De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1932 1 oktober pagina 5

1 oktober 1932 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

No. 2887 De Groene Amsterdammer v&n 1 October 1932 k* Beprigsverwarring door Frans Coenen Er zijn rare begripsverwarringen tegenwoor dig. Om te beginnen die henie-in-huis van wege de communistische werkeloozen, die vrij van stempelen kregen om per extra trein naar den Haag te gaan betoogen. Het kamerlid Boon heeft vra gen" gesteld, zoowel over den extra trein als over die stempel-vrijgeving. En alle anti-revolutionnaire kranten, mitsgaders eenige liberale, blaatten hun verontwaardiging over een gemeentebestuur, dat zoo'n goed tuchtmiddel bij de hand had en het waarachtig liet schieten. Want daarvoor houdt men klaarblijkelijk die stémpelarij, aanvankelijk eenvoudig bedoeld als administratief controle middel, om zich te vergewissen, dat de gesteunde werkeloozen ook inderdaad werkeloos zijn. Maar men heeft nu ontdekt, dat zij ook politiek kan worden aangewend om de onordelijken" te be letten hun stoutigheden uit te voeren en men dat is de heer Boon en de kranten acht dat zeer oirbaar. Het is nog altijd de oude beschouwing, alsof werkeloosheidsteun 'eigenlijk een soort lief dadigheid is, waartegenover de gesteunden dan ook de verplichting hebben niets tegen hun wel doeners te ondernemen. Doen zij dit wél, dan behooren zij ook niets meer te krijgen, oordeelen deze Rechtvaardigen, die zich misschien niet genoeg rekenschap geven van het feit, dat werkeloozensteun sedert lang een instituut geworden is, dat geen staat, zelfs Amerika niet, zijn menschen durft weigeren, op ethische, doch vooral op nuttigheidsgronden. Men durft eenvoudig niet de helft van het menschdom laten verhongeren. En omdat nu ,,de steun" niets met politieke ge zindheid te maken heeft, liet wethouder Douwes de communistische stempelaars naar Den Haag ten strijde gaan. Het behoorde eenvoudig niet tot zijn competentie hun dat te beletten, al had hij er toevallig de macht toe en men moet wel zeer klassebewust" eenzijdig denken om dat niet in te zien. Een tweede rare begripsverwarring kon men in de N. B. O. van 24 Sept. lezen. Er werd daar melding gemaakt van een door de Indische regeering uit gegeven verklaring, die de landsdienaren" moeten onderteekenen, dat zij zich zullen onthouden van het voeren van propaganda, welke leidt tot onder mijning van het Overheidsgezag of ontwrichting" van de openbare orde". Niets billijker, zou men zeggen. Maar de redactie schrijft er onder: Vermoedelijk is deze verklaring gericht tegen de propaganda, welke de Bond van vereenigingen van Overheidspersoneel thans opnieuw inzet tegen de salarisplannen der regeering en welke begonnen is met de uitspraak, dat men zich verzetten zal tegen verdere verlaging van salaris en deze in geen geval zal aanvaarden. Dat ziet er nu weer heel krom uit! Mogen lands dienaren" in Indiëzich nu ook niet meer verzetten, als hun salarissen gekort worden? In alle orde en fatsoen natuurlijk zich niet verzetten, als zij aan den lijve bedreigd worden? Tot welk antidiluviaansch despotisme is men daar dan vervallen en wat voor zonderlinge mentaliteit heerscht er tegenwoordig, die geen onderscheid meer maakt tusschen oproerkraaien en zelfverdediging? Of is 't enkel de N.R.C. die voor die dingen zoo geen oog heeft? Dan komt het er minder op aan. Polemiek HerrioOvon Papen Teekening door B. van Vlijmen verwijt den ketel. Het Larensche Verkeersdrama .Ken over|>einxïiif£ Het schrikkelijk ongeluk van Maandag' jl. op het kruispunt van de wegen Laren?Hilversum en Amsterdam?Baarn doet gedachten van groote deernis met de slachtoffers bij ons opkomen, maar evenzeer dringen andere vragen naar voren. Het is in dit stadium niet uit te maken, bij wien de schuld ligt, bij den autobestuurder, die op dit breede kruispunt ondanks een waarschuwings bord de tram niet tijdig heeft gezien of bij den wagenvoerder, die (volgens courantenberichten), meenende, dat die auto toch. wel stoppen zou, doorgereden is. In elk geval is het van belang te wetan, dat in art. 59 van het iTram.wegreglement voorgeschreven wordt, dat de wagenvoerder verplicht is bij het rijden, in hel bijzonder, waar de tramweg is aangelegd op den openbaren iceg, steeds nauwlettend acht te geven op de omgeving, om, OPRUIMING LAATSTE WEEK Z E N XNDE ZONEN TOT 18 OCTOBER HOOFDMAGAZIJN DEN HAAG MEUBELEN PERZISCHE T A P IJ T E N hetzij in geval van belemmering op den tramweg, heizij ter voorkoming run ongelukken op den open baren vf», de snelheid te certninderen oj den trein zoo nood u/ tot stilst anti te brengen. Deze bepaling wordt natuurlijk niet buiten werking gesteld in het geval, dat een autobestuurder in strijd met artikel 11 van genoemd reglement den tramweg kruist wanneer een trein in aantocht is. Wanneer we voorts nagaan, dat een tram uiter aard lange remwegen heeft en nimmer uitwijken kan, dan vijst de vraag, of op talrijke kruisingen de trams inderdaad wel die voorzichtigheid in acht nemen, welke toch hoogst noodzakelijk zou zijn. Voorts vergete men niet, dat de tram hier een locale lijn berijdt (Hilversum?Laren), terwijl de autoweg de verbinding vormt tusschen Amster dam en het midden en oosten des larids. Qualitatief is de autoweg hier vél belangrijker dan de lijn van de (Jooische, zood.at ook daarom uiterste voorzichtigheid en snelheidsmatiging van de tram reeds geboden zijn. Het autoverkeer is langzamer hand ook in Nederland van zoodanig belang geworden, dat we de privileges van de tramwegen feitelijk niet zonder meer mogen handhaven. Volgende week hoop ik op dit probleem nader terug te komen, in verband ook met de verkeers ongevallen-oorzaken, die men bjjzig is aan te leggen" in den Rijksweg Haarlem?Sassenheim. * * * Wij hebben (eveneens in de couranten) gele/en, dat hier sprake was van personenvervoer met een vrachtauto, welke daartoe slechts heel gebrekkig ingericht was. Tegen dit euvel, dat zeer frequent voorkomt, wordt veel te weinig opgetreden. Wanneer een vrachtauto ruimte biedt voor meer dan S personen, mag personenvervoer daarmede alleen plaats hebben, indien de auto door een offficieel deskundige gekeurd is. Wanneer men do vehikels ziet. waarmede zoo vaak tientallen men schen vervoerd worden, vraagt men zich af. waarom door een veel te slap toezicht dit nuttige voorschrift een doode letter blijven moest. De dood loert langs de wogen, maar is dat eigenlijk wel zoo'n wonder:- H. J. PEPPIXK '

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl