmerk heeft, de lust tot intimiteit. Dat bestemt hem tot een stillevenschilder, en hoewel hij daarnaast een schilder is van zeestuk ken en van rivieren (een leerling vanTholen ook daar, met een ietsje van moderner kleur erin) kan hij zich het volledigst geven in de schildering van stille dingen in het licht van een kamer. Dat is. zooals ik zeide, te vinden in het schilderijtje, de Pery.ikken. Daar is de vorm en de stof-weergave in eenvoud het meest geslaagd, en daar vindt ge ook het intieme verband der dingen onderling, dat ontstaat uit een stemming, waartoe Paul Arntze nius, vooriiamentlijk een volger der ll'aagsche Tentoonstelling Kleykamp school, geneigd moet zijn. Wanneer ik bij dit stil leven nog voeg het stilleven met den visschekop No. 32 (om de kleur) No. 30 muur met zee (om de bewogenheid) No. 3, een stilleven (om de lichtvlaag), No. 60 Straatje in Veere (als stemming) en een aquarel als No. 58 flesch en sojapotje (om de kracht) dan heb ik u opgegeven de werken, die mij van deze groote verzameling bijbleven, waarbij ik misschien een portret mis. Tentoonstellingen Kunsthandel W. H. Hofstee Deelman. Amster dam. Schilderijen door Arno! d Balwe. Tot 4 October. Voormalig Raadhuis, Hilversum. Vereeniging van beeldende kunstenaars. Tentoonstelling zwartwit. Tot 7 October. Kunstzaal Wagenaar, T'trecht. Schilderijen door C'. F. Roelofsz. Tot 7 October. Bureau voor Ontspanning en Kunst, Haarlem. Oud Japansche Prentkunst. Tot 8 October. Buffa en zoon, Amsterdam. Schilderijen en aquarellen door M. A. J. Bauer. Tot 10 October. Kunstzaal van Lier. Amsterdam. Schilderijen en teekeningen door Karin Leyderi. Tot 13 October. Kunstzalen A. Vecht. Amsterdam. Schilderijen door A. C. Willink. Tot 15 October. Kunstzaal Kleykamp. den Haag. Schilderijen en teekeningen door Toon Kelder. Tot 15 October. Kotterdamsche Kunstkring. Rotterdam. Schilde rijen door l', ('orn. de Moor. Tot 10 October. Amsterdamsche ateliers voor Binnenhuiskunst. Amsterdam. Schilderijen en teekeningen door Joseph Teixeira de Mattos. Tot 17 October. Toonkamer Donker, Rotterdam. Schilderijen en teekeningen door G. W. van V peren. Tot l No vember. Huize Meijer Timmerman Thijssen. den Haag, Ceramiek, schilderijen, teekeningen enz. Tot l November. KUN STZ AAL VAN LIER ROKIN 126=£ DOORLOOPEND TENTOONGESTELD AMSTERDAM BEZICHTIGING V R IJ KUNSTWERKEN VAN JONGE HOLLANDSCHE EN BUITENL. MEESTERS l

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl