De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1932 8 oktober pagina 5

8 oktober 1932 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

No. 2888 De Groene Amsterdammer van 8 October 1932 Herfstvacantie Het voorbeeld van Gandhi door Dr. C. P. Gunning Teekening door B. van Vlijmen 'S? \t. Na een ongekend mooien zomer een voorschot op minstens drie regenzomers worden wij in Amsterdam vrij onverwacht verrast met een besluit onzer vroede vaderen, waarbij aan de leerlingen der openbare lagere scholen een herfst vacantie van vier dagen wordt gegeven. Dit jaar zal deze vacantie vallen van 14 tot 18 October, dus van Vrijdag tot Dinsdag. Wij juichen dit besluit van harte toe. Reeds meermalen hebben wij voor zulk een vacantie gepleit. Nu deze eindelijk in zicht gekomen is, klemt dubbel de eisch om zich te bezinnen op de eigenlijke waarde er van. Immers, het spreekwoord zegt: n keer is geen keer. Mislukt de regeling dit jaar, om welke reden dan ook, hoort men achter af slechts klachten, dan staat te voorzien dat de autoriteiten het bij dezen nen keer zullen laten. En dan: ook in onderwijskringen zijn er nog altijd velen die veeleer nadeel dan voordeel verwachten van het onderbreken der mooie lange werkperiode van groote vancantie tot Kerstmis. Vergissen wij ons niet dan is de zaak waar het om gaat in onze gemeente sedert meer dan tien jaar aanhangig". Reeds jaren geleden werd zij ,,commissoriaal" gemaakt. Onderzoekingen naar den graad van vermoeidheid der schoolkinderen vonden plaats, statisti -ken werden aangelegd, gegevens werden verzameld. Nu is dit alles zeker van waarde. Maar daarmede alleen kan men deze aangelegenheid toch niet tot een beslissing brengen. Persoonlijk acht ik de vraag naar de vermoeidheid der kinderen voor het beoordeelen van een herfstvacantie zeer bij komstig. Hier blijkt duidelijk hoe wij ons, ook in zake het vraagstuk van de vacantie, eerst moeten losmaken van onjuiste voorstellingen. Wij moeten ons wel realiseeren dat het doel der vacantie toch niet uitsluitend is om de kinderen te laten uitrusten. Reeds historisch is dat niet juist. In vroeger tijden, heel lang geleden, voorzag' het groot aantal algemeen erkende christelijke feest dagen" voldoende in de behoefts aan schoolvrije dagen". Andere vrije dagen vonden hun oorsprong in de behoefte aan hulp bij den landarbeid. Wanneer wij de vacantie alleen beschouwen als tijden van niets-doen, dan werken wij zelf de fatale voorstelling in de hand dat schoolarbeid, dus geestelijke inspanning, je op den duur onge schikt" maakt, eigenlijk iets abnormaals is, iets wat je zonder geregelde rusttijden niet vol kunt houden. Ongetwijfeld bevordert de school zelf menigmaal deze opvatting' door een stelsel van repetities en rapporten, die de kinderen in een sfeer van haast en gejacht doen leven, zoozeer, dat een tijd van rust, van nietsdoen, dan welhaast onvermijdelijk is om het noodige herstel tot stand te brengen. Maar ideaal kunnen wij dezen toestand toch zeker niet noemen. Haar accentueeren is het laatste wat wij mogen doen. Onze taak is veeleer den kinderen het besef bij te brengen dat een leven van voortdurenden arbeid een groote zegen is. Is het ook niet een der belangrijkste lessen, welke deze crisis, vooral de werkloosheid ons leert, dat niets-doen altijd een vloek is, die als een kanker diep invreet in het leven? Dus dan heelemaal geen vacanties. en altijd maar doorwerken op school? Dat allerminst! In de eerste plaats moet er afwisseling zijn. Juist deze afwisseling moet de hoognoodige ontspanning brengen. Het bijeenbrengen van kinderen in groote gebouwen is toch zeker niet de ppnige vorm van leering ? Ik spreek daar geen kwaad van. het is nut tig en noodig. Maai- daarmede zijn wij er niet. Ook daarbuiten is