De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1932 22 oktober pagina 17

22 oktober 1932 – pagina 17

Dit is een ingescande tekst.

De ontdekking van Polen Op een schoonen Zaterdag in Sep tember nam in de Rotterdamsche IJselhaven de Slask", van de reederij Zegluga Polska" te Gdynia, mét een schier eindelooze lading ver sleten autobanden voor de Batafabrieken, zes Hollanders aan boord, uiteenloopend van aard, leeftijd en levenswandel, maar n in hun vol strekte onwetendheid betreffende het land, dat zij voornemens waren ge durende tien dagen te doorkruisen: de Rzeczypospolita Polska, alias Po len. De Zes waren jong en op leeftijd, gezet en schraal, rijk en minder met aardsche goederen bedeeld; van een even bonte verscheidenheid als hun garderobe waren hun overtuigingen, en men kan veilig aannemen, dat zij het in Holland over weinig dingen werkelijk eens zouden zijn. Polen echter was hun grootste gemeene deeler: hun gezamenlijke kennis van Polen kwam hierop neer, dat het de wereld had verrijkt met de inmiddels verouderde begrippen Poolschen Land dag en Polnische Wirtschaft, dat het eenige malen in stukken was gesneden, thans hereenigd en onafhankelijk zuchtte onder de laars van een gene raal", zooals dat heet, en n onver gelijkelijk artikel op de wereldmarkt had gebracht: Ohopin. Reeds waren zij door een genereus Hollandsch blad ongevraagd tot studiecommissie" verheven en ook in Polen zouden zij nog menigmaal onder dat vleiende predicaat worden samengevat; doch dat was heelemaal fout, studiecom missies zijn dingen die bestudeeren wat ze al kennen, en de waarheid ge biedt, vast te stellen, dat de Zes nog vóór het vertrek van de Slask" tegen hun promotie protesteerden en stuk voor stuk hun onbevoegdheid bele den, met zooveel gezag te worden bekleed. Meer nog: zij verklaarden zich doordrongen van de onmogelijk heid, in tien dagen een land van dertig millioen menschen met een naar zij hoorden oude cultuur, bewogen ge schiedenis en de moeilijkste van alle Europeesche talen te leeren kennen, en wezen terecht op het meegaan van twee journalisten, waaronder n be roemde, als waarborg voor het on schuldige excursie-karakter van hun Reisverslag door Evert Straat Teekeningen door J. F. Doeve tocht: wanneer werd ooit een journalist opgenomen in n s t u d i e-commissie ? ? Nochtans vormden de Zes geen reisgezelschap in den ge wonen zin. Het verschil stak in de omstandigheid, dat zij, wel verre van zonder geleide op Polen te worden losgelaten, vergezeld gingen van een gids, die door de charme van zijn voorlichting en de delicate zorg waarmede hij uit een rijke eruditie het materiaal koos om zijn vaderland den vreemdeling dich terbij te brengen, hun het gevoel wist te geven, Polen b ij n a te hebben begrepen nog voordat zij er een voet aan land hadden gezet. Jean Paul de Kacskowski, Poolsch consul te Am sterdam, bleek uiteraard vertrouwd met de politieke en economische structuur van het moderne Polen; hij wist het Poolsche standpunt in de kwestie van den Corridor, het regeeringsstandpunt ten opzichte van het Joden-vraagstuk glashelder uiteen te zetten wat de Zes, die te Gdynia als het ware in medias res zouden binnenvaren en zich later niet lieten weerhouden, de ghettos van War schau en Krakau te bezoeken, in staat stelde, de practijk aan de theorie te toetsen .... Maar voortreffelijk waren de twee op het sloependek en in de kajuit van de Slask" gehouden colle ges waarmede hij critische Hollanders inleidde tot wat zij den geest, hijzelf het hart van Polen noemde: zijn kunst zijn historie en zijn volksleven. Zelf schrijver, kon hij uit eigen werk een beeld geven van wat er uit de decaden tie der achttiende eeuw nog over is van den beroemden Poolschen landadel; vertaler van den Nobelprijs-winnaar Reymont, kon hij uit diens epiek passa ges voorlezen, die ons later de dorpen en het platteland om Poznan en War schau vertrouwd maakten. Van de groote nationale dichters vertelde hij, van Minkiewicz en Slovacki en vele anderen, hoe zij met hun hartstochte lijke verzen, die iedere Pool kent, het volk wakker en bijeen wisten te hou den in de jaren der verscheurdheid; en het was nauwelijks noodig.dat hij den Zes de kracht der romantiek in alle Poolsche kunst aantoonde: die roman tiek zat in levenden lijve vóór hen. Toen zij later in de Penclub te War schau de jonge, scherpe poëten der nieuwe zakelijkheid ontmoetten, uit gelaten als jonge katten, drastisch in hun commentaren op tiendaagsche reizen door Polen en onmiddellijk vlam vattend aan een nuchtere op merking over Ohopin (verlangenskunst met emigrantenwoede), kwam hun die stralende middag op de Oost zee in de herinnering en zij beaamden in stilte de woorden van hun" consul, dat zwiepend tussehen uitgelatenheid en vertwijfeling, iedere Pool een ro manticus is. Van het Poolsche hart naar de Poolsche maag il n'y a qu'un pas. De Zes kregen aan boord van hun kok vrijwel niets te zien wat het effect van z ij n romantiek nog verhoogde. Met zijn eersten maaltijd had hij het pleit gewonnen en een half dozijn kieskeurige Hollanders bekeerd tot een reeks gerechten, waarvan zij de flamboyante kleuren met wan trouwen hadden aangestaard en de namen kortweg voor onuit sprekelijk verklaard. Er was een soep voor welker beschrijving men de vocabulaire van schilderkunst en muziek-critici zou moeten plun deren, een goudgebrande kip, slaatjes van merveilleuze makelij, polonaises zoo broos als een parnassisch sonnet, en rijp, versch, blozend, sappig fruit in een ver scheidenheid vran tinten, vormen en vleezen. Het is bedroevend te moeten erkennen, dat de zwakste plek van den mensch nog altijd zijn maag is, en dat culinaire herinneringen tot zijn sterkste behooren, maar voor een land, dat van de onnoozele roode biet tien in smaak varieerende, kostlijke gerechten weet te bereiden voelt een Hollander-o]»-reis een warme ge negenheid opkomen. Nog hadden zij de kloeke karpers, de vette zeelten, de fijne forellen niet genoten, waar mede men hen in Polen zou verleiden ; doch reeds op de ,,Slask" waren de broodjes versch (o tempora !) en daar men op zee blijkbaar altijd kan eten, hadden de Zes permanent gelegenheid te getuigen, dat een land met zóó'n keuken een eeuwenoude cultuur moest bezitten. Zij waren niet bedrogen, in volks kroegjes in Warschau en Krakau aten zij sandwiches waarvoor geen Hollandsche tea zich zou hoeven te scha men. Tn n opzicht was het gezelschap althans in meerderheid bevoegd, over Polen een oordeel uit te spreken. Scheepvaart is er een jong bedrijf de tijden, dat het de korenschuur van West-Europa was en over zee de palen kwam brengen, waarop Amsterdam zou worden gebouwd, zijn lang voorbij. Meer dan een eeuw was Polen afgesneden van de zee; dat het bij de hereeniging slechts een nauwe uitlaat, en niet de Weichselmonding met het oude Danzig kreeg, maakte den op bouw van een Poolsche scheepvaart tot een schier onuitvoerbare taak. Het toe val wilde, dat er onder de Zes twee marine-officieren waren, terwijl de rest op n uitzondering na aan boord van de modernste schepen diverse Oceanen be varen had. Bij zooveel deskundigheid was het op zijn minst twijfel achtig, of een Poolsche vrachtboot met Pool sche bemanning in de oogen van de heeren genade zou vinden; en de Slask" was maar klein, nauwelijks 1500 ton, kinderspeelgoed vergeleken bij de mon sters waarmede zij ge wend waren te reizen. Doch het scheepje bleek goed gebouwd; het stampte niet, slinJean Paul de Kacskowski, ConsulGeneraal van Polen gerde niet en had een merkwaardige machine, rustig als een suizende RollsRoyce, de trots van een jeugdigen machinist, die er, onverschillig voor de technische onkunde van zijn puf fende toehoorders, alle verfijningen van opsomde. In de kraakheldere hutten was de beschikbare ruimte virtuoos verdeeld ; rustig en gezellig was de kajuit, terwijl alles blonk en glansde als een Hollandsch interieur na de groote schoon maak. Het was dan ook voor de ietwat verpoolschte ,,commissie" be paald een teleurstelling, te ontdekken, dat de ,,Slask" niet in Polen, maar door de Denen op L/aaland was ge bouwd .... Den laatsten avond aan boord werd na het passeeren van Rügen vale krijtrotsen en een stadje in de donker heid een bezoek gebracht aan den kapitein. (Slot op pag. 18) 'n Soep je!!

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl