Historisch Archief 1877-1940
No. 2889
De Groene Amsterdammer van 15 October 1932
15
De autobus in de knel
door C. A. Klaasse
NV ARNHEMSCHE HYPOTHEEKBANK
Hyp. KAPITAAL BESCHIKBAAR
DIRECTIE M?5.J.VANZlJST-M?J.F.VERSTEEVEM
if
f.
'p*
l*i'
Verkeerd inzicht
Neen lezer, geen onbewaakte overweg, geen
griezelverhaal onder de rubriek gemengde be
richten", de autobus zit, of komt althans,
figuurlijk in de knel, en dat is maatschappelijk
gezien erger dan wanneer zoo n vehikel in
letterlijken zin in de knel raakt. Ons landje
heeft op het gebied van het publieke verkeers
wezen" meer wonderlijke zaken gekend. Zoo
kwam tijdens en na den oorlog een aantal tram
wegen, stoomtrammen, in moeilijkheden, groo
tendeels door de concurrentie van het toen al
opkomende autobusverkeer, anderzijds doordat de
kolenprijzen toen sterk waren opgedreven en de
tarieven zich niet aan de mede daardoor verhoogde
exploitatiekosten hadden aangepast. De regeering
besloot de trammen te steunen, eo aldus werd het
instituut van het kolensubsidie geboren. ,
De jaren verstreken, de autobusconcurrentie
werd scherper, de kolenprijzen daalden zelfs be
neden het peil van voor den oorlog, ondanks de
busconcurrentie kwamen verschillende trammen
weer op rendabele basis. Alle omstandigheden
wijzigden zich dus aanmerkelijk en bovenal: de
tijd verstreek, terwijl het subsidie destijds als
tijdelijke overbruggingsmaatregel was aangekon
digd, maar.. . het kolensubsidie werd gehandhaafd,
het is er nog, zij het dan ook dat de scherpste
kantjes zijn afgeslepen, en de al te waanzinnige
toestanden uit den wég zijn geruimd. Maar dat
laatste geschiedde pas een jaar geleden toen de
critiek zich al luider deed hooren.
Dan is daar op verwant terrein: de concessie
politiek der provincies inzake het autobusverkeer.
Het zou te ve.r voeren' dit vraagstuk hier
vol!,ledig te bekijken, het bestaansrecht en de
richt: lijnen eener cbncëssiepolitiek onder de loüpe te
nemen. Maar het staat wel vast dat op dit gebied
vaak met groote willekeur te werk is gegaan, te
.vaak incidenteèle beslissingen zijn genomen,
terwijl een algemeene grondgedachte, een vast
richtsnoer bij deze politiek heeft ontbroken.
Eh nu komt dan de dernier cri de la Have: bet
verkeersfonds.
Een van de tegenvallers op de begrooting vormde
*het bedrijfsresultaat op de spoorwegen. In dit
verband moge ik even releveeren dat onze spoor
wegen weliswaar geen staatsbedrijf zijn, doch
gewone naamlooze vennootschappen, maar dat
neemt niet weg dat de verliezen op den rug van
den Staat komen, omdat deze destijds, toen hij het
naastingsrecht verwierf, de plicht op zich heeft
genomen om het tekort dusdanig aantevullen
dat op de aandeelen een dividend zal kunnen
worden uitgekeerd van aanvankelijk 5 pCt. en
sedert het vorige jaar 4 pCt. In de crisis van 1921
heeft die overeenkomst den Staat al geld gekost
«n nu moet de Schatkist ook weer met een flink
bedrag bijspringen.
Het behoeft geen verwondering te wekken,
&a,t, waar toch al de begrooting zorg genoeg baart,
de nieuwe tegenvaller heel weinig welkom i«.
Zoodat men op middelen zint om het gat in het
spoorwegbeheer op andere manier dan uit de
schatkist te stoppen.
In de vorige crisis was de vermindering der ont
vangsten vrijwel uitsluitend te wijten aan de con
junctuur, men kon de resultaten slechts door
tariefwijzigingen trachten te verbeteren, en dat
middel was al heel weinig effectief. Dit keer staat
de zaak er echter anders voor: de slump bij de
spoorwegen heeft tweeërlei oorzaak, waarvan het
POLROGER&C^
LE CHAMPAGNE EN VOGUE
JAGER GERLINGS HAARLEM
moeilijk te zeggen is welke de voornaamste rol
speelt. Eenerzijds lijdt het personen- en goederen
vervoer onder de depressie, maar minstens even
belangrijk is waarschijnlijk de concurrentie van
publieke autobussen en vrachtautodiensten, en
van particuliere autos en vrachtwagens, welke
het spoorwegvervoer onder de duiven schieten.
Daar is dus de oplossing van de schuldvraag
inzake het spoorwegtekort; waren de auto's en
vrachtwagens er niet, dan zouden de sporen er
beter voorstaan, al zou ook dan natuurlijk de
conjunctuur zich doen gevoelen. Laat de schuldigen
aan het spoordeficit boeten, laat niet de schatkist
uit de algemeene middelen dat tekort heelemaal
dekken, maar zorg dat het autoverkeer zijn eigen
consequenties, ook deze indirecte, draagt. Aldus
motiveert men een verhoog i ig van de door het
autoverkeer op te brengen lasten.
Zoo eenvoudig is de zaak natuurlijk ook weer
niet. Want niet elke belasting op het autotransport
beteekent een benadeeling van dit verkeer
tengunste van het spoorwegvervoer. Integendeel.
de wegenbelasting is ontstaan uit den wensch
om t'3 voorkomen dat het automobielverkeer
een economische uitbreiding zou ondergaan, om
te voorkomen, dat de spoor door dit nieuwe trans
portmiddel zou worden benadeeld. Immers, wan
neer de auto alleen maar zou hebben kunneïi
concurreeren omdat de automobilist niet zooals de
spoorwegmaatschappij behoeft te zorgen voor
aanleg en onderhoud van weg en werken (bruggcji
enz.) omdat die wegen nu eenmaal worden aange
legd door de overheid, dan zou dat maatschappelijk
gezien oneconomisch zijn, want dan zouden die
wegen en bruggen niet rendabel zijn, omdat daar
voor geen cijns werd geheven. Een belasting van
het autoverkeer, teneinde daaruit de door dat ver
keer aan de overheid veroorzaakte kosten van
wegen en bruggenaanleg en onderhoud te bestrijden
is dus volkomen logisch, en zelfs noodzakelijk,
indien men wil vermijden dat dit transport para
siteert op de gemeenschap en dat het zich uit
breidt ook wanneer het niet al zijn kosten zovi
goedmaken.
De wegenbelasting is uit die gedachte gebo
ren, en.... er zullen allicht feilen aan kleven.
Misschien zou een benzinebelasting, omdat die
rekening houdt met de frequentie van het wegge
bruik, een juister verdeeling der kosten met zich
brengen, misschien betalen zeer zware vracht
wagens in verband met hun destructie ven i a vloed
op den weg te weinig; misschien is de storting in
het wegenfonds als geheel te klein om inderdaad
e3n vergoeding in te houden voor alle kosten die
de gemeenschap zich getroost ten behoeve van het
autoverkeer. Wanneer dat laatste het geval is
dan wordt het inderdaad tijd dat er een herziening
komt, want dan zou het daarop neerkomen, d t
de autobussen door den Staat gesubsidieerd worden
ten beloope van het verschil tusschen de werkelijke
wegenkosten" en de bijdragen uit het wegen
fonds. Indien aldus een ongelijke verdeeling van
lasten zou bestaan: de trein die al zijn kosten moet
opbrengen, omdat hij zelf voor eigen weg en werken
moet zorgen, de auto voor welke de Staat het pad
bereidt en waarvoor haar maar een deel van de
kosten in rekening worden gebracht, dan dient het
systeem zoo vlug mogelijk herzien te worden.
Maar.... het nieuwe plan voor instelling van
een verkeersfonds is niet geboren uit zulk een drang
naar economisch juiste las?t<m-verdeeling, integen
deel er ligt zeer duidelijk de wensch aan ten grond
slag om die verdeeling te doen plaats vinden zonder
direct verband met de werkelijke kosten van de
beide verkeersgroepen: het transport op rails eri
dat op den publiekeii weg. Het rapport-Welter
dat deze kwestie behandelt zegt o.m. dat auto
bussen in dichtbevolkte gebieden heel wat meer
belasting kunnen betalen, niet omdat de wegen
daar duurder van aanleg zijn, of omdat de rijfre
quentie grooter is en dus het wegenonderhoud
duurder, maar.... omdat zij grooter winstcapaci
teit hebben. Zoo zou dus deze belasting een soort
draagkrachtsbelasting worden, volkomen in strijd
met haar karakter van retributie l Trouwens, de
heele gedachte van de instelling van een algemeen
verkeersfonds" is onlogisch en alleen te verklaren
uit den wensch om de auto het gat in het spoorweg
budget te laten stoppen.
Wanneer rn.en de ontwikkeling van het trans
portwezen op zuiver economische basis wil houden
dan moet men zorgen, dat elk der takken van ver
voer nauwkeurig voor zijn eigen kosten opkomt.
Nu klinkt het heel mooi, dat het
verkeersvraagstuk meer als n geheel beschouwd" moet wor
den dan tot nu toe, maar alle verkeersmiddelen te
laten bijdragen in n potje moet noodzakelijk het
inzicht in de relatieve kostprijsverhoudingen ver
troebelen. Ut t is inderdaad erg zuur wanneer een
nieuwe productiewijze een oude verdringt en aldus
het in dien ouden tak van bedrijf gestoken kapitaal
geheel of ten deele waardeloos wordt. Maar dat
komt om zoo te zeggen dagelijks voor, voortdurend
wordt oud door nieuw verdrongen, en de Staat
bemoeit zich er nimmer mee. Alleen wanneer nu
toevalii? de strop op zijn schouders terechtkomt
zou plotseling zulk eeri gang van zaken onecono
misch worden? De commissie-Weitor meende, dat
men niet dooi' do auto zulk een omvangrijk deel
van het nationaal vermogen als in de spoorwegen
is belegd mocht doen verloren gaan. Alvorens men
op grond daarvan stappen- doet bedenke
m e n dat d o o r g een enkele
maatr e g e l ook al /. o u die alle auto v e r
k e o r v a n' d e n w e g d oen ver d w ij n e n
dat kapitaal te c o n s e r v e e r e n is.
V au het m o m e n t dat concur
rentie m o g e l ij k z o u z ij 11 is dat
v e r in ogen voor de gemeenscha p
v e r l o r e n; wanneer men door c o
ncessiepulitiek of te hooge belas
ting de concurrentiekracht van
het autoverkeer inperkt dan is
daarmee niet nationaal vermo
gen gered, dat is slechts s c h ij n
b a a r het geval.
Wanneer ik een tientje verlies en ik zie kans om
uit den zak van mijn buurman een tientje te doen
verdwijnen, dan kan men nit-t zeggen dat het ver
lies dus ongedaan" gemaakt is. Zoo zou het met
het kapitaal van de spoorwegen ook gaan: maat
schappelijk gezien is dat ten deele of geheel ver
loren van het moment, dat een ander transport
middel goedkooper kan werken. Belet of ver
zwaart men die concurrentie dan laat men de rei
zigers en goederenverzenders het verloren gegane
kapitaal terugbetalen. Dan verliest dus niet de
Staat het kapitaal, doch de transportmiddelge
bruikers, maar verloren is het, daar helpt niets
meer aan.
In dit licht zal men de in dit verband voor te
stellen regeeiingsmaatregelen moeten zien; men
kan deze binnenkort verwachten, immers het
resteerende begrootingstekort is al in de
millioenennota direct in verband gebracht met de spoorweg
uitkomsten, en de belasting voor de autobussen, om
dat gat ten deele te stoppen, is al aangekondigd !
G005EN .mEPHAN
T E LEE: 37067