Historisch Archief 1877-1940
Dramatische kroniek
door Henrik Scholte
'n Lot, 'n Wacht, 'n Milïioen, door
Colantuonl («ezelschap Naalborn)
Waar dit Italiaansche stuk zoo plotseling van
daan gekomen is, mag Joost weten, maar het viel
als een bom in het Centraal Theater en barstte.
Dadelijk het begin al, het begin, dat naar men
?zegt het moeilijkste is voor den comedieschrijver,
en voor den kluchtschrijver zeker. Die werken nog
altijd met een kletspraatje tusschen den butler en
het kamerkatje, of met mevrouw aan de telefoon,
of, als men erg origineel wil zijn, desnoods met een
zoen: weinigen weten op een eigen wijze terstond
te vertellen van dit en van dat en van hoe het nu
eigenlijk zat.
Colantuoni, onbekende vogel op onBe planken,
begint echter met een Auftakt", waar de meeste
kluchten zelfs niet op het kookpunt van het tweede
bedrijf vlak voor de pauze aan toe komen. In een
zwijnestel van een kamer, waar alles overhoop ligt
of tenminste in de eerste minuut omvalt, tieren
tien kleine Italiaantjes en slaan elkaar met alles
wat los en vast is om de ooren. Want het lot is weg,
het let van de Italiaansche loterij, het lieve, heer
lijke maar weggeraakte lot, waar net het miljoen
op gevallen was. Ik weet wel, dat is het filmtracje
van Stroheim, van Clair. Maar Colantuoni knoopt
.er zulk een heerlijke sarcastische moraliteit aan
vast, die nog veel kostelijker is dan de situatie
alleen al.
Oom, dis het lot had, stierf. Hij werd begraven
in een colbertje. En hij schrijft zijn lieve familie
een posthumén brief, die opgedragen wordt door
den prachtigsten Italiaansche postbode die er ooit
op het tooneel heeft rondgeloopen, en in dien brief
schrijft Oom dat het lot in dat colbertje zit. Mis
schien is er een wederzien", schrijft hij er bij. Men
ziet elkaar weder, op verschillende manieren.
Nu moet gij weten, dat de familie bestaat uit
een half dozijn neven van den eersten te t den der
den graad, de meesten met vrcuw en kroost. Alles
in liefde vereend in bet huis, waar een miljoen zoek
is. Deze familie van aasgieren, die hun primitiefste
hartstochten toonen in scène na scène waar het
vuur uitslaat, vormt de kern, het mikpunt van
Colantuoni's schaterend en spot. Er blijft ons niets
gespaard, al deze menschen staan, met uw verlof,
in hun hemd en als de storm over is, hebben wij
een hartig woordje over de menschelijke driften
te hooren gekregen, zonder dat wij er iets anders
voer hoefden te doen dan te lachen en onze oogen
uit te kijken naar dit Italiaansche huishouden van
Jan Steen.
Saalborn heeft zich blijkbaar met volle kracht
op dit stuk geworpen, er lag althans een rijke, gavs
sfeer in deze vertooning, die misschien een klucht
was, maar dan toch een tot in alle hoeken en gaten
nagejaagde, gecontroleerde en geperfectionneerde
"klucht, ook in zijn dolste charge vol bloeiend
leven. Allen, van de grootste tot de kleinste rol,
pasten in deae sfeer, de Italiaansche typeering
was, innerlijk en uiterlijk, zoo geraffineerd als het
maar kon en geen detail scheen verwaarloosd, hoe
schijnbaar zorgeloos en wild-uitbundig de voor
stelling van het loterij-bacchanaal ook verliep.
Alleen op het allerlaatst, in de eigenlijke
ontknooping, valt bet stuk met mee, maar het is stellig
een dier gevallen, waar men een vuurwerk, dat
rijk en vol was, gaarne vergeeft, dat het eens uit
gaat, omdat er toch een slot aan moet zijn.
Het is een dier vertooningen geworden, waarvan
men liever het totaal, het prachtige samenspel zou
"willen roemen dan de individueele rollen. Aldus
bezien is dit trouwens een stuk met tien of twaalf
hoofdrollen, met als sterkste losse indrukken een
reus van een Italiaan van Saglborn, een boersch
gtuk aarde van Eerens, een dot van een over haar
zenuwen geraakt tantetje van Marie Hamel, een
Jan Salie van een bureaumannetje van Ptichard
Flink, die zich een onverbeterlijk hoofd had aan
gemeten, en een heel fijn en verrukkelijk geestig
ten voeten uit geschapen praatgraag
advocatenkereltje van Elias van Praag.
'n Lot, 'n nacht, 'n millioen
Slagen
blad voor tooneel,
dans, film en
cabaret
VRAAGT PROEFNUMMER
POSTBUS 886 AMSTERDAM
Premières van de week
Wat nooit gebeurt, wij krijgen ineens alle dagen
macaroni. Na Pirandello en Colantuoni in n
week is ook de Russische regisseur Dr. Ilja
Motylew met iets Italiaansch komen aandragen: een
wel satyriek, maar al te theoretisch en levenloos
opgezette comedie over huwelijk en eergevoel van
Chiarelli, waarvoor Motylew tevergeefs trachtte
om de natuurlijke zwaartekracht van de altijd
degelijk burgerspel spelende leden van het Schouw
tooneel te overwinnen. Alleen bij tweede rollen in
het stuk, van Ezerman en Dogi Rugani, lukte dat.
Het ttaat niet m de Nederlandsche wet, de t wij
verplicht zijn een vrouw te dooden, wanneer er
op haar een vermoeden van ontrouw rust, alles? op
. straffe van eerverlies en negatie door vrienden en
magen. Voor de Italianen is dat blijkbaar een even
onverbiddelijke conventie als het uitkomen in de
kleur van je maat. Doet men het niet, dan weige
ren de anderen om verder te spelen en dan krijgen
wij het voor ons gevoel toch wel wat al te spits
vondige geval van een man, die als
eeredienstweigeraar zijn zoogenaamd vermoorde vrouw in
huis verstopt en, vrijgesproken van den rpoerd
dank zij het rethorische pleidooi van den advocaat
(die tevens cie minnaar van het lijk was), ter be
grafenis tijgt omdat er te juister tijd een onbekend
vrouwspersoon uit het meer van Como werd opge
vischt. Dat is alles te veel pour besoiri de la csuse, en
de cause zelf bestaat uit een aantal aphorismen en
maximen tp het gebied van de huwelijkstrouw,
zooals elke Franscbe comedie er honderd heeft.
Er worden teveel open deuren ingeloopen.
Neen, geestiger en natuurlijker was dan de
Weensche comedie over een nauw-verwant onder
werp: de zoogenaamde privileges van den man
in/,ake het huwelijk, dat in Emmeiich Hala/sz'
Zal je altijd van me houden ?" op scherpe en vaak
zeer ondeugende wijze behandeld wordt, liet Ge
zelschap Comoedia (althans het restant van wat
tien jaar gsltden een hoogtepunt in ons
tooneelleven was) beleefde er zijn opstanding mee en
zal er ook misschien in het Grand Théatre,
waar nog de koude sigarettenrook van honderden
operette-vertooningen hangen bleef wel plezier
van kunnen hebben. Vooral cmdat het stuk een
gecompliceerde, ma?r sterke en sympathieke vrou
welijke hoofdrol bevat en Vera Bonda-m hier net
precies het werk vindt, dat zij aan kan.
Een derde satyre, slapper, breedvoeriger en
evenals Chiarelli al te vooropgezet in elkaar ge
knutseld, werd ons epgedischt door de
Amsterdamsche Tooiieelvereer.iging onder den titel ..In
brekers hebben de voorkeur''. Het bekende trucje
van iemand, die een dubieus spelletje meespeelt.
omdat hij toch ook wat emotie in 7,'n berooide
leven wil hebben en derhalve voorstelt wat hij
niet is terwijl anderen zijn wat zij riet voorstellen,
wordt al te leeg en ampel bediscussieerd: hier en
daar een grapje, veel onzin er tussdhendoor en alles
bij elkaar nogal tam en ongeloofwaardig. Goede
acteurs deden hier hun best om het neutrale spel
te leveren, dat ten < iirechte den naam heeft
amusementptooneel" te zijn, en waren zeker ook niet
de aangewezen vertolkers vcor dit bedachte spel
letje. Alleen Georgette Hagedoorn dartelde dcor
alles heen, sprong boven op tafel? en maakte
gra.pjes met bloemen en champagrieflesschen en sloeg
tenslotte een bord stuk op het hoofd van haar
rivale Willy Haak, die daarop opsprong en een
furieuze scène met Georgette begon, die wel het
eenige kleurige en werkelijk amusante moment
van den avond was. Cruys Voorbergh speelde een
soort van jongen Wilde, waar een Prins van Wales
verondersteld werd te staan. Maar Cruys Voorbergh
is dan ook een te markant talent om jeune premier
te zijn.
Het wachten bij de Amsterdamsche
Tooneelveroeniging is thans op Obey's lieflijke parabel
van de Acke Xoach's, die /ateidag reeds te
\vj?,ter gelaten /.al worden: dat men aan dit
gezelscliap niet werkt, /.al nieii moeilijk kunnen beweren.
i'..
l