De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1932 12 november pagina 13

12 november 1932 – pagina 13

Dit is een ingescande tekst.

Nó. 2893 De Groene Amsterdammer van 12 November U.C ?k. ch de BIOSCOPY door L. J. Jordaan Een debuut ..Fakkelgang" van de groep: ,,Visie" Max de Haas, Jo de Haas, Ab. Keyzer ? Geen terrein, waar industrieele en commercieele motieven zulk een belangrijk woord meespreken -- geen terrein ook, waar zij zoo spoedig noodlottig worden. Dit is een waarheid, di°algemeen bekend is waar het de speelfilm geldt, doch die vóór de jonge kunstnijverheid, welke reclamefilm" heet niet minder van kracht is. Om dit begrijpelijk te maken, behoef ik slechts te wijzen op de uit muntende korte reclamefilms, die in de groote theaters het panopticum der starre advertenties" plegen op te volgen. De intelligentie en de zin voor de bondige, pakkende optische formule, aan deze filmpjes besteed,verrassen zelf s het apathische en verveelde entre-actepubliek. Ik kom op deze kurz-filme" -- ben ik wei-ingelicht, van den heer Oohen te Schevingen nog eens uitvoeriger terug. Voorloopig mogen zij hier als bewijs dienen, dat in de meest aperte commercieele film een dosis geest kan werken. En er is niet veel fantasie voor noodig, om te begrijpen hoe dit element zijn strijd moet hebben te voeren tegen de commer cieele principes van den opdrachtgever. Want zulk een reclamefilm is, evenals het affiche, een compromis tusschen twee standpunten. De opdrachtgever, die als zakenman geen Maecenas kan zijn, eischt waar voor zijn goeie geld: d.w.z. een maximum aan reclame. De uitvoerder, op zijn beurt geen blinde zeloot voor sla-olie of Karel I sigaren, wil in de eerste plaats gced en 7«iver werk leveren. En de hemel weet hoeveel plooien en schikken er noodig is om tot een draaglijk gemid delde te komen. De groep Visie" nu, die zich van de Polygoon"fabriek heeft losgemaakt, wil zeer waar schijnlijk trachten in vrijer en meer persoonlijke verhouding te komen tegenover den opdracht gever, teneinde het onvermijdelijke gemiddelde tusschen de beide standpunten zoo hoog mogelijk op te voeren. En als eerste resultaat biedt zij ons Fakkelgarig" een propagandafilm voor de geheelonthouding. Nu hebben deze s.>ort ideëele reclamefi'ms hun onmiskenbare voordeelen, zoowel als bun nadeelige eigenschappen. In den regel toch zal de filmer de handen en den blik meer vrij hebben, dan wanneer hij gebonden is aan een bepaald handels artikel. Het is duidelijk dat men zijn terrein ruimer kan kiezen en zijn aanprijzing bewogener doen klinken, wanneer het om jeugdherbergen, vakbe weging of geheelonthouding gaat, dan wanneer de inspiratie van gummihakken of koffie ,,Hag" moet komen. Daar staat tegenover, dat de lof ia het laatste geval objectiever, nuchterder en daardoor zuiverder klinkt, dan wanneer men ex officio zich moet opwinden voor een ideëele propaganda, die toch maar zeer incidenteel met de gevoelens van den uitvoerder kan samenvallen. Wij krijgen dan dikwijls een gelegenheids-enthousiasme, dat spoedig in de fraze of in de rhetoriek en het pathos vervalt. Daarbij komt nog, dat in heel veel ge vallen de propaganda-makende instanties boven matig hechten aan eenmaal vastgestelde symbolen, die zij te pas en te onpas in het reclamewerk willen toegepast zien. Het zou onjuist zijn te beweren, dat de propa gandafilm Fakkelgang" zich geheel aan boven genoemde gevaren heeft weten te onttrekken het zou onbillijk zijn, niet te erkennen, dat zij DE BESTE VARINAS dezelve tot liet onverrnijdelijkste minimum heeft weten te beperken. Tol de film zelf overgaande valt allei eerst de conclusie te trekken, dat men hier te doen heeft met voortreffelijke eii geschool de vaklieden, die den vollen stoot van een critiek kunnen doorstaan. Voorloop!»1 schijnt liet mij zelfs toe, dat kennis van en vreugde aan het métier de spontaneïteit der idee nog aanzienlijk overvleu gelen. In dit geval een voordeel: voorloopig is immers de eerste aanbeveling voor deze jonge groep, dat de opdrachtgever bij haar mag rekenen op een bekwaamheid en slagvaardigheid, die iedere opdracht aan kan. Dit geldt voor het heele collectief ? scenarioschrijver en technici. Voor mij ligt het scenario en het treft mij, bij zulk een bijna gelijktijdige vergelijking tusscben manuscript en film, opnieuw hoe overwegend belangrijk de geschreven cinegrafiek toch eigenlijk is voor de geprojecteerde dito. Ik kan de verlei ding niet weerstaan er enkele fragmenten uit af te schrijven: ,, ....in traag tempo verlaten (arbeiders) de werkplaats. Opname van binnenuit, zoodat men silhouetten van figuren en beerien tegen helle gat van uitgang '/.iet. Camera volgt een der arbeiders langs straat. In halve close up volgen van kop van arbeider. Hierin ver schijnt even als dubbeldrnk beeld van ver schillende kroegen. Dubbeldruk verdwijnt. Loopende kop blijft over. Hierachter opname van havenkroeg uit de verte. Havenkroeg komt dichterbij: overvloeien in spinnevvcb; komt dichterbij.. .." en verder de impressie van een kroegscene over gaande in een allegorie: ,,. . . .inschenken. Tandelooze mond wijd open. In n teug inklokken van een borrel. Tronie van arbeider, nu geheel verzopen, in grijnsla,ch. Inschenkende arm. Kop van arbeider. levensmoede kop der vrouw. Uitsehenkende arm. Tronie van kastelein. Dierlijke koppen. Stompende vuisten. Gehavende tronie. Weer vuisten. Een blinkend mes. Ontzette koppen. Kastelein schenkt in verstarring verder. Uiterst korte koppen in verstarring. Verstarde kop van kastelein. Uitsehenkende arm. Blijft uitschenken schenkt over glas, over buffet. Stroomen, stroomen. Overstroomt kroeg, straat stad .. .." Dit alles kan als litteratuur geen enkele pretentie doen gelden en (op de overstroomende drank na) evenmin op bijzondere originaliteit van vinding. Maar het is levendig en juist gezien en van een voortreffelijke raakheid in woordkeus. De cineast heeft hier een volledige en betrouwbare bandleiding voor zich hij behoeft geen oogenblik te zoeken naar de intentie van den schrijver, wiens fantasie alles met en door het cameraoog heeft gezien. Dit is inderdaad naar Eisenstein's recept het scenario als beknopte kinonovelle" opgevat: ,,. . ..die in höchster Erregung wiedergegebene Erzahlung des künftigen Zuschauers" ! Het is jammer (dit even tusschen haakjes) dat de scenarist de inderdaad goedgevonden en fil misch dankbare allegorie van de alcohol, die kroeg, straten en stad overstroomt, verkregen heeft ten koste eener psychologische onjuistheid. Iemand die een vechtpartij aanschouwt blijlt. dunkt mij, niet automatisch doorschenken zeker niet wanneer het oen zoo doorgewinterd en actief type overkomt, als een kroeghouder ! Maar dit toont alweer met hoeveel voetangels en klemmen het veld van den serieusen scenarioschrijver is bezaaid .... De realisatie is, wat men van dit ensemble ver wachten mocht, sterk, gekund en af. Men voelt hier de vaste hand aan de camera, die noch voor een picturaal geval, noch voor een boeienden, levenden closc-up, noch voor een technisch bravourstukje als de allegorische intermezzo's, uit den weg gaat. Speciale attentie verdienen m dit geval de inderdaad prachtige brokken leven, die in de verschillende kroegscènes zijn vastgelegd. Dit doet in soms meesterlijke observatie va,n karakter, expressie en gebaar voor geen buitenlandsch werk onder. Opmerkelijk en verheugend tevens na een gelijksoortig verschijnsel in ..Kentering" -?maa1 deze zwenking heet en der jongere filmers, van de machine naar d<-n toch altijd oneindig' mc-er boei enden rnenseh. Opmerkelijk in een anderen zin i.s. dal de apo theosen van dergelijke propagandafilm:-' niet hun Uit Niemandsland" optochten van banale demonstranten, hun gezonde maar saaie modelwoningen, hun zelfvoldane jeugd met manchestei pakken en bloote halzen, lang zamerhand onverdraaglijk beginnen te worden. Zoo ooit, dan is hier een herziening der allegorie dringend noodig. Men loopt werkelijk ka.ns, dat de uitstalling van al deze blanke, brave voortreffelijk heid dcet terugverlangen naar de gokkers en drinkers van voorheen. Hetgeen toch niet de bedoeling is. ... Een belangrijke reprise Victor Trivas: Niemandsland" 8, M. Eisenstein: .,Romance Sentale". ,,I>e Uitkijk Gaarne vestigen wij hier nog even de aandacht op de gelegenheid om in ,,De Uitkijk" twee inte ressante films terug te zien ? Trivas' merkwaardige vredesfilm met de opmerkelijke figuren van den neger Douglas en den doofstommen kleermaker van Sokoloff en zeker niet minder Eisenstein's geniale caprice, die na allen vooruitgang op klankfilmgebied haar volle waarde wist te behouden. Beide werken werden in deze rubriek uitvoerig en met lof besproken. Vertaalde boeken Helen Zenna Smith, Vrouwen in Nood. Verta ling van Yge Foppema. Van Helen Zenna Smith verscheen eerder: ,.Gij vrouwen", waarop dit boek een veivolg is. Beide vertalingen werden uitgege ven door J. Schuit Jr. te Alkmaar. James Gould Cozzens, S. S. San Pedro. Vertaald door Yge Foppema. Uitgave van J. Schuit Jr. te Alkmaar. Nini Boll Anker, De groote prijsvraag. Geauto riseerde vertaling uit het Noorsch door W. Quanjer Steltman. Uitgave P. X. van Kampen & Zoon, Amsterdam. A de St. Exupéry, Nachtvlucht, Roman, ingeleid en vertaald door A. Viruly. Uitgave van Andries Blitz te Amsterdam. Prentenveiling Van Stockum's antiquariaat (J. B. J. Kerling) te 's-Gravenhage zal op 20?24 November a.s. een uitgebreide collectie prenten en teekeningen in veiling brengen. De grootste afdeeling van deze verkooping wordt gevormd door de collectie Jhr. J. W. Six van Vromade. Daaraan zijn verschil lende andere collecties toegevoegd. Kijkdagen: 19, 20 en 21 November a.s. van 10 4 uur. Uit: ,FaKKcigang

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl