De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1932 19 november pagina 11

19 november 1932 – pagina 11

Dit is een ingescande tekst.

KAAP HOORN op de Wereldzeeën W. R. Leclercq schadeposten. daar de schepen, gelijk ik reeds zeide, niet verzekerd zijn Veel gewag wordt er in de pers ook steeds gemaakt van de wedstrijden die deze schepen houden op de reis van en naar Australië. Ook hier maakt men zich wel eens aan roman tische overdrijving schuldig. Men denkt daarbij aan den tijd dvr- snelle klipperschepen. die de eerste thee van het seizoen van China brachten: kleine houten schepen van ongeveer 1000 ton, met gekoperde bodems. enorme tuigen en groote bemanningen, die uitsluitend op snel'/.ellen werden gebouwd en beladen; waarop groote sommen werden verwed door reeders, officieren, matrozen en duizenden belangstellenden aan den wal. Die tijd is echter voorbij. De schepen die nu nog varen zijn van ijzer en staal, dat na eenige maanden zee aangroeit en de vaart belemmert; zij zijn voer het meerendeel dertig' jaar en ouder en hun tuig is vaak verkleind om economische redenen: zij varen met een minimum bemanning en met oud en versleten tuig; zij zijn gebouwd om zooveel mogelijk lading te ver voeren en pas in de tweede plaats op zeilen; zij worden tot aan hun merk en soms daarboven afgeladen met zware, stijve ladingen; in n woord: zij zijn ongeschikt, om wedstrijden te houden, en zij doen het ook niet. Xatuurlijk is er steeds riva liteit wie het eerste binnen is, maar het is een goedaardige en tamme rivaliteit, en men maakt er zich niet al te druk ,om. Mijn schip, de Herzogin Cecilie, is het vlaggeschip van de vloot; het heeft een naam op te houden, want het heeft Ae laatste vijf jaren de ..race" gewon nen; ieder deed zijn best een snelle reis te maken; men verdiepte zich vaak in gissingen waar de andere schepen nu zouden zijn; maar van een eigenlijken wedstrijd was toch geen sprake. Wel iswaar had onze kapitein een zekeren afkeer van zeilen bergen, maar dit heeft ons dan ook menig gescheurd en weggewaaid zeil gekost en soms hielden we onze harten vast voor masten en tuig: we kwamen er voor ditmaal nog af met een gebroken bramperdoen, die promptelijk werd gerepareerd. Al was onze reis geen aaneen schakeling van gemengde berich ten (we liepen niet op ijsbergen. rotsen of andere schepen en er viel niemand uit den mast). toch gebeurt er op een nor male reis van een schip, dat uitsluitend op den wind is aangewezen, al zooveel, dat men er gemakkelijk een boekdeel mee zou kunnen / ' uilen. Alleen al h< t voor/ uit komen met den wind, die ieder oogenblik van richting en kracht verandert, is vol doende om hoofden en handen bezig te houden. Zeilen bergen en zetten, ra's ombrassen, stu ren (waarvoor vaak drie man / noodig waren), staaldraad en touwwerk vernieuwen, dit is. buiten de passaatwinden, de hoofd bezigheid. En verder heeft men nog al de andere baantjes die er op een schip op te knappen zijn: roest bikken, verven, platting maken, zeilnaaien, schrobben, schiemanswerk. lading vorst uwen en honderd en ri andere dingen. En aldoor de zee. de lucht en het zeilende schip, soms met 15, 10 knoopen vaart dooi' liet water scheurend, steuaend onder de bolle zeilen vracht van zijn vier masten. \Vie Uit niet zelf heeft beleefd kan er zich eenvoudig geen voorstelling van maken. Zee en wind \\innen rook zooveel aan belangrijkheid, omdat men er zooveel meer van afhankelijk is. Ik kon uren naar de zee zitten turen op het eind van den khiiverboom; op een stoomschip gaat de zee mij na een kwartier al vervelen. Dreigde de reis wat eentonig te worden, dan zorgde tekort aan kolen voor de kombuis, gebrek aan drinkwater of een flink lek wel voor de noodige spanning. Een school walvisschen, een haai, een schip aan den horizon (we zagen het eerste na 75 dagen zee), land in zicht, dit zijn allemaal zeer belangrijke gebeurtenissen op een onafgebroken zeereis van drie en een halve maand. Want havens worden niet aangeloopen. liet is overbodig en duur, en toen wij op 9 Februari van I'ort Augusta in Zuid-Australie vertrokken, wisten wij, dat wij pas in Engeland weer voet aan wal zoudon zetten. Driemaal hebben wij land ge zien: de Auckland Eilanden bezuiden Nieuw-Zeeland, Vuurland en de Azoren, maar wij hebben niet met den wal gecommuniceerd. Wij hadden drie dagen noodig om uit Spencer Gulf te komsn en passeerden na 3S dagen Kaap Hoorn: een stormachtig tra ject met veel tegenwind, hoewel we op stagen westelijken wind mochten rekenen. (De Vikiny. die eenige dagen vóór ons vertrokken was. heeft den strijd tegen den oostelijken wind opgegeven en is om Raap de (ioocle Hoop gegaan, maar kreeg daar niet minder dan 21 dagen windstilte). In den Xuid-Atlantisehen Oceaan dreven we van de eene windstilte in de andere. zoodat we, na een week in den. passaat, pas na 73 dagen de Linie passeerden. Ook verder diende het geluk ons niet in de tropen, maar kort voor de A/oren begon het uit liet Westen te blazen en den Hitsten dag stoven we het noordelijkste van de eilanden voorbij. Op 27 Mei ratelde het anker omlaag in de baai van Fa.lm.outh, na een reis van 108 dagen, tot dan toe de snelste van