Historisch Archief 1877-1940
De Groene Amsterdammer van 8 October 1932
l!'
?4*
,4-&**'
f*
Mensch eri dier
door Dr. P. van Olst
Laten wi.j ons* aan (Ie
holenbcren spiee.'L'l«'i>
Toen onze verre voorvaderen nog in het
steentijdperk verkeerden en in natuurlijke holen
leefden, deelden verschillende diersoorten deze
holenwoningen niet hen, hetzij dat deze dieren als
prooi van den mensch in de holen kwamen hetzij
dat de mensch de rol van gast en prooi met succes
vervulde. In verband met de nog onvoldoende
hygiënische toestanden bleven de holen eeuwen en
? eeuwen alles bevatten wat er opzettelijk of toe
vallig in dood ging en zoo bestaat er naast den
holenmensch" uit het steentijdperk een heele
serie holendieren", waaronder als roofdieren de
holenleeuw, de holenbeer, de holenwolf zeer bekond
zijn. Aan den eenen kant zou men 't idee krijgen
uit deze namen dat deze dieren permanent in de
holen leefden wat echter niet geneel juist ir,, maar
aan den anderen kant moet men toch ook niet
denken dat deze namen alleen maar aan de
toavallige vindplaats te danken zijn en dat deze dieren
eigenlijk alleen door toevallige omstandigheden,
als jachtbuit der menschen, in de holen zijn achter
gebleven. Voor de liolenleeuw b.v. mag wel gelden
dat het dier evenals de thans levende leeuwen
soorten in hoofdzaak op het vrije veld geleefd
heeft. Maar de holen&eer is toch bepaald een
holenbewoner geweest, die een belangrijk deel van zijn
leven in de holen doorbracht. De bekende Duitsche
palaeontoloog O. Abel, die veel berengrotten
onderzocht heeft, beschreef onlangs het onderzoek
in de Mixnitzer Drakengrot" in Stiermarken,
waarbij zeer interessante bijzonderheden mee te
deelen waren, daar zoowel beren als menschen hier
sporen hebben achtergelaten. Door geldgebrek en
het slachten van vee aan het einde van den wereld
oorlog was de Oostenrijksche landbouw arm aan
meststoffen. Daarom werd o.a. deze grot. die
000 m lang is, leeggegraven daar er aanzienlijke
Witte Curafao Sec
Cherry Brandy Menthe Glaciale
Cura$ao Brandy
hoeveelheden chiroiilerit in voorkwamen, c tri soor
vleermuisguano, die gedurende tien duizenden
jaren daar verzameld was, evenals de echte
vogelguano elders, en die rijk is aan phosphorzimr;
2(500 wagons mest kwamen uit de grot. en naarmate
de 12 meter dikke mestlaag ontgraven werd kwa
men alle holenberen-overblijfselen geleidelijk voor
den dag. Bij alle gevonden leeftijden, vanaf pas
geboren beertjes, waarvan er 35 gevonden werden,
tot oude dieren toe, ontbrak alleen een bepaald
jeugdstadium. Men kan dit verklaren door aan te
nemen dat de jonge dieren in het voorjaar de holen
verlieten met de oudere dieren mee om da'i pas in den
herfst terug te keeren, zoodat 's zomers geen jonge
beren in de holen stierven. De holenbeer is offi
cieel weliswaar een roofdier, maar zijn gebit is
hoofdzakelijk geschikt voor plantenkost. waarop
niet alleen de slijtage der kiezen wijst, maar ook de
aktinomykose der beren-kaken, een eigenaardige
schimmelziekte, die vooral bij runderen voorkomt
en die ontstaat door een schimmel die op het koren
parasiteert en met het kauwen der halmen in
kaken en tong terechtkomt en daar etteringen
teweegbrengt.
Diep in de grotten, die de beren alleen verlieten
om voedsel te zoeken, bevond zich het jachtstatioii
van den oermensen. Hier waren n.l. twee smalle
passages, waar de beren veel passeerden zooals de
slijtage van den rotswand aangaf. Hier wachtten de
jagers de beren op en doodden deze door middel
van slingers of zelfs door ónmiddellijken aanval
met steencn door een slag op den snoet. Alle wonden
van gedoode beren en ook bij aangevallen maar
toch ontsnapte exemplaren, zaten op de linker
schedelzijde tusschen snoet en slaap. Dit wijst wel
op een zeer systematische jachtmethode. De wa
pens van den menseh bestonden uit stukken kwart
siet. waarvan duizende stukken in do giotten
lagen, blijkbaar door de jachtlustigen meegebracht.
v.ant van nature komt dit gesteente niet in deze
grotten voor. Abel meent dat de mensch echter nog
meer gebruik maakte van berentanden en
Iieeiideren bij deze aanvallen; er zijn beenderen gevon
den die sporen van slijtage vertoonen. zoodat
Abel een tanden-en-botteii-tijdperk meent te
mogen aannemen d.at vooraf ging aan het eigenlijke
steentijdperk wat de mensehelijke werktuigen
betreft.
Heeft de mensch den holenbeer uitgeroeid door
zijn jacht X Ook op dit gebied levert doze gi ot
belangwekkende gegevens. De grot is n.l. zoo
geweldig lang in gebruik geweest dat men. de geheele
berengeschiedenis vervolgen kan. vanaf de aller
onderste bodemlageii waarin de voorvaderen der
holenberen gevonden zijn. door de hoogere lagen
waarin de eigenlijke, enorme hol^nberensoort zelf
voorkomt, tot de nog hoogere lagen waar deze
diersoort een natuurlijke degeneratie vertoont om
eindelijk onder te gaan. Het uitroeien door de jacht
van den mensch komt hierbij vrijwel niet in aan
merking. Abel beschrijft verschillende
degeneratiekenmerken aan schedel, bekken en gebit. De holen
beer leefde waarschijnlijk onder te nunsiige levens
voorwaarden. Er zijn exemplaren bij, die door een
jachtaanval een gebroken onderkaak kregen, die
niet genas, terwijl het dier toch verder leefde; dit
is inderdaad alleen mogelijk als een dier geen zwaren
strijd om het bestaan heeft te voeren. Tegenwoordig
ziet men ook bij beschermd wild degeneratie op
treden bij goeden ruimen voedselvoorraad, doordat
de zwakke dieren niet van de voortplanting uitge
sloten worden zooals een kweeker doet. Een dier
soort, die te gemakkelijk en te veilig leeft, maakt
een periode van grooten bloei door.om echter daarna
vrij plotseling uit te sterven. De holenbeer behoefde
(behalve voor den mensch) niet bang te zijn voor
andere dieren, zelfs niet voor den holenleeuw. De
holenberen gingen tenslotte dezelfde afwijkingen
vertoonen als slecht onderhouden menagerie
dieren, vooral rachitis en andere gebit- en
beenderziekten. speciaal tusschen de rugge- en
lendenwervels. Ook jicht heeft de dieren geplaagd, want
Rudolf Virchow heeft zelfs de holenbeer het ideale
materiaal voor deze ziekte genoemd; opvallend
dikwijls zijn de kootjes van vingers en teenen bij de
holenberen door jicht vervormd. Alleen mag men
met dit oordeel van Virchow wel eenigermate
voorzichtig zijn, want hij heeft immers ook de
afwijkingen van het geraamte bij de primitieve.
menschenrassen willen verklaren met jicht eu
andere pathologische oorzaken !
Maar al vervalt de jicht, de rest van de degene
ratie blijft en kan voor den mensch een reden zijn
om zich in dit opzicht zacht te spiegelen aan den
holenbeer en er (als Het nog niet te laat is) een af
schrikwekkend voorbeeld aan te nemen. Ook wij
leven veel te gemakkelijk, veel te beschut en be
schermd; ook bij den mensen is de strijd om het
bestaan te veel verzacht om de ongeschikten van de
voortplanting uit te sluiten. Kijk eens naar het
ee.rste het beste onbeschermde wilde dier; ziet men.
bij wilde konijnen, bij ratten, bij wilde eenden
ooit zoo weinig ..normaaliigurerf' en zoo veel
misbaksels (alleen nog maar op lichamelijk gebied
!)als bij den mensch ? Eén bezoek aan Zand.voort op
een drukken Zondag of aan het Mirandabad, zelfs al
een rondblik in een volle tram, doet ons rillen eii
het ergste holenbeerlot vreezen voor de rnenschheid.
Wie zorgt op dit gebied eens voor een doortastend
Welter-plan r1
Tentoonstellingen
Kunstzaal van Lier, Amsterdam. Schilderijen en
teekeningen door Karin Leijden. Tot 13 October.
Kunstzalen A. Vecht, Amsterdam. Schilderijen
door A. O. Willink. Tot 15 October.
Kunstzaal Kleyksmp. den Haag. Schilderijen
en teekeningen door Toon Kelder. Tot 15 October.
Rotterdamsche Kunstkring. Rotterdam. Schilde
rijen door P. Corn. de Moor. Tot 16 October.
Amsterdamsche ateliers voor Binnenhuiskunst.
Amsterdam. Schilderijen en teekeningen door
Joseph Teixeira de Mattos. Tot 17 October.
Toonkamer Donker, Rotterdam. Schilderijen en.
teekeningen door G. W. van Yperen. Tot l XoL
vember. ;
Huize Meijer Timmerman Tliijssen, den Haagj,
Ceramiek, schilderijen, teekeningen enz. Tot
l November. ;
Kunsthandel Aalderink, Amsterdam. Werk van.
moderne schilders en teekenaars. Tot 23 October!.
Stedelijk Museum. Amsterdam.
Boeken-ten.toonstelling van het Nederlandsen Verbond vaiii
J~5oekenvrifnde.il. Tot 2H October. j
Kunsthandel W. H. Hofstee Deelman. Amster
dam. Schilderijen van ('. Drensberg v. d. Linden'.
Tot 28 October. ' i
Kunsthandel de Bois, ITaarL-m. Werk van Yii
Sanyu. Tot 31 October.
GIDDINGB
TÜYNENBÜRG MUY5