De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1932 22 oktober pagina 13

22 oktober 1932 – pagina 13

Dit is een ingescande tekst.

Dramatische kroniek door Henrik Scholte 'n Lot, 'n Wacht, 'n Milïioen, door Colantuonl («ezelschap Naalborn) Waar dit Italiaansche stuk zoo plotseling van daan gekomen is, mag Joost weten, maar het viel als een bom in het Centraal Theater en barstte. Dadelijk het begin al, het begin, dat naar men ?zegt het moeilijkste is voor den comedieschrijver, en voor den kluchtschrijver zeker. Die werken nog altijd met een kletspraatje tusschen den butler en het kamerkatje, of met mevrouw aan de telefoon, of, als men erg origineel wil zijn, desnoods met een zoen: weinigen weten op een eigen wijze terstond te vertellen van dit en van dat en van hoe het nu eigenlijk zat. Colantuoni, onbekende vogel op onBe planken, begint echter met een Auftakt", waar de meeste kluchten zelfs niet op het kookpunt van het tweede bedrijf vlak voor de pauze aan toe komen. In een zwijnestel van een kamer, waar alles overhoop ligt of tenminste in de eerste minuut omvalt, tieren tien kleine Italiaantjes en slaan elkaar met alles wat los en vast is om de ooren. Want het lot is weg, het let van de Italiaansche loterij, het lieve, heer lijke maar weggeraakte lot, waar net het miljoen op gevallen was. Ik weet wel, dat is het filmtracje van Stroheim, van Clair. Maar Colantuoni knoopt .er zulk een heerlijke sarcastische moraliteit aan vast, die nog veel kostelijker is dan de situatie alleen al. Oom, dis het lot had, stierf. Hij werd begraven in een colbertje. En hij schrijft zijn lieve familie een posthumén brief, die opgedragen wordt door den prachtigsten Italiaansche postbode die er ooit op het tooneel heeft rondgeloopen, en in dien brief schrijft Oom dat het lot in dat colbertje zit. Mis schien is er een wederzien", schrijft hij er bij. Men ziet elkaar weder, op verschillende manieren. Nu moet gij weten, dat de familie bestaat uit een half dozijn neven van den eersten te t den der den graad, de meesten met vrcuw en kroost. Alles in liefde vereend in bet huis, waar een miljoen zoek is. Deze familie van aasgieren, die hun primitiefste hartstochten toonen in scène na scène waar het vuur uitslaat, vormt de kern, het mikpunt van Colantuoni's schaterend en spot. Er blijft ons niets gespaard, al deze menschen staan, met uw verlof, in hun hemd en als de storm over is, hebben wij een hartig woordje over de menschelijke driften te hooren gekregen, zonder dat wij er iets anders voer hoefden te doen dan te lachen en onze oogen uit te kijken naar dit Italiaansche huishouden van Jan Steen. Saalborn heeft zich blijkbaar met volle kracht op dit stuk geworpen, er lag althans een rijke, gavs sfeer in deze vertooning, die misschien een klucht was, maar dan toch een tot in alle hoeken en gaten nagejaagde, gecontroleerde en geperfectionneerde "klucht, ook in zijn dolste charge vol bloeiend leven. Allen, van de grootste tot de kleinste rol, pasten in deae sfeer, de Italiaansche typeering was, innerlijk en uiterlijk, zoo geraffineerd als het maar kon en geen detail scheen verwaarloosd, hoe schijnbaar zorgeloos en wild-uitbundig de voor stelling van het loterij-bacchanaal ook verliep. Alleen op het allerlaatst, in de eigenlijke ontknooping, valt bet stuk met mee, maar het is stellig een dier gevallen, waar men een vuurwerk, dat rijk en vol was, gaarne vergeeft, dat het eens uit gaat, omdat er toch een slot aan moet zijn. Het is een dier vertooningen geworden, waarvan men liever het totaal, het prachtige samenspel zou "willen roemen dan de individueele rollen. Aldus bezien is dit trouwens een stuk met tien of twaalf hoofdrollen, met als sterkste losse indrukken een reus van een Italiaan van Saglborn, een boersch gtuk aarde van Eerens, een dot van een over haar zenuwen geraakt tantetje van Marie Hamel, een Jan Salie van een bureaumannetje van Ptichard Flink, die zich een onverbeterlijk hoofd had aan gemeten, en een heel fijn en verrukkelijk geestig ten voeten uit geschapen praatgraag advocatenkereltje van Elias van Praag. 'n Lot, 'n nacht, 'n millioen Slagen blad voor tooneel, dans, film en cabaret VRAAGT PROEFNUMMER POSTBUS 886 AMSTERDAM Premières van de week Wat nooit gebeurt, wij krijgen ineens alle dagen macaroni. Na Pirandello en Colantuoni in n week is ook de Russische regisseur Dr. Ilja Motylew met iets Italiaansch komen aandragen: een wel satyriek, maar al te theoretisch en levenloos opgezette comedie over huwelijk en eergevoel van Chiarelli, waarvoor Motylew tevergeefs trachtte om de natuurlijke zwaartekracht van de altijd degelijk burgerspel spelende leden van het Schouw tooneel te overwinnen. Alleen bij tweede rollen in het stuk, van Ezerman en Dogi Rugani, lukte dat. Het ttaat niet m de Nederlandsche wet, de t wij verplicht zijn een vrouw te dooden, wanneer er op haar een vermoeden van ontrouw rust, alles? op . straffe van eerverlies en negatie door vrienden en magen. Voor de Italianen is dat blijkbaar een even onverbiddelijke conventie als het uitkomen in de kleur van je maat. Doet men het niet, dan weige ren de anderen om verder te spelen en dan krijgen wij het voor ons gevoel toch wel wat al te spits vondige geval van een man, die als eeredienstweigeraar zijn zoogenaamd vermoorde vrouw in huis verstopt en, vrijgesproken van den rpoerd dank zij het rethorische pleidooi van den advocaat (die tevens cie minnaar van het lijk was), ter be grafenis tijgt omdat er te juister tijd een onbekend vrouwspersoon uit het meer van Como werd opge vischt. Dat is alles te veel pour besoiri de la csuse, en de cause zelf bestaat uit een aantal aphorismen en maximen tp het gebied van de huwelijkstrouw, zooals elke Franscbe comedie er honderd heeft. Er worden teveel open deuren ingeloopen. Neen, geestiger en natuurlijker was dan de Weensche comedie over een nauw-verwant onder werp: de zoogenaamde privileges van den man in/,ake het huwelijk, dat in Emmeiich Hala/sz' Zal je altijd van me houden ?" op scherpe en vaak zeer ondeugende wijze behandeld wordt, liet Ge zelschap Comoedia (althans het restant van wat tien jaar gsltden een hoogtepunt in ons tooneelleven was) beleefde er zijn opstanding mee en zal er ook misschien in het Grand Théatre, waar nog de koude sigarettenrook van honderden operette-vertooningen hangen bleef wel plezier van kunnen hebben. Vooral cmdat het stuk een gecompliceerde, ma?r sterke en sympathieke vrou welijke hoofdrol bevat en Vera Bonda-m hier net precies het werk vindt, dat zij aan kan. Een derde satyre, slapper, breedvoeriger en evenals Chiarelli al te vooropgezet in elkaar ge knutseld, werd ons epgedischt door de Amsterdamsche Tooiieelvereer.iging onder den titel ..In brekers hebben de voorkeur''. Het bekende trucje van iemand, die een dubieus spelletje meespeelt. omdat hij toch ook wat emotie in 7,'n berooide leven wil hebben en derhalve voorstelt wat hij niet is terwijl anderen zijn wat zij riet voorstellen, wordt al te leeg en ampel bediscussieerd: hier en daar een grapje, veel onzin er tussdhendoor en alles bij elkaar nogal tam en ongeloofwaardig. Goede acteurs deden hier hun best om het neutrale spel te leveren, dat ten < iirechte den naam heeft amusementptooneel" te zijn, en waren zeker ook niet de aangewezen vertolkers vcor dit bedachte spel letje. Alleen Georgette Hagedoorn dartelde dcor alles heen, sprong boven op tafel? en maakte gra.pjes met bloemen en champagrieflesschen en sloeg tenslotte een bord stuk op het hoofd van haar rivale Willy Haak, die daarop opsprong en een furieuze scène met Georgette begon, die wel het eenige kleurige en werkelijk amusante moment van den avond was. Cruys Voorbergh speelde een soort van jongen Wilde, waar een Prins van Wales verondersteld werd te staan. Maar Cruys Voorbergh is dan ook een te markant talent om jeune premier te zijn. Het wachten bij de Amsterdamsche Tooneelveroeniging is thans op Obey's lieflijke parabel van de Acke Xoach's, die /ateidag reeds te \vj?,ter gelaten /.al worden: dat men aan dit gezelscliap niet werkt, /.al nieii moeilijk kunnen beweren. i'.. l

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl