Historisch Archief 1877-1940
KERS EN BEELDEN
r"
en Gezicht
IT HELMAN
een natuurlijk mas
ker maakt. Een volk
dat [zoover is geko ?
men, dat het
gelegenheidsgezichten weet
te trekken, heeft
waarlijk ook geen
symbolische houten
maskers meer van
noode. Iedereen weet
van
hetgelegenheidsgezicht dat het een
masker is dat het
ware gezicht ver
bergt, maar men ge
looft er evengoed
aan, als de bewoners
van een Afrikaansch
dorp aan de
maskerkop van een danser.
Men moet het
schouwspel van een
officieele
Europeesche begrafenis eens
wat dichter schuiven
bij dat van een doo
denfeest van zooge
naamde,,wilden" om
goed te kunnen beseffen
dat heel veel beschaving weinig anders
is dan eensdeels beredeneerde, deels ook
onberedeneerde maskerade.
Men weet niet of de maskers ouder
dan wel jonger zijn dan de beelden.
Maar tijdsbepalingen zijn ook van geen
waarde bij de beschouwing van deze
eeuwige, onvergankelijke dingen. Ook het
beeld is masker, vaneen volmaaktere Orde.
losgemaakt van den onechten levenden mensch
en gegroeid tot een zelfstandige, nieuwe gestalte.
De geschiedenis van Pygmalion is de geschiedenis
van ieder beeld. De angstige, eerbiedige,
liefkoozende, eeuwigheidzoekende oogen van den
4nensch bezielen het, zien het als masker en gestalte
van een geest die daarin woont, en die dit omhulsel
evengoed verlaten kan als de menschengeest
het lichaam. Dat een beeld sterven kan. hebben
ook wij geleerd, die de mummies der goddelijke
pharao's schenden, die met Mozes verontwaardigd
leerden zijn over het gouden kalf. en niet hem
leerden gelooven aan de geneeskracht van de
koperen slang; die in onze historie een beelden
storm kennen en zonder andere dan aesthetische
aandoeningen de afbeeldingen van prehistorische
rotsteekeningen bekijken.
Het besef van deze ..gemaskerdheid" is bij de
makers en oorspronkelijke bezitters der
Afrikaansche beelden ook zoo levendig geweest, dat men
ze moet beschouwen als scheppingen, gestalten
van een nieuwe, door de menschelijke instincten
omgrjnsde wereld. Het zijn de gestalten die ..een
mentaliteit" bevolken. Zij zijn levend omdat zij
meer zijn dan vormen alleen; dragers van ideeën.
symbolen, begrippen. En zij zijn (of waren dat
althans), in des te sterkere mate. omdat zij niet
slechts individueele beteekenis hadden, maar
eenzelfde vitale geladenheid en ideeën-inhoud
voor gansche, soms zeer uitgestrekte gemeen
schappen .
De vrees of eerbied of vertrouwen of liefde, die
een neger koestert-jegens een beeld, is geknoopt
aan deze inhoud. Nimmer aan de vorm. Een
neger die verstandig genoeg' is om een beeld te
kunnen maken, is ook verstandig genoeg om te
weten dat het hout van dit beeld geen verschij
ningsvorm van het goddelijke is. Maar onder het
bearbeiden, onder het gestalte-geven ervan, werd
het beeld geladen met de energie van zijn gevoelens
en gedachten; het ontving een ziel die voor den
maker en den beschouwer kenbaar is aan de sym
bolen van lijn en plastiek. Het is bezield en levend.
want het spreekt tot zijn geest. En het spreekt
een zeer klare en verstaanbare taal. ook al weet
de goede verstaander het gehoorde meestal niet
onder woorden te brengen. De dingen die het diep
ste van zijn wezen raken, weet een neger evenmin
te zeggen als wij. En hij mist de \aa~rdigheid en
onze metaforen-code om er omheen te praten.
Het is voldoende dat hij ze zichtbaar weet te
maken in een vorm die ook voor ons niet geheel
onverstaanbaar is, wanneer wij haar pogen te
begrijpen met het primitieve dat in ieder van ons
nog aanwezig moet zijn. Elk van ons heeft
gevoelens en gedachten die ontsnappen aan de
controle van het nuchter-geoefend verstand;
elk van ons heeft een onzekerheid welke ontsnapt
aan het van geslacht op geslacht aangekweekte
superioriteitsgevoel. Het is met deze eigen ..onbe
schaafdheid" en dit residu van oermenschelijke
ootmoed dat wij het zuiverst de negerplastiek
bezien. Het is de gesteltenis die noodig is om ook
ten volle te begrijpen wat de beste etlmologeii
ons van de psychologische achtergrond van deze
plastiek vertellen.
Wie zich vergenoegt met de gebruikelijke
domme etiketten van ..ju-ju-poppen'' en
..fetischbeelden", of als waardig discipel van een
Europeesche kunst-academie alleen wenscht te spreken
over lijnen en vormen, ziet ook van deze dingen
niet anders dan het gelegenheidsmasker. en nimmer
de volledige gestalte, de onverkorte inhoud, de
gansche entiteit.
Xieuwe ultsaveii
M r. A. C. Josephns J Ma. F iinctioneele Decen
tralisatie. De yrondf/cthtchte run tien corixiratie/'en
staat binnen het kader tier parlementaire dvmorrutic.
Dit door J. B. Wolters, Groningen?den Haag
uitgegeven geschrift bevat de rede door Mr. Jitta
uitgesproken bij de aanvaarding \an het ambt
van buitengewoon hoogleeraar in liet staatsrecht,
administratief recht en het handelsrecht aan de
Technische Hoogeschool te Delft.
TT7. H. Srhreuder. inspecteur van politie te Am
sterdam. Leidraad bij de ii(>litici'iikntiiili<'. Twen
deelen met modellen en illustraties, l'itgave van
A. W. Sijthoff's Uitgevers Mij.. Leiden.
De practische zijde van het politievak is in deze
uitgave in hoofdzaak behandeld. Van di\ersc
op de behandelde onderwerpen betrekking hebben
de en in de praktijk gebruikte formulieren x.i.iu
modellen bijgevoegd, zooniodo voorbeelden van
rapporten en processen-verbaal aan de praktijk
van de politie ontleend. Het is bestemd als hand
boek voor politieambtenaren in dienst van rijk
en gemeenten, militaire politie, hoogere ambte
naren en burgemeesters en allen die tot een der
genoemde functies een opleiding ontvangen.
Tegelijkertijd verscheen bij dezelfde uitgeef ster
en van den zelfden schrijver een op dezen leidraad
correspondeerend vragenboek onderden titel ..De
fie/ietitor". Uegelmatige aanvulling van nieuwe
wetten en wetswijzigingen wordt in uitzicht ge
steld aan de bezitters van dit werk.