De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1932 12 november pagina 18

12 november 1932 – pagina 18

Dit is een ingescande tekst.

18 De Groene Amsterdammer van 12 November 1932 No. 2893 Radio en Grammofoon Harpmuziek door Lou Lichtveld Ravel's ..Introdnetion et Allegro" De harp is een der laatste instru menten geweest, die zich in de belang stelling van de grammofoon-fabri kanten mochten verheugen. En het laat zich begrijpen. Voor de moderne reproductie-techniek viel er met harpmuziek weinig succes te behalen. De klank-eigenaardigheden van het in strument, het levende, maar snelverklinkende van de met-de-vingersgetokkelde toon, gingen bijna geheel verloren in de onvermijdelijke ver vorming van een mechanische re productie. En dat is nog steeds zoo. Het zuivere harp-.timbre komt alleen goed over bij een zeer zorgvuldige en speciaal-afgestemde electrische weer gave. Er is nog een tweede reden, waarom de harp zoozeer op den achtergond is gebleven, in een tijd waarin de eigenaardigste en meest exclusieve instrumenten juist met de grootste virtuositeit voor de grammofoon be speeld worden. Het instrument neemt namelijk een uiterst bescheiden en onzekere plaats in onze muziekwereld in. Als solo-instrument hebben de componisten er nooit goed raad mee geweten, dank zij de groote technische onvolkomenheden, welke de harp tot voor kort aankleefden, en die ook door de hedendaagsche techniek nog niet geheel zijn weggewerkt. De beste harp-composities waren nog afkomstig van de harpvirtuozen zelf, terwijl menig groot componist zich ietwat stuntelig heeft gedragen zoodra hij voor harp moest schrijven. Zoo be staan er voortreffelijke harp-suites van den overigens volmaakt onbe kenden Parijschen conservatoriumleeraar Naderman, uit het begin van de vorige eeuw. Terwijl Mozart. in het concert voor fluit en harp. dat hij voor den Hertog de Guines en diens dochter schreef, het laatst genoemde instrument op zeldzaam ongeschikte wijze heeft behandeld. Ook al neemt men in aanmerking dat bijna alle werken uit zijn Parij schen tijd onder groote druk en zorg geschreven zijn, dan blijft het toch typeerend dat in zijn verder oeuvre. hetwelk zoo buitengemeen veelzijdig is, niets meer voor harp wordt aan getroffen. Beethoven, die in zijn jeugd zelfs tot een sonatine en Adagio voor man doline is gekomen, was evenmin een vriend van de harp, en heeft haar links laten liggen. In lateren tijd heeft zij haar plaats in het orkest gekregen, waar zij echter maar hoogst zelden zelfstandig optreedt, doch meestal gebruikt wordt om aan den samenklank \an andere instrumenten kleur en schittering bij te zetten. De laatste halve eeuw heeft men in Frankrijk echter meer dan elders belangstelling getoond voo*' de harp, ongetwijfeld onder invloed van de twee groote instrumentenfabrieken Eraid en Pleyel. De directeur van de eerste, Sebastien Erard, deed de merk waardige uitvinding om de pedalen waarmede men iedere toon van de harp een halve schrede kon verhoogen, zoo in te richten dat men nog een tweede verhooging kon verkrijgen. De techniek van het harpspel werd daar door veel gecompliceerder, zoozeer zelfs dat Naderman zich met hand en tand ertegen is blijven verzetten tot aan zijn- dood toe. De mogelijkheden van het instrument werden echter vertienvoudigd, zoodat de vernieuwing weldra algemeen ingang vond, en de belangstelling van tal van Fransche componisten gewekt werd. Op bet eind van de vorige eeuw wilde ook de Ployel-fabriek niet achter blijven, en kwam haar directeur, Gustave Lyon, op het idee een chro matische harp te bouwen, die zich aldus aanpaste aan de sterk-chromatiseerende richting, welke de re cente ontwikkeling van de muziek had ingeslagen. Theoretisch zou nu a'les wat ,.harpachtig" klinkt ook mogelijk moeten zijn op hot instrument. De speelteclmiek werd echter opnieuw veel gecompliceerder, zoodat op het oogenblik de chromatische harp, of schoon verdedigd door een aantal geestdriftige voorstaaiiders, de dia tonische pedaalharp nog lang niet heeft verdrongen. Nu hier toch gesproken wordt over den bouw van harpen, is het niet on dienstig te vermelden dat Gustave Ijyon ook. door een serie van nauw keurige metingen, de oorzaak ont dekt heeft, waardoor bij gewone harpen zoo hinderlijk veel snaren springen. wind en weder dienende, wel een twintigtal in de weck .' De metingen wezen uit, dat het gedeelte