veel te loeren, tën onze kindeven hebben er recht op dat wij hun volop de gelegen heid geven om dat onderwijs" buiten de school te genieten". Daarvoor zijn de vacanties. daarvoor is bij uitstek de herfstvacantie geschikt. De ge legenheid is nu geboden. Thans geldt het deze uit Als de heer en in Genève eens gingen vasten tot een accoord bereikt was ? te buiten. Twee kanten springen hierbij in het oog. Allereerst de kans die de school krijgt om langs dezen weg de kinderen inderdaad voor het leven klaar te maken. Hoe vaak klaagt men er niet over, dat het jonge opgroeiende geslacht, vooral in de groote steden, vervreemd is van de natuur. Het gebrek aan eenvoud, de lust naar sensatie en wat niet al, is daar het gevolg van. Klagen helpt hier niet, wij moeten ingrijpen, daar waar dat mogelijk is. Nu is de wisseling der jaargetijden wel een der voornaamste gebeurtenissen die kinderen jaarlijks moeten beleven om den vollen zegen die Moeder Natuur wil schenken te ervaren. Een schoolvrije tijd in den zomer en den winter, in het voorjaar en dus óók in het najaar is daarvoor onmisbaar. Voorlichting, leiding is daarbij noodig. Maar zoo doende wordt de herfstvacantie dan ook aller minst een tijd van nietsdoen". Gezamenlijke tochten naar buiten, ook bezoek aan musea, aan havenwerken en fabrieken, enz. staan dan op het programma. Hoezeer bevorderen deze een goeden klasse-geest. Hoeveel kan in die dagen niet worden geleerd en beleefd, wat in den verderen cursus nog doorwerkt. Onze Jeugd herbergen maken het mogelijk voor minieme kosten een tochtje van 2 of U dagen te organiseeren naar een aantal interessante. plaatsen waar heel wat te y.ien en te leercn valt. Zoo'n reisje kan van te voren worden voorbereid, een mooie reisbeschrijving vormt er het slot van. Anders '/.iet het vraagstuk van de herfstvakantie er uit wanneer wij het standpunt van de ouders innemen. Ik weet dat er velen zijn. voor \vie het inderdaad bezwarend is de kinderen thuis" te krijgen. Dat bezwaar 7,011 echter grootendeels vervallen, wanneer de schoolvrije (lagen in den door mij bedoelden zin worden benut. Kn dan: zijn er ook niet tal van ouders voor wie het louter voordooi en winst moot ?,ijn dat er nu ..schoolvrije'' tijdon komen, waarin de kinderen geheel alleen voor hen 7.ijn? llooveol plannon kunnen er mi niet op touw worden gezet, waardoor hot gezinsleven metterdaad wordt opgebouwd en (zooals onze Flollandsche taal zoo kernachtig zegt) gesticht! Kons uit logeeren gaan bij familieleden (is het waar, dat dit door de kleinere behuizing uit de mode raakt? Maar och. een kind is met zoo heel weinig ruimte tevreden, een matras op den grond is al voldoende. ... is juist romantisch-heerlijk !) is ook zoo waardevol. Do ouders moeten, evengoed als de school zelve, deze dagen .,uitbuiten". Xoo is het vacantie-vraagstuk veelzijdig. Men klaagt vaak dat de openbare school bezig is ter rein te verliezen, dat zij de liefde der ouders kwijt raakt. Ik behoor tot hen, die dit oprecht betreuren, het een nationaal verlies achten. Nu zie ik in de herfstvacantie de gelegenheid om veel verloren terrein te herwinnen. Laat iedere school eens vooraf overleggen wat er van deze schoolvrije" dagen gemaakt kan worden. In het bekende blad Volksontwikkeling" werd onlangs met klem be pleit dat de school, wil zij roden van bestaan houden, in de eerste plaats weer moot worden oen centrum van gemeenschapsleven. Xou do herfstvacantie, die do gemeente Amsterdam thans aan alle open bare lagere scholen geeft, niet een prachtmiddel kunnen zijn om dit ideaal te benaderen? Van harte hopen wij (lat alle erbij betrokken partijen de, gelegenheid die hun thans geboden wordt tori volle zullen weten te benutten. i» i"

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl