De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1932 5 november pagina 11

5 november 1932 – pagina 11

Dit is een ingescande tekst.

JOSEF VON STERNBERG - De Blonde Venu s L J. Jordaan gaan naar twee groote. koppige eigeu' gerechtigde kinderen, zoowel als naar haar hulpbehoevende baby. Die tenslotte, vermoeid en ontgoocheld. j den strijd opgeeft en niets meer te ' bieden heeft dan haar ongeschokte teederheid. Dit alles wordt door Mariene Dietrich uitgebeeld met een ontroerende kracht, die onze critiek en onze be zwaren het zwijgen oplegt. Men. moge pijnlijk getroffen worden door een onhoodige en machtelooze herhaling van de cabaret-scene uit ..Marokko" door heel deze Blonde Venus"concessie, gedaan aan een veronder stelde publieke belustheid.... men aanvaardt het alles, wanneer men ziet waartoe deze buitengewone speel ster in staat is. Wat er in dit slecht gecomponeerde scenario aan overbo dige en bedenkelijke sensatie wordt ingelascht, valt weg voor de waarlijk groote momenten in den aanvang en aan het slot. Het blijkt, dat de Mariene die men bezig is tot een clichéte maken de Mariene met de bloote dijen en de cynische coupletten : slechts een der vele facetten is, welke dit merkwaar dige talent bezit. Want de se nes, waar zij als het simpele moedertje tusschen man en kind leeft, zijn van een treffende en ontroerende sober heid. Met zoo weinig middelen met zulk een totaal versmaden van alles wat naar sentimentaliteit of melodramatiek zweemt, den toe schouwer te grijpen en va-t te hou den, is slechts aan de allergrootste spelers gegeven. Om de/.e momenten alleen, neemt men de film zooals zij is. Het is in het algemeen geen voor deel voor het filmsujet, schoon te zijn. Maar wanneer men schoonheid zoo vorstelijk draagt, met zooveel onbewuste gratie, met zulk een wee moedige en bittere gelatenheid als Mariene Dietrich dit vermag, dan wordt zij een koningskleed gelijk. Want iedere coquetterie, zelfinge nomenheid en ijdelheid is deze speel ster vreemd. De erotiek, die haar wezen doordringt, schijnt haar een last, soms een walging en nimmer een genot. Het is altijd weer het on barmhartige licht, waarin de man zich moet toonen in al zijn erbarmelijkheid ....tot zij zich over hem ontfermt met die bittere berusting en illusielooze gelatenheid, die haar genegen heid ten slotte maken tot een konink lijke gift van medelijden. Zoo keert zij ook in deze film aan het eind tot den man terug, die haar uitdreef in dwaze, ijdele koitzichtigheid. Tusschen het kind. waarvoor zij gevochten heeft en den echtgenoot, dien zij het leven redde, gaan haar blikken heen en weer.... vol van een stil mededoogen en een zachte, nauw merkbare ironie. Als de man eindelijk, gebroken door eenzaamheid en verlangen, zijn trots prijs geeft dan zet zij de speeldoos aan en zingt^haar gesluierde sttm het oude ich d-nn . . . . " vergeeft von Sterribe'g v voor de/e. zijn verliefdheid.... Tentoonstellingen Mariaiiiie Uartong. IMctura De schilderes Jftt/'itlnnc //(ti'lutn/ is den nieesten. en terecht, bekend als een schilderes van stillevens. De ge schilderde stillevens van haai', zwaar in de verf en naar den vorm grootgehouden, deden aan het werk van Suze Kobertson ongetwijfeld denken, zonder dat daarom aan nabootsing moest worden gedacht. Deze stillevens hadden zeker niet den diepen, psychischen achtergrond van Suze Jiobertson. maar waren toch fatsoenlijk schilderwerk. Zulke stillevens vindt ge hier. geschilderd en geaquarelleerd. Maar ei' is toch nieuws in Pictura. Het laatste werk is stellig van d coratieven geaardheid geworden, en ge zoudt kunnen zeggen, dat meer dan n stilleven het vermoeden moest doen rijzen, dat deze schilderes zich met het maken van tapijten of iets dergelijks moest bezig houden; er is toch meer dan n stilleven hier, dat onmiddellijk naar kleur en ook door de wijze waarop de vormen gevonden werden in wol kon worden uitgedrukt. Dit is ook het geval. Xaar ik hoorde is de schilderes bezig met een andere techniek en zal zij daarmee spoedig aan den dag komen. Benieuwd ben ik dan te zien hoe zich het nieuwere werk verhoudt tot het hier uitgestalde werk; ik zal daarover dan een samenvatting geven. Xog iets is ten slotte hier te noteeren. Xaast de stillevens 0. 19. 23 en 27 zijn er twee portretten te vvaardeeren naar n figuur gemaakt (zie 18 en 8) waar naast de fleur der kleuren van den achtergrond, in de beeltenis zelf breed-uit een rnensch op aangename wijze werd gebootst. WIegers, bij Kleykamp, I>en Haag Ge herkent in het werk van Wiegers bij Kleykamp allerlei elementen uit de laatste en voorlaatste schilder kunst. Daar zouden weinig bezwaren tegen zijn, zóó deze, op bepaalde wijze gegroepeerd, de keuze van een per soonlijkheid ons deden gevoelen. Maar dat doen zij niet tct nog toe. Tot nog toe isWiegers te weinigvan een persoon lijkheid om hem meer dan deze korte nctitie te wijden. Er is daarenboven in het heele werk, hier bij Kleykamp, ook te weinig spanning en levendig heid (Dijkstra overtreft hem daar zeker) om ons te doen hopen op een schilder, wiens ontwikkeling wij bin nen kort hebben te waardeeren. PLASSC11AEHT van l'aul « itrcx'ii iii den Kunstkï'ldor Amster dam l'aul ('itroen e x p os e e r t seeren, de hoek waaronder hij de ca mera instelt en in de belichting van een goeden psychologischen kijk; en in de wijze waarop hij enkele eenvoudige stil leven-motieven, zooals een stoel, een koffer en een tafel, op zijn beeldvlak laat samenkomen van een goed gevoel voor compositie. Van artistiek-expressionistische foto montage experimenten (zijn ..Wereldstad"montages verwierven destijds een zekere bekendheid) schijnt hij, zooals ook vele andere ..modernen", te zijn teruggekomen en tracht thans geheel te blijven binnen de grenzen die het zuiver fotografische ambacht als zoodanig stelt. v. d. T. Spreekzaal Oeinonstri-eren Naar aanleiding van het laffe stukje van F.C. in ..de (iroene" van 29 dezer voel ik mij verplicht bij l'w redactie een woord van protest te laten hooren. De demon straties en betoogingen, die de moderne arbeidersbeweging op gezette tijden meent te moeten organiseeren, beantwoorden allerminst aan datgene, wat l"1. C. aan l'w lezers poogt te suggereeren. Laten mi toch al degenen, die niets van onze beweging begrijpen, het zich voor gezegd houden. dat wij nooit voor de ..aardigheid'' demonstreeren. en vooral iiti niet. Andei's zouden hun die ..aardigheidjes" wel eens zuur kunnen opbreken. A. 1,17,1'; H.MAN

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl