Historisch Archief 1877-1940
DE GROENE AMSTERDAMMER
Weekblad voor Nederland
Onder hoofdredactie van A. C. Josephus Jitta
Redacteuren: L. J. Jordaan, F. G. Scheltema en M. Kann. Secretaris der redactie: C. F. v. Dam
: Keizersgracht 355, Amsterdam C. - Telefoon 37964 - Postgiro 72880 * Gem. Giro G. 1000
Opgericht in 1877
No. 2894
Zaterdag 19 November 1932
Spinoza en Nederland
Dankbare herinnering
Den 24sten November a.s. zal het 300 jaar
.geleden zijn, dat Baruch d'Espinoza, meer bekend
-onder den naam Spinoza, te Amsterdam geboren
"werd.
Men spreekt van het toeval der geboorte,
maar dat deze groote wijsgeer de eenigste wijs
geer met een wereldreputatie, die ons land ooit
heeft opgeleverd te Amsterdam geboren werd,
is geen toeval, maar om in Spinozistischen trant
te spreken, de logische consequentie van een
Teeks van feiten, die met elkander in verband
staan als oorzaak en gevolg.
Spinoza's ouders zijn van Spanje naar Portugal
en van Portugal naar de Nederlanden uitgeweken,
gedreven door vrees voor de inquisitie, die hen
met geweld wilde dwingen, het geloof hunner
^voorvaderen af te zweren en tot de alleen zalig
makende kerk toe te treden.
Het is begrijpelijk, dat zij gevlucht zijn naar
-de Nederlanden, waar een voor dien tijd zeer
groote vrijheid van godsdienst bestond, naar het
land, dat mede om die vrijheid van godsdienst
tegen den Spaanschen koning en de inquisitie
was opgestaan, en dat juist in die periode, in zijn
strijd voor de vrijheid van godsdienst en voor de
vrije zee, bezig was tot zeer groote welvaart te
tomen.
Wij Nederlanders kunnen er moeilijk prat op
:gaan, dat wij onze groote mannen tijdens hun
leven hebben geëerd. Om alleen van Spinoza's
tijdgenooten te spreken: Hugo de Groot werd
in de gevangenis opgesloten en heeft tot zijn
?dood buiten zijn vaderland moeten zwerven;
Eembrandt is failliet verklaard; Vondel had bij
het klimmen-der jaren een schamel bestaan als
schrijver bij de bank van leening;
Oldenbarneveldt is ter dood veroordeeld en op het schavot
voor de Ridderzaal terechtgesteld; Johan de Witt
?en zijn broeder Cornelis zijn door het Haagsche
gepeupel op gruwelijke wijze vermoord.
En toch, de vrijheid van godsdienst, dank zij
Willeni den Zwijger in de Unie van Utrecht opge
nomen, was in diezelfde periode hier te lande
grooter, dan ergens elders ter wereld. Velen
kwamen, als Spinoza's ouders, naar Nederland,
om van die betrekkelijk groote vrijheid, om hun
meening uit te spreken en hun geloof te belijden,
te profiteeren.
De Fransche wijsgeer RenéDescartes heeft
een groot deel van zijn leven in ons land doorge
bracht, waar hij vrijwel al zijn werken schreef
en het licht deed zien. In 1635 verscheen te Utrecht
van zijn hand het bekende Discours de la metho
de", waarmede de moderne wijsbegeerte, die niet
langer een dienstmaagd was van de theologie,
.zooals in de Middeleeuwen, werd ingezet.
De Antwerpenaar A. Geulincx, die de
hooge?school van Leuven had moeten verlaten, werd in
1059 docent aan de Leidsche Academie, waar hij
wel geen onbeperkte vrijheid om te doceeren had,
doch een grootere vrijheid, dan in de Zuidelijke
Nederlanden.
De Engelsche wijsgeer en staatsgeleerde John
Locke heeft geruimen tijd in ons land vertoefd.
Van zijn hand verscheen in 1689 te Gouda in de
Latijnsche taal zijn beroemde geschrift, dat hij
in Amsterdam had geschreven, de Letter
concerning toleration".
Spinoza zelf weigerde een aanbod van den
Keurvorst van de Paltz om in Heidelberg tot
hoogleeraar in de wijsbegeerte benoemd te worden,
omdat hij er de voorkeur aan gaf van de rust
en de vrijheid in de Nederlanden te genieten.
Spinoza's godgeleerd-staatkundig vertoog is,
behalve een proeve van moderne bijbelcritiek,
waarbij de schrijver zich ten deele, omdat hij
zijn Hebreeuwsch beter kende, dan zijn Grieksch
en anderdeels, omdat hij niet te veel aanstoot
wilde geven uitsluitend tot het oude testament
bepaalde, een warm pleidooi voor de vrijheid
van denken.
Het geschrift is in zijn staatkundig gedeelte
weinig oorspronkelijk. Het is gebouwd cp de
Leviathan van Hobbes en een soort van apologie
van de Nederlandsche regentenregeering, zooals
zij door Johan de Witt werd voorgestaan.
Het staat niet vast, dat Spinoza en Johan de
Witt elkander gekend hebben, hoewel zij in
elkanders onmiddellijke nabijheid hebben geleefd
en dezelfde denkbeelden hebben voorgestaan.
Het verhaal, dat de wijsgeer een soort van pensioen
genoot, dat Johan de Witt hem had toegekend
en dat zelfs nog na diens dood werd uitgekeerd,
vindt geen bevestiging.
Blijkens Spinoza's eigen woorden is zijn god
geleerd-staatkundig vertoog geschreven, om aan
te toonen, dat men niet alleen de vrijheid van
denken kan toestaan, behoudens de vroomheid
en de rust van den staat, maar dat die vrijheid
zelfs niet dan ten koste van de rust van den staat
en de vroomheid zelf kan worden worden opge
heven.
Als zoodanig is het boek een typisch
Nederlandsch geschrift, dat de denkbeelden van de
meest verlichte leiders van Nederland in onze
gouden eeuw typeert.
Toch werd dit boek, op aandrang der kerke
lijke autoriteiten, in 1074 door de Staten van
Holland verboden. Het zou twee en een halve
eeuw duren vóór de schrijver door de overheid
van zijn land werd gerehabiliteerd.
Kort geleden vond in dezelfde rolzaal op het
Binnenhof te 's-Gravenhage, waarin de Staten
van Holland hun vonnis hadden uitgesproken,
een huldiging van den schrijver plaats, waaraan
door burgerlijke en kerkelijke autoriteiten uit
binnen- en buitenland werd deelgenomen.
De Roomsch-Katholieke hoogeschool te Nij
megen was or officieel vertegenwoordigd en
onder de buitenlandsche geleerden, die voor die
gelegenheid naar Den Haag waren gekomen,
xag men den Poolschen Jezuiet von Dunin
Borkowski, die zijn leven aan du studie van de
ge
schriften van Spinoza heeft gewijd.
Zelfs meen ik onder de toehoorders den secre
taris van de Pcrtugeesch-Israëlietische Gemeente
te Amsterdam te hebben ontwaard, dezelfde
gemeente, die den wijsgeer met den banvloek
trof en haar vloek zelfs uitstrekte tot elkeen, die
Spinoza gastvrijheid zou verleenen, of eeriig
geschrift door hem geschreven zou lezen of ver
spreiden.
Inhoud:
Prof. Mr. A. C. Josephus Jitta, Spinoza en
Nederland.
Prof. Mr. F. O. Scheltema, Parlementaire en
extra-parlementaire ministeries.
J. Jordaan, Ter internationale navolging.
Melis Stoke, Gecondenseerd nieuws, teekeningen
door Wijnand Grijzen. S,D., Boekbespreking.
B. van Vlijmen, De zesweeksche. A.
Plasschaert, Schilderkunst.
Dr. R. Feenstra, Belastingparadijs.
Dr. P. van Olst, Paling-vraagstukken.
Otto van Tussenbroek, Toegepaste kunst. Mr.
H. Scholte, Dramatische kroniek.
10-11 W. Leclerq. Zeilvaart om de kaap.
12. B. Merkelbach, Atelienvoningen. C. v. Wessem,
Muziek, teekening door J. F. Doeve.
L. J. Jordaan, Bioscopy.
A. E. v. d. Tol, Schilderkunst.
C. A. Klaasse, Kopermarkt.
K. Araguez, Zesdaagsche, teekening door J. F.
Doeve.
Uit het kladschrift van Jantje. ??? Alida
Zevenboom, CroQuante croquetjes.
Mr. E. Straat, Poolsehe reisnotities.
Letterraadsel. Charivaria.
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
9.
13.
14.
15.
17.
18.
19.
20.
Omslag: Spelproblemen.
Viooltj
Voortreffelijk»
chocolade in den
vorm van viooltjes.
Een specialiteit.
RINGER5
Let op den naam t
Spinoza was zich bewust, hoeveel hij aan zijn
vaderland en zijn vaderstad had te danken.
Hoewel het gemeentebestuur van Amsterdam hem
op aandrang der kerkelijke autoriteiten gedwongen
had die stad te verlaten, schreef hij weinige jaren
later:
,,De stad Amsterdam moge ons ten bewijze
?strekker, hoe men tot groot voordeel van zich
,zelve en tot verbazing van alle volken de vruch
ten van de vrijheid van oordeelen geniet. In deze
,krachtig blceiende gemeenschap, deze voor
treffelijke stad, leven menschen van allerlei
,natiën en secten eendrachtiglijk bijeen, en voor
,zij iemand hun goed toevertrouwen, zorgen zij
,alleen te weten te komen, of hij rijk is of arm,
,en of hij te goeder trouw pleegt te handelen,
,dan wel met listen en lagen omgaat. Overigens
,vragen zij niet naar godsdienst of secte, daar
.zulks voor den rechter niet helpt om een zaak
,te winnen of te verliezen. Geen secte is er zoo
.onbemind, of haar aanhangers vinden, als ze
,slechts niemand leed doen, ieder het zijne geven,
,en eerbaar leven, hulp en schut bij het openbaar
,gezag". (Godgeleerd-staatkundig vertoog, hoofd
stuk XX).
Met dankbaarheid mogen wij c.rs twee en hal\<;
eeuw later herinneren de wijze waarop Spinoza
over Nederland en Amsterdam oordeelde. <>n
vaststellen hoeveel ons vaderland en onze hoofdstad
aan een van yjjn grootste zonen te danken heeft
A. C. JOSKPHTS JITTA