De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1932 15 oktober pagina 2

15 oktober 1932 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

De Groene Amsterdammer van 15 October 1932 No. 2889 De Tweede Kamer en de plannen van Minister De Geer r &iGemeenschappelijk overleg noodzakelijk. De afdeelingen van de Tweede Kamer hebben in deze en in de vorige week de ontwerp-begrooting voor 1933 met de millioenennota behandeld. Binnenkort kan het schriftelijk verslag van die beraadslagingen worden tegemoet gezien. De re geering zal daarop eerst schriftelijk van antwoord dienen. En als het eenigszins mogelijk is, zal nog vóór Kerstmis de begrooting in de Tweede Kamer als vrucht van het gemeen overleg" tusschen regeering en volksvertegenwoordiging, althans in eerste instantie, worden vastgesteld. Minister de Geer heeft reeds bij voorbaat en eigenlijk ten overvloede bekend gemaakt, dat hij gaarne bereid is tot overleg. Hij heeft zelfs ver klaard, dat'hij de critiek, die in de laatste weken in pers en openbare vergadering op zijn plannen is uitgeoefend gerechtvaardigd" acht en dat hij het doorgaans met de critiek eens was." Evenals chter een medicus tot een operatie adviseert, al ziet hij de gevaren duidelijk in, of een brand weerman welbewust waterschade toebrengt aan een perceel boven, onder of naast het huis, dat in brand staat, om een grooter gevaar te voorko men, zoo moet ook elkeen, die de verantwoorde lijkheid voor 'slands zaken draagt, in deze om standigheden bereid zijn tot het treffen van maat regelen, die elk op zich zelf beschouwd schadelijk en afkeuringswaard moeten worden genoemd. Tot welk resultaat zal dat overleg van regeering en volksvertegenwoordiging moeten leiden? Uit het schriftelijk verslag van het afdeelingsonderzoek zal ongetwijfeld blijken, dat er zeer groote bezwaren bestaan tegen de voorgestelde verhooging van ons tarief van invoerrechten. Reeds aanstonds heeft niemand minder dan de Heer Colijn, de leider van de antirevolutionnaire partij, verklaard, dat hij dien maatregel ongewenscht acht. Houdt de heer Colijn voet bij stuk en trekt hij de consequentie uit zijn verklaring bij de behandeling van de jongste verhooging van ons tarief, dan is er voor dien maatregel geen meerderheid in de Tweede Ks/mer. Hoezeer trouwens deze maatregel wijziging brengt uit onze tot dusver gevolgde fiscale politiek, moge uit enkele cijfers blijken. ? De rijksinkomstenbelasting heeft over het belastingjaar 1930?'31 ongeveer 85 millioen opgebracht. De opbrengst van deze belasting over het jaar 1933 kan niet hooger worden gesteld dan op 50 millioen. Het oude tarief van invoerrechten bracht over 1931 ongeveer 70 millioen op. Het nieuwe tarief zal over 1933 ongeveer 100 millioen moeten op brengen en dat terwijl de invoer vermoedelijk tot op ongeveer de helft zal zijn gedaald. Boven een verhooging van het tarief van invoerrechten moet een verzwaring van de tabaks belasting worden verkozen. ? De regeering heeft het voornemen de uitvoering van een groot aantal openbare werken, o.a. de WOLLEN DEKENS ZOHEH voortzetting van de drooglegging van de Zuider zee stop te zetten. Voor dat laatste werk zal ongeveer 11 millioen per jaar noodig zijn. Dat lijkt veel. Maar die onderneming zal allicht werk verschaffen aan ongeveer 5000 arbeiders, die anders werkloos zouden worden. Zonder rekening te houden met de moreele schade voor deze ar beiders en hun gezinnen, zal niet heel veel minder dan de helft van dat bedrag aan werkloosheidsuitkeeringen moeten worden uitgegeven, wanneer men thans het werk stop zet. Van alle kanten dringt men aan op werkver schaffing, ten einde de werkloosheid te bestrijden. Er zijn nog andere redenen, waarom men thans met dit werk moet doorgaan. Men heeft op dit oogenblik de beschikking over het noodige apparaat en de prijzen van het materiaal en de grondstoffen, evenals de looneri van de arbeiders, zijn thans lager dan zij in langen tijd waren. Alleen al tengevolge van deze prijsdalingen zal men thans wel een 20 millioen kunnen bezuinigen op de kosten van de tweede inpoldering, die met inbegrip van de verkaveling, de ontginning en den bouw der boerderijen op ongeveer 144 millioen begroot zijn. Wanneer men op bepaalde werken wil bezuini gen, dan zoeke men dat eerder op het gebied van de defensie, dan op dat van den waterstaat. De regeering heeft reeds te kennen gegeven, dat zij de werkloosheidsuitkeeringen vooralsnog niet zal verminderen. Zij laat echter een onderzoek instellen naar de mogelijkheid om een deel van de uitkeeringen te doen geschieden in natura. Die regeling zal niet gemakkelijk zijn te vinden, wil zij in zooverre eenig practisch effect sorteeren, dat, niettegenstaande de distributiekosten, de werkloozen evenveel in waarde zullen ontvangen als vroeger, terwijl het der regeering minder kost. Het sterkst wordt in het openbaar geageerd tegen de voorgestelde verlaging van de salarissen der rijksambtenaren. Toch zal de regeering die verlaging naar ik meen kunnen doorzetten, indien zij de stelling weet te bewijzen, die zij voorloopig zeer beknopt in de millioenennota toelicht, dat de kosten van levensonderhoud zoo zeer zijn ver minderd, dat de verlaagde salarissen in koop kracht niet zullen achter staan bij de oude sala rissen in verband met de kosten van levensonder houd, op het tijdstip, dat zij werden vastgesteld. Er is altijd nog iets meer te zeggen voor de verlaging van de salarissen, van de rijksambtenaren, dan voor de verlaging van de werkloosheidsuit keeringen. De laatste zijn minima, waarvan een gezin nauwelijks kan rondkomen. Er moet deze regeering, die slechts steunt op drie politieke partijen, zoo kort voor de verkiezin gen, alles aan gelegen zijn, een sluitende begrooting tot stand te brengen, die aanvaard wordt door een zoo groot mogelijke meerderheid in de Tweede Kamer. Dat doel zal naar ik meen het best bereikt kun nen worden, indien regeering en volksvertegen woordiging in gemeenschappelijk overleg op de volgende basis tot overeenstemming trachten te komen. De voorgestelde tariefsverhoogin g wordt inge trokken. Daarentegen wordt de tabaksbelasting verhoogd. De drooglegging van de Zuiderzee wordt door gezet. Er wordt echter meer op defensie bezuinigd. De werkloosheidsuitkeeringen blijven gehand haafd. Men onderzoekt echter, of het mogelijk is de uitkeeringen op hetzelfde peil te handhaven doch de uitkeeringen in geld voor een deel te ver vangen door uitkeeringen in natura. In dat schema zal, als ik het wel zie, de voorge stelde verlaging van de salarissen der rijksambte naren niet kunnen worden gemist. Dit programma heeft niet de pretentie een ide aal programma te zijn. Het is mijns inziens van alle kwaden echter het minst kwade. A. C. JOSEPHUS JITTA Boekbespreking De twijfelaar door J. Limburg. Met een inleidend woord van dr. Jan WalchD. A. Daamen's U. M. N.V. De inleiding, die dr. Walch voor dit hoek ge schreven heeft, werkt verwarrend en irriteerendVerwarrend omdat hier een precedent geschapen is, dat ten nadeele van den heer Limburg, de ver wachtingen te hoog doet spannen, ir/iteerend om dat het niet voor den schrijver pleit, dat hij zijn werk niet op eigen beenen, doch op de krukken der kritiek-bij-voorbaat de wereld laat instrompelen. Dat was niet noodig geweest. De heer Limburg. had mér zelfvertrouwen kunnen hebben. Zijn boek een echt beginnelingenboek oveiigens wettigt immers het vermoeden dat hij er allén kan komen. De heer Limburg is een jonge man.. dien dr. Walch niet kende. Hij stelde zich aan den doctor voor onder het licht van den Kerstboom.. Hij had een tot-dien niet zeer voorspoedig leven. Het klinkt hard: doch dit interesseert ons in geen enkel opzicht. Wat ons belang inboezemt is: is zijn boek de moeite van het lezen waard? Ik zeg volmondig: ja ! De Twijfelaar is geen groot boek,. het is zelfs geen belangrijk of een mooi boek. Het is een Calvinistisch boek. Dat wil zeggen: hard, stug en klein-burgerlijk. Op den bodem van het Nederlandsche Calvinisme tieren distels in de glas-harde en water-koude atmosfeer van een dorpsstraatje-onder-winterlucht. Maar een distel kan grillig zijn en een dorpsstraatje kan karakttr hebben en grillig is dit boek en soms heeft het ka rakter. De praterijen over Katholicisme en Pro testantisme zijn dorpskout en deze Hollandscho Lena's zijn de maagdelijke hetaeren, die in dit land een rol spelen, die omgekeerd evenredig is aan haar volstrekte onbelangrijkheid. Zoo is De Twijfelaar een weinig-beteekenend boek over din gen en menschen die niets beteekenen in het licht der eeuwigheid. Doch ziet men het als een debuut in de Nederlandsche letterkundige ..binnenhuis architectuur" dan dringt het tot de erkenning: het kan een kleine belofte zijn van iets dat rnér is^ dan Wihn,a of Johanna Kuyper. Hetgeen dus nog geen schoone belofte behoeft te wezen. Sara V ierbout door Josine ReuUng. Nijyh en van Ditmttr N.V., Rotterdam. 10.32. De pijnlijkste taak die een recensent moet ver vullen is: met volle overtuiging te kunnen erken nen: Mevrouw, u kunt schrijven, u schrijft zelfs hél knap, uw Siempie was een verrukkelijk kind en uw Sara is een vrouw, die leeft en een hart heel't dat meiischelijk klopt en oogen die huilen en ver langen en smeeken en koesteren. Maar, mevrouw. in acht van de tien Nederlandsche huizen, huilen, verlangen, smeeken en koesteren acht Sara's. Zij loopen dwars door onze levens en zij kruisen onzen weg en wij zien ze niet; op iedere huiskamertafel zetten zij een kopje thee voor ons en wij merken haar niet op; in ieder maagdelijk en pitch-pine bed snikken zij de erbarmelijkheid van haar leege levens uit en wij hóóren haar niet, en aan alle liefsten-aller-moeders wijden zij haar bloedelooze le vens. Mevrouw, al deze Sara's zijn waarlijk bekla genswaardig en het diepste mededoogen waard en gij verstaat de kunst en daarvoor mogen wij u oprecht dankbaar zijn voor ons zulk een troostelooze juffrouw uit een troosteloos Hollandsen huis waarlijk warm te doen leven. Maar deze Sara's zijn allén maar juffrouwen. Haar levens zijn niet gebonden aan het razende leven aan de ander? zijde van de dierbare huisdeur. En allén die andere zijde heeft onze belangstelling. E. ELIAS. Kon. Meubeltransport-Maatschappij DE GRUYTER & Co. DEN HAAG AMSTERDAM ARNHEM BEWAARPLAATSEN VOOR INBOEDELS

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl