Historisch Archief 1877-1940
No. 2889
De Groene Amsterdammer van 15 October 1932
17
Via Dolorosa
door Jef Last
Teekenlngen door A. C. Willink
God behoede en bescherme u,
waarde lezer, voor den lijdensweg van
Dordrecht naar Gent op een sleepboot.
Hij spare u voor de eeuwig defekte
sluizen van Hansweert en de altijd
gesloten spoorbrug bij Wemeldinge.
Mogë~Hij u niet bezoeken met vloed
voor Terneuzen of een vierde schut
ting, noch met de plagen van spoortijd
of slapende wachters op bruggen die
met de hand geopend worden, mét
douanen die hun werkzaamheden juist
staken wanneer gij voor den wal komt.
met in- en uitklaring, patenten en
havengelden, moge Hij vooral de ver
leiding van u weren tot vloeken in dat
heilige Terneuzen, waar veldwachters
en marechaussees er met boeten van
15 en 20 gulden voor waken dat de
heilige naam niet gekrent wordt.
Overigens bestaat er gelukkig wei
nig kans dat deze beproevingen over u
zullen komen, want de scheepvaart
op Belgiëen Frankrijk wordt, tenge
volge van de krisis, met den dag
minder, de kapiteins zijn wantrou
wend dat ge misschien zonder pa
pieren over de grens gesmokkeld wilt
worden en bovendien biedt het leven
op een sleepboot nu eenmaal niet het
komfort dat het Carlton hotel zijn
gasten bij voortduring blijft
garandeeren.
Ge moogt al blij zijn als uw kappie,
's avonds om 11 uur, ergens in een
kaféeen sleepje geloot heeft en ge
dient het dankbaar te aanvaarden
wanneer hij u, tot het vroege uur van
den uitvaart, een slaapplaats aanbiedt
in de kooi van den meester. Komt die
machinist dan, ongewaarschuwd, 3 uur
's nachts aan boord om pijpen te
poetsen en het vuur op te stoken, dan
dient ge zelf over zooveel tegenwoor
digheid van geest en spraakzaamheid
te beschikken, dat hij u niet
oogenblikkelijk uit zijn bed weer op de keien
van de kaa smijt.
A la guerre comme a la guerre en
op een sleepboot als op een sleepboot.
Roet, roest en olie vormen een
integreerend deel van het bestaan,
Maaswater vervangt de waterleiding
en je moet je klavieren weten te
gebruiken bij het oppeuzelen van de
daaglijksche koteletten. Alleen hij,
voor wien dergelijke scheepsgewoontes
niets bijzonders meer hebben, kan zich
thuis voelen op het water. Wie met
een sleepboot wil varen, die leeft aan
dek en de rest is bijzaak.
Nog in den nacht, vier uur 's mor
gens, vaart men uit, omcirkelt de
lichters waartusschen de schepen lig
gen die gesleept moeten worden:
ahoy Atlas, ahoy Belgenland, in de
roef wordt een lichtje ontstoken,
haastige klompen klepperen over de
luiken, ankerkettingen rammelen, de
sleeplijn wordt uitgebracht en
vastMet de meisjes is het ook niets meer
Waar de bruggen met de hand gedraaid worden
gezet op de patenthaken, dan komen,
kunstig manoeuvreerend, de schepen
achter elkander te liggen en schuift de
sleep langs de donkere,
middeleeuwsche bastions, torens en poorten van
het oude Dordrecht de rivier at'.
Op de Kil begint het te dagen, even
later zien wij, in het eerste morgen
licht, hoe de machtige stroom zich
onder de veertien ranke bogen van de
Moerdijkbrug haar weg baant. Dit is
geen rivier meer, dit is een zee-arm
waar onze beide schepen de ruimte
hebben om naast elkaar te varen.
Want het is mooi weer, ditmaal dreigt
er geen plotselinge storm, zooals onze
kappie een paar jaar geleden mee
maakte toen, binnen het kwartier.
zes schepen van hun trossen sloegen.
op de platen gezet moesten worden en
door midden braken.
Dit keer is er geen kans dat het
water op de stookplaat komt en men,
met levensgevaar, vrouwen en kin
deren in doodsangst van de, zinkende
kempenaars en spitsen zal moeten
redden terwijl iedere nieuwe golf zich.
over den denneboom heen. door de
stukgeslagen luiken in het ruim stort.
Vandaag bestaat er hoogstens kans
dat het weer nog heiiger zal worden.
zoodat wij en de vloot voor en achter
ons. op dit gevaarlijke water vol on
diepten, voor anker moeten, en de eb
zullen verzuimen. Maar het loopt mee.
Zelfs de gevreesde spoorbrug bij
Wemeldinge is open. en reeds om
3 uur meeren wij bij Hansweert aan
den steiger.
Daarmee begint de ellende voor
hen die haast hebben: de eigen schip
pers en kleine! sleepbootbe/itters.
maar tegelijkertijd ook de rust voor
hen wien de reis niet lang genoeg kan
duren: de knechts en het personeel
van de booten.
De sluis in Hansweert maakt dat
wij vanavond niet tot elf uur hoeven
te varen, ze zal ons, als het water
tenminste niet boven peil blijft, pas
om 9 uur doorgchutten, dan willen de
schippers, in het donker, niet meer
over de gevaarlijke Schelde varen,
morgen zullen we daardoor, bij Ter
neuzen, het goede tij verzuimen en als
wij eindelijk daar, drie uren na binnen
komst in de haven, geschut kunnen
worden, is het ondertusschen te laat
geworden om in Sas van Gent nog uit
te klaren. Deze misère met het schut
ten in Hansweert, (het blijkt
onmooglijk op den weeken bodem hier groote
sluiswerken in goeden staat te houden)
kost onzen kappie een tijdverlies van
minstens 24 uren, zij geeft ons
gegelegenheid om straks een
boerennachtje te maken en voor dien tijd,
gezellig buurtend, onze
schippersgarentjes te spinnen.
Het gesprek bij ons aan boord gaat
niet over het konflikt met Japan, niet
over het krisiskommitée, noch over
Hitler.
Wij houden ons hier op de vaart
slechts met drie belangrijke problemen
bezig; de Bona Spes. de malaise en de
vrouwen.
De schipbreuk van de Bona Spes
is het belangrijkste, want de vraag
blijft onopgelost waan,m de stuurman
de sleephaken niet los kon krijgen en
of de boot wellicht zichzelf onder
water heeft getrokken daar de schroef
immers nog draaide toen ze al was
gekapseisd. Waarom hebben ze van
de Biem enu geen boot uitgezet die de
vrouw had kunnen redden, terwijl die
andere schipper bezig was met den.
reeds bewusteloozen, stuurman y Kn
als ze <fe vrouw toch nog eens gered
hadden, hoe zou het dan gegaan zijn
met het jong waarvan ze al /es maan
den zwaar ging'-' Kan zoo'n jong in liet
n K lederlij f verzuipen!'
(Slot op pag. 18)