De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1932 8 oktober pagina 10

8 oktober 1932 – pagina 10

Dit is een ingescande tekst.

AFRIKAANSCHE MA l Xegerplastiek is in de mod.e; de groote kunst kenners hebben allen het hunne erover gezegd. maar bij geen van hun vertooningen vinden wij een behoorlijke verklaring van de zin dezer bizondere beeldkunst, die van oudsher met een zekere onachtzaamheid en overdaad door de Afrikaansche negers beoefend is, en die op ons zulk een fascineerend effect, zulk een geheim zinnige aantrekkingskracht uitoefent. Toen de Engelsche kapitein Rattray, die niet lang geleden een paar voortreffelijke boeken over Ashanti publiceerde, de beelden ontving V v J". W dit hij voor een speciale collectie door eeiiige beeldenmakers had laten vervaardigen, kwamen honderden mannen en vrouwen uit de omtrek van Mampoii. zijn verblijfplaats, om de beelden te bekijken. ..In the intelligent interest and keen critical examination which vvere displayed by my Ashanti visitors. . . . I realized how deeply versed are the older folks in the history of their past, while the rising generation shovved just such aii intelligent interest in them as did the millions vvho later gazed upon these earvings at Wembley. and. with few exception until enlightened. merely regarded them as the wooden ..idols" or ..ju ju" of a people whom the majority supposed were stee'ed in idolatry." De ouderen echter, gingen in op ieder détail; een oude vrouw was diep ver ontwaardigd, omdat een der beelden een koningin moeder voorstelde, zittende op een yetcone vrouwenstoel. Van een ander beeld zei een oud Ashanti dat het verkeerd ..gekleed" was. Een raadsheer mocht geen .stof van een bepaald patroon dragen. De beeldhouwer redde zich uit de moeilijkheid door te verklaren: ..Deze raadsheer is de man van de koningin-moeder, en mag overdag het kleed dragen dat hen beiden des nachts bedekt."' Zulke mededeelingen zijn uitermate geschikt om den Europeeschen beschouwer voorzichtig te stemmen. Er is in de kunst van zoogenaamde primitieven gewoonlijk weinig willekeur, weinig ongefundeerde inventie. Bijna alles heeft zin en beteekenis. ieder détail is symbool of aanduiding, heeft recht op een verklaring. Wij vergeten teveel dat een ongekerstende Ashantijn die plotseling in de kath'edraal van ('hartres neergezet wordt, ook bij de scherpste waarneming waarschijnlijk even weinig begrijpt van wat hij ziet. als wij bij het bekijken van Ashantijnsche kunstvoorwerpen. Wij kunnen onzeeigen lyriek en onze. eigen zienswijze daarover ten beste geven, die dingen niet onze eigen schoonheidsnormen aanvaarden of afwijzen, maar van hun levenswaarde, van liet kwantum en de soort van vitaliteit die-zij vertegenwoordigen kunnen wij onmogelijk veel notie krijgen. Bijna al de toegewijde kenners en bewonderaars zijn hier hopeloooze dilettanten. De eenige. die ons goed op weg helpen, zijnde ethnologen en de kultuur-psychologen van de jongere garde. Africanisten als Rattray. Erobenius. Tauzier. die zich niet tevreden stellen met het verzamelen van een zoo groot mogelijk aantal interessante gegevens, maar die er eerst en vooral op bedacht zijn om de zin van ieder gegeven te begrijpen en te weten welke plaats het inneemt in de ..mentaliteit" van een bepaald volk. Wel blijkt meer en meer dat de oergrond van al di« ..mentaliteiten" veel minder verschilt dan men uit de groote verscheidenheid van hun verschij ningsvormen zou willen afleiden. Kuituur is óók: een bepaalde wijze waarop de oergrond bedekt en bebouwd wordt. De oerbodem echter levert steeds dezelfde elementaire instincten op: angst en eerbied \ oor de natuurverschijnselen, een zelfbehoud dat gericht is op alweer van honger en dood. op bevordering van vruchtbaarheid en levensbestendiging; erotische aantrekking en afstoot ing. eeuwigheidsvei'inoeden. Bij het zoeken naai' de ..xiti" van allerlei u:enschelijke scheppingen komt men. somtijds langs de zonderlingste kronkelwegen, toch altijd op deze oorzaken, op de;'.e nioederbodem van alle menschelijk denken en voelen terug. Denkelijk zouden alle menseheüjke daden logisch en bereken baar zijn, wanneer het instinct niet voortdurend interfereerde, onze blik verduisterde, onze hand deed beven en anders richtte. \Vat in onze gewone spreektaal ..beschaving'' heet. is veelal het ver heimelijken van deze priinitivisinen. met geen ander gevolg overigens, dan dat zij vlak naast de verheimelijkte plek opnieuw <!e kop opsteken. "*~a»»#w> .A .-.,. .-?^,.^-w^Ka»-.,* ?- -?-1*..^^^. . v*.?~---=*s?.»-, ' M^M^- -'t, ,1. ,;.üMj. '^^ :^. ^?IJ^L....:^...!^- ?""? ..,*?' _.?.. \o;L_*,^Jl. , ".il .. . .^jjp^ll , ' ' " '"'' ' *? I* e'*J De Afrikaanse iie maskers herinneren aan het verborgen gezicht. .\l.-n bedekt een beweeglijk, verraderlijk uvlaat. waaropj^zich gevoelens en He t V er b o i DOOR ALB gedachten at'tee'<enen.de spiegel waarin een ..ziener" alle ge heimen der ziel er vaart en ontraadselt. Men stelt daarvoor i 11 de plaats het strakke, onbeweeg lijke, aan de dood herinnerende mas ker, fi'et statische in plaats van het dynamische: decon centratie van n uitdrukking in plaats van het veranderen de en daardoor ver zwakkende. Zoo is liet masker een wapen van de ziel; een schild en een afweermiddel tevens. Achter het masker verbergt zich de vrees, de spot. de onechtht id: het mar keert een nieuwe. ? «aantastbare waarheid. Die van de groote tooneelspelers der (irieken en Japanners; die van de beoefenaren van het gods dienstig ritueel van ..primitieve" volkeren, van de leden der ('ongoleesche geheimhouden. Een masker transformeert: het is de meest effectieve ..Tarnkappe". Niet alleen de Afrikaansche dra ger van een oorlogsniasker wordt werkelijk tot olifant, niet alleen de Anioto werkelijk tot luipaard, maar ook het masker van crème en poudre de riz maakt de twijfelmoedige vrouw tot een zelf! witste Lucrezia, zooals het carnavalsmasker van d burgerlijksten kantoorbediende soms een gewetc looy.en Don Juanmaakt. Er zijn ministers die nacl hemden dragen en zich enkel als minister kunn doen gelden bij de maskerade der gouden galoi Onze opvoed ing is voorgeen klein deel erop berekei de ..beheersehing" aan te k weegen die van liet g.-la

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl