Historisch Archief 1877-1940
JOSEF VON STERNBERG
- De Blonde Venu s
L J. Jordaan
gaan naar twee groote. koppige
eigeu' gerechtigde kinderen, zoowel als
naar haar hulpbehoevende baby. Die
tenslotte, vermoeid en ontgoocheld.
j den strijd opgeeft en niets meer te
' bieden heeft dan haar ongeschokte
teederheid.
Dit alles wordt door Mariene
Dietrich uitgebeeld met een ontroerende
kracht, die onze critiek en onze be
zwaren het zwijgen oplegt. Men. moge
pijnlijk getroffen worden door een
onhoodige en machtelooze herhaling
van de cabaret-scene uit ..Marokko"
door heel deze Blonde
Venus"concessie, gedaan aan een veronder
stelde publieke belustheid.... men
aanvaardt het alles, wanneer men
ziet waartoe deze buitengewone speel
ster in staat is. Wat er in dit slecht
gecomponeerde scenario aan overbo
dige en bedenkelijke sensatie wordt
ingelascht, valt weg voor de waarlijk
groote momenten in den aanvang en
aan het slot. Het blijkt, dat de Mariene
die men bezig is tot een clichéte
maken de Mariene met de bloote
dijen en de cynische coupletten
: slechts een der vele facetten
is, welke dit merkwaar
dige talent bezit.
Want de se nes,
waar zij als
het simpele
moedertje
tusschen man en kind leeft, zijn van
een treffende en ontroerende sober
heid. Met zoo weinig middelen
met zulk een totaal versmaden van
alles wat naar sentimentaliteit of
melodramatiek zweemt, den toe
schouwer te grijpen en va-t te hou
den, is slechts aan de allergrootste
spelers gegeven. Om de/.e momenten
alleen, neemt men de film zooals
zij is.
Het is in het algemeen geen voor
deel voor het filmsujet, schoon te
zijn.
Maar wanneer men schoonheid
zoo vorstelijk draagt, met zooveel
onbewuste gratie, met zulk een wee
moedige en bittere gelatenheid als
Mariene Dietrich dit vermag, dan
wordt zij een koningskleed gelijk.
Want iedere coquetterie, zelfinge
nomenheid en ijdelheid is deze speel
ster vreemd. De erotiek, die haar
wezen doordringt, schijnt haar een
last, soms een walging en nimmer een
genot. Het is altijd weer het on
barmhartige licht, waarin de man zich
moet toonen in al zijn erbarmelijkheid
....tot zij zich over hem ontfermt
met die bittere berusting en
illusielooze gelatenheid, die haar genegen
heid ten slotte maken tot een konink
lijke gift van medelijden.
Zoo keert zij ook in deze film aan
het eind tot den man terug, die haar
uitdreef in dwaze, ijdele
koitzichtigheid.
Tusschen het kind. waarvoor zij
gevochten heeft en den echtgenoot,
dien zij het leven redde, gaan haar
blikken heen en weer.... vol van
een stil mededoogen en een zachte,
nauw merkbare ironie. Als de man
eindelijk, gebroken door eenzaamheid
en verlangen, zijn trots prijs geeft
dan zet zij de speeldoos aan en
zingt^haar gesluierde sttm het oude
ich d-nn . . . . "
vergeeft von Sterribe'g v
voor de/e. zijn verliefdheid....
Tentoonstellingen
Mariaiiiie Uartong. IMctura
De schilderes Jftt/'itlnnc //(ti'lutn/ is
den nieesten. en terecht, bekend als
een schilderes van stillevens. De ge
schilderde stillevens van haai', zwaar
in de verf en naar den vorm
grootgehouden, deden aan het werk van
Suze Kobertson ongetwijfeld denken,
zonder dat daarom aan nabootsing
moest worden gedacht. Deze stillevens
hadden zeker niet den diepen,
psychischen achtergrond van Suze
Jiobertson. maar waren toch fatsoenlijk
schilderwerk. Zulke stillevens vindt
ge hier. geschilderd en geaquarelleerd.
Maar ei' is toch nieuws in Pictura.
Het laatste werk is stellig van d
coratieven geaardheid geworden, en ge
zoudt kunnen zeggen, dat meer dan
n stilleven het vermoeden moest
doen rijzen, dat deze schilderes zich
met het maken van tapijten of iets
dergelijks moest bezig houden; er is
toch meer dan n stilleven hier, dat
onmiddellijk naar kleur en ook door
de wijze waarop de vormen gevonden
werden in wol kon worden uitgedrukt.
Dit is ook het geval. Xaar ik hoorde
is de schilderes bezig met een andere
techniek en zal zij daarmee spoedig
aan den dag komen. Benieuwd ben
ik dan te zien hoe zich het
nieuwere werk verhoudt tot het
hier uitgestalde werk; ik zal daarover
dan een samenvatting geven. Xog
iets is ten slotte hier te noteeren.
Xaast de stillevens 0. 19. 23 en 27
zijn er twee portretten te vvaardeeren
naar n figuur gemaakt (zie 18 en 8)
waar naast de fleur der kleuren van
den achtergrond, in de beeltenis zelf
breed-uit een rnensch op aangename
wijze werd gebootst.
WIegers, bij Kleykamp, I>en Haag
Ge herkent in het werk van
Wiegers bij Kleykamp allerlei elementen
uit de laatste en voorlaatste schilder
kunst. Daar zouden weinig bezwaren
tegen zijn, zóó deze, op bepaalde wijze
gegroepeerd, de keuze van een per
soonlijkheid ons deden gevoelen. Maar
dat doen zij niet tct nog toe. Tot nog
toe isWiegers te weinigvan een persoon
lijkheid om hem meer dan deze korte
nctitie te wijden. Er is daarenboven
in het heele werk, hier bij Kleykamp,
ook te weinig spanning en levendig
heid (Dijkstra overtreft hem daar
zeker) om ons te doen hopen op een
schilder, wiens ontwikkeling wij bin
nen kort hebben te waardeeren.
PLASSC11AEHT
van l'aul « itrcx'ii iii
den Kunstkï'ldor Amster
dam
l'aul ('itroen
e x p
os e e r t
seeren, de hoek waaronder hij de ca
mera instelt en in de belichting van een
goeden psychologischen kijk; en in de
wijze waarop hij enkele eenvoudige stil
leven-motieven, zooals een stoel, een
koffer en een tafel, op zijn beeldvlak laat
samenkomen van een goed gevoel voor
compositie.
Van artistiek-expressionistische foto
montage experimenten (zijn
..Wereldstad"montages verwierven destijds een zekere
bekendheid) schijnt hij, zooals ook vele
andere ..modernen", te zijn teruggekomen
en tracht thans geheel te blijven binnen
de grenzen die het zuiver fotografische
ambacht als zoodanig stelt.
v. d. T.
Spreekzaal
Oeinonstri-eren
Naar aanleiding van het laffe stukje van
F.C. in ..de (iroene" van 29 dezer voel ik
mij verplicht bij l'w redactie een woord
van protest te laten hooren. De demon
straties en betoogingen, die de moderne
arbeidersbeweging op gezette tijden meent
te moeten organiseeren, beantwoorden
allerminst aan datgene, wat l"1. C. aan l'w
lezers poogt te suggereeren. Laten mi toch
al degenen, die niets van onze beweging
begrijpen, het zich voor gezegd houden.
dat wij nooit voor de ..aardigheid''
demonstreeren. en vooral iiti niet. Andei's zouden
hun die ..aardigheidjes" wel eens zuur
kunnen opbreken.
A. 1,17,1'; H.MAN