lijk houten geraamte van de harp, evenals een viool ,.ademt" op het rhythmo van dag en nacht, zonnigdroog en donker-vochtig weer. Op sommige plaatsen werkt het hout tot 3 millimeter uit, waardoor zulke groote spanningsverschillen ontstaan, dat zeer vele snaren springen. Bij wijze van proef op de som bouwde Lyon toen een harp geheel uit metaal, en met het nare springen van de snaren was het daarna werkelijk gedaan. Dat hij voor de harpisten het paradijs niet heeft kunnen ont sluiten, is te wijten aan het feit, dat zulk een metalen harp niet goed han teerbaar is, en een constructie uit aluminium andere nadeelen heeft. Intusschen is het Amerika, waar op het oogenblik de beste harpen gebouwd worden, naar het heet. C.'iteraard krijgt men in Europa niet vaak de gelegenheid ze te hooren. De chromatische harp van Pleyel heeft op niemand minder dan Debussy aantrekkingskracht uitgeoefend. Hij schreef voor dit instrument (met begeleiding van dubbel strijkkwartet) zijn Danse profane et danse sacrée," die voor de eerste maal in 1904 op de Concerts Colonne door madame Warmser gespeeld werden, en eerst onlangs voor de grammofoon werden opgenomen, gespeeld door Lily l.askine, met orkest-begeleiding onder directie van Pierre Coppola. (Gramophone HisMastersVoice W-1025). Dezelfde harpiste heeft ook mee gewerkt bij de reeds langer bestaande opname van een van l )ebussy's laatste werken, de sonate voor fluit. alt en harp. Deze Odeon-platen Teekenins door B. van Vlijmen DE VIOLIERS" De R K. Vereeniging ,,De Violiers," die in het Amsterdatnsche kunstleven een belangrijke plaats inneemt, bestaat heden dertig jaar. Op bovenstaande teekening zijn de Bestuurders in vergadering bijeen; van onderen naar rechts: Ed Brom, (voirzittter) P. Cuypers, Herman aan den Eerenbeemt, Phemia Molkenboer, Frank Luns, Blaisse. Prof. v. Rooy en W. Reynders. (105243?15) brengen een buiten gewoon poëtische compositie in een buitengewoon fraaie uitvoering. De fluitpartij wordt door niemand minder dan Moïse weergegeven. Debussy heeft niet alleen in deze muziekstukken, die niet eenige vaar digheid ook op de gewone pedaalharp te realiseeren zijn. uiterst dank bare en brillante harppartijen ge schreven. Men vindt ze ook in zijn orkestwerken, virtuozer, belangrijker en effectvoller dan bij 'de meeste andere componisten het geval is. Hoe mager doen daartegenover de harp-bewerkingen van sommige van zijn pianostukken, waaraan anderen zich gewaagd hebben. Zoo is onlangs een opname verschenen van zijn ,,le Arabesque", op de harp gespeeld door Denise Herbiecht (Gramophone L?904). Het stuk staat in alle op zichten achter bij een normale weer gave van de oorspronkelijke piariozetting. Technisch is de opname ook verre van bevredigend, zwak en vervaagd, terwijl het harp-geluid hier meer iets clavecimbelachtigs heeft. Het blijkt uiteindelijk dat zulke muziek voor de harp ook niet ligt. De/.elfde ml)<> Ilerbrecht, een voor treffelijke, buitengewoon vaardige, har piste. speelde ook bij de opname van Kavel's ..Introduction et allegro" voor harp en klein orkest, een tien maal dankbaarder stuk, waarvan de opnamen in alle opzichten bevredi gend zijn. De muziek is sierlijk en charmant, perfect en oppervlakkig, zooals het meeste van Kavel. De prach tige trage inzet van strijkkwartet, fluit en klarinet, belooft meer aan muzikalen inhoud dan later gegeven wordt. Daarentegen volgt er wel een knappe en rijk gevarieerde harpcadens, wellicht de meest brillante die tot nu toe bestaat, en die in ,,harpachtigheid" slechts geëvenaard wordt door de composities van Faur en van den Amerikaanschon virtuoos Salzedo. De drie groote platen waar uit het geheele stuk bestaat (Gramo phone L 903 en 904) gevan cok de kwalitatief-beste harp-opname, die er tot nu toe is. liet teekenende timbre van het instrument komt hier nog beter tot zijn recht dan in een oudere ,,Gramophone"-plaat (Ij 668) die een kwartet van vier chro matische harpen doet hooren, hetwelk de meer curieuze dan mooie Prélude et .Blues" van Honegger en een Scherzo" van Larmanjat ten gehoore brengt. Thans schijnt liet Concerto voor harp en orkest van Germaine Tailleferre aan de beurt te komen vooropname. De Groene Amsterdammer Weekblad voor Nederland kost slechts f2.70 per kwartaal (f0.20 voor in cassokosten) of f 10,- per jaar bij vooruitbetaling.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl