De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1932 5 november pagina 15

5 november 1932 – pagina 15

Dit is een ingescande tekst.

No. 2892 De Groene Amsterdammer van 5 November 1932 15 De positie van het tin door C. A. Klaasse Modelteekenen. H. Ykelenstam, Kunstschilder en W. Schimmel, Leeraar M. O., geven een cursus in teekenen, gedurende de avond uren, in de bovenzalen van Kunsthandel Aalderink. Even tueel ook opleiding voor Rijksadmissie-examens en Akte L.O. Nadere inlichtingen en aanmelding bij Kunsthandel Aalderirk, S ne«l 348, A'darn (C.) Telefoon 35533. Goede verwachtingen Geen enkele grondstof van beteekenis is ont komen aan de prijsafbraak van de laatste jaren. Maar dat wil nog niet zeggen, dat dit verschijnsel voor allemaal dezelfde oorzaken heeft. Feitelijk moet men te dien aanzien scherp onderscheid maken tusschen twee categorieën producten: die welke in de misère zijn geraakt door ,,eigen schuld" d. w. z. doordat de productie destijds werd opgeschroefd tot boven het peil van de be hoefte, en die welke zijn meegesleurd door de crisis, mede veroorzaakt door de overproductie der eerstgenoemde categorie grondstoffen, ten aanzien waarvan dus ook overproductie ontstond, doch eerst nadat de algemeene inzinking in het bedrijfsleven het verbruik had omlaag gedrukt. Naar uiterlijke verschijnselen te oordeelen is er dus weinig verschil, want in beide groepen is er nu tenslotte een onevenwichtige verhouding pro ductie-consumptie ontstaan, hetgeen vaak in beide gevallen hoeft geleid tot opeenhooping van voorraden. Maar toch is het van bela.ng dieper in de geschiedenis terug tegaan en. te zien waar de crisis ,,originair" is, en waar secundair. Vi ant eenerzijds is men geneigd een herstel uit de depres sie te verwachten van die takken van nijverheid die er destijds de aanleiding toe waren, anderzijds is er aanleiding om de marktsituatie van een product, dat een secundaire crisis doormaakt, gunstiger in. te zien dan van n met gelijke statistische positie, ten aanzien waarvan overproductie vee-leer dan acht?ruitgang van het verbruik den prijs heeft doen dalen. Nu is de toestand aldus: dat er maar heel weinig producten zijn aan te wijzen, die niet zelf mede de crisis hebben veroorzaakt, en dat is misschien wel de voornaamste verklaring van de ongekende hevigheid (en langzamerhand ook langdurigheid) van deze crisis. Ik heb er al meer op gewezen, dat allerlei producten die vroeger getroffen" plachten te worden door een crisis, nu daarbij zelf de drijven de krachten zijn geweest. Zoo bv. petroleum, verscheidene metalen, rubber. Uzer is misschien een van de weinige voorbeelden van inderdaad gedupeerde" producten (hoewel men ten aanzien van de Amerikaansche ijzerproductie dat ook al moeilijk kan volhouden). Tin neemt in deze een middenplaats in. Het werd niet door de crisis overvallen in een opgaande lijn, of zelfs in een tijdvak van stabiliteit. De Londensche tinprijs, die in 1926 gemiddeld £291 was geweest, in 1927 gemiddeld £ 289, daalde in 1928 al te t een middenprijs van £ 207 om in het laatste het meest uitgesproken haussejaar 1929 te zakken tot een niveau van £ 204. De oorzaak van dat verloop was de sterke uitbreiding der productie als uit vloeisel van de aanmerkelijke prijsstijging in de jaren 1924?27. Die uitbreiding op zichzelve behoefde nog geen bezwaar op te leveren, omdat in het tijdvak l927 29 ook het verbruik belang rijk toenam. Terwijl in 1927 rond 154.000 werd verbruikt, was dat cijfer in 1929 opgeloopen tot 181.000 ton. Maar de productieuitbreiding was nog sterker geweest dan de wassende consumptie kon verwerken. Dientengevolge steeg de werelrttinvoorraad van 15,000 ton eind 1027 tot 2-1.000 ton eind 1928 en tot 32.400 ton ultimo 1929. Die voorraad was echter in verhouding tot het jaarDe BESTE VARINAS lijksclie verbruik nog niet groet, en gevaarlijk was de situatie toen dan ook nog niet. ('alamiteus werd echter voor de tinmarkt de terugslag die de algemeene depressie had op het verbruik; terwijl in 1929 zooals gezegd per jaar 181.000 ton tin werd verbiuikt. daalde dat cijfer in 1930 al tot l (il.000 ton. in het daaropvolgende jaar tot 130.000. en in het tijdvak l October 193] tot ulti mo September van dit jaar werd niet meer dan 85.000 ton verbruikt. Zoodat men inderdaad kan eonstateeren dat, hoewel ook bij tin primaire crisisverschijnselen niet te loochenen zijn, de secundaire reactie op de algemeene depressie allicht van vee! groot e-r belang is geweest. Zooals de prijs van verscheidene producten is ook de tinprijs in de tweede helft van dit jaar aanmerkelijk opgeloopen. Terwijl op (> Mei een noteeririg werd gehaald van £ 102 beloopt de'/e nu 4- 152. In dit verband moet er natuurlijk reke ning mee gehouden werden dat de fluctuaties van de pondenkoers op die noteering mede van invloed zijn, dat althans die factor geëlimineerd moet worden, wanneer meti de beteekenis van de prijsbeweging voor de producenten wil nagaan. De K. H. B. geeft in zijn prijsstatistiek de op goud omgerekende noteering. Voor April van dit jaar komt deze statistiek tot een noteering van £84.15,0. en voor 23 October tot £104.0,- . Zelfs hier in elk geval een stijging van bijna 25 ":,. Vrage: is er in de statistische positie van dit product een verbetering gekomen welke die prijs beweging verklaart of is het ook hier de ..vertrouwerist'actor", die de stimulans is geweest:' Op den voorgrond zij gesteld dat tin behoort tot de zeer weinige producten ten aanzien waai van betrekkelijk vroeg in de crisis de producenten onderling afspraken hebben gemaakt, ten doel hebbende zooveel mogelijk de productie aan het verbruik aan te passen, en de opstapeling van voor raden te vermijden, liet feit dat de productie geconcentreerd was in een beperkt aantal landen, en daar weer in handen was van een niet te groot aantal ondernemingen, is daarbij natuurlijk van groote steun geweest. Nog belangrijker was mis schien de omstandigheid, dat alle producenten grootendeels werkten voor export, voor de ..we reldmarkt" (een begrip dat helaas ten aanzien van steeds minder producten bestaat), zoodat elk van hen zich niet veel krachtiger voelde dan zijn concurrenten op grond van een bescherming op een belangrijk afzetgebied binnen eigen lands grenzen of op bevriend gebied", waar preferentieele rechten werden genoten. liet bestaan van de belangrijke beschutte markten is immers in vele andere bedrijfstakken oorzaak geworden, dat de eene producent voor den ander zijn quotum niet wilde verminderen beneden de bestaande pro ductie. De afspraken hebben zich eerst beperkt tot den omvang van productie en export, later (Augustus van verleden jaar) werd een pool opgericht waarin een deel van de wereldvoorraad werd ingebracht onder beperkende bepalingen voor den verkoop. Tot een gemeenschappelijke verkoopspolitiek is het niet gekomen, maar deze beide maatregelen, respectievelijk beoogend de over productie te doen verdwijnen en een deel van de voorraden uit de markt te houden, waren toch reeds van groote beteekenis. Tiitusschen is althans aanvankelijk het doel: verbetering van den tinprijs niet bereikt, integen deel. De ooi zaak daarvan was dat zelfs de sterk ingekrompen productie nog niet werd opgenomen door het bij sprongen terugloopende verbruik. Weliswaar daalde de productie in 1930 met 19.000 ton. en in het volgende jaar zelfs met 2S.OOO ton. docli het verbruik daulde in die jaren met rcsn. 20.000 en 25.000. De voorraden namen nog steeds toe. t'ltimo 1929 beliepen deze 32.400 ton, eind 1930 Hi.OOO ton, en ultimo 1931 reeds 5».200 toni Sedertdien is nog een lichte stijging ingetreden waardoor eind April van. dit jaar de zichtbare voorraad een record haalde van (50.500 ton. Daarna is in .Mei een daling met rond 1000 ton ingetreden, in Juni wederom met ruim 1000 ton. in Juli steeg de voorraad weer met 1000 ton. om in Augustus met ruim 3000 ton terugteloopen. in September met 400 ton. en tenslotte in October met 1000 ton. Zoodat in vergelijking met het hoogtepunt per eind Apiil nu een vermindering is ingetreden met bijna 4000 ton of wel (i1/,, p('t. van de toenmalige voorraad. Dat resultaat kon slechts worden vei kregen door steeds ingrijpender restrictiemaatregelen, want terwijl in 1929 het gemiddelde verbruik per maand 15.000 ton beliep. in 1931 rond 11.000 ton. is dat cijfer begin van dit jaar gedaald tot 8500 ton. terwijl in de laatste matmdvn uemiddeld 5200 ton. weid verbruikt. In de situatie y.ijn dus inderdaad eenige bevregende momenten aan te wijzen: het feit dat dit jaar de productie niet meer het veibruik overtreft. eerder omgekeerd, vooits de pooling van een deel van de voorraad die dus niet steeds als een dreiging boven de markt blijft hangen, en de omstandigheid dat een opleving in de conjunctuur allicht een zeer belangrijke verbeteiing zal brengen (wat men niet kan zeggen van producten waar veeleer overmatige productie dan achteruitgang van het verbruik tengevolge van de conjunctuur oorzaak van de prijsdaling is. zooals bv. bij tarwe, koffie, tot op zekere hoogte ook suiker het geval is), terwijl tenslotte de samenwtiking tusschen de produ centen een factor van zeer groote beteekenis is. Dat op het oogenblik productie en verbruik rniu of meer in evenwicht zijn. is natuurlijk een ge lukkig verschijnsel, maar men moet toch de beteeki'iüs ei- van niet overdrijven. Dat evenwichtsherstel wil n.l. allerminst zeggen, dat (wanneer men nu ook eens even de groote voorraad wegdenkt) een belangrijke prijsverbetering kan intreden. want al moge dan niet de productie meer het ver bruik overtreffen, met de potentieele productie is dat des te meer het geval. Kn een geringe prijs verbetering kan al weer potentieele productie daadwerkelijk doen verkeeren ! Het duidelijkste bewijs daarvoor is wel: dat producten, waarvan voortbrenging en verbruik vrijwel in evenwicht zijn, en waarvan ook geen overmatige voonaden bestaan (hetgeen men van ijzer tot op zekere hoogte kan zeggen) wel degelijk de prijs sterk is gedrukt, omdat.... er nog een ernorme leegloopende" productiecapaciteit gereed staat om bij de eerste opleving het tekort aantevullen. Maar in zooverre mag men bij tin misschien een gunstiger positie verwachten, dat indien het verbruik niet verder terugloopt, en de voorraden niet verdei- stijgen, een prijsverbetering kan worden bedongen omdat er zulk een nauwe samenwerking is bij de producenten. Van bijzondere beteekenis is het daarbij <tat die samenwerking is tot stand gekomen in een tijdvak van depressie: zoodra de toestand beter wordt heeft men dan kans dat de band nog hechter wordt, althans niet zwakker. De meeste kartells vallen immers uiteen in een depressie, de band wordt weer aangehaald in de hausse. Voor weinig geld veel gezelligheid. Voor weinig geld veel Muiselijkheid. Voor weinig geld 'n prettige, intieme sfeer in Uw huis. Dat doet een lamp van Jaspers. CEINTUURBAAN 308 - AMSTERDAM Er is maar n Jaspers op de Ceintuurbaan.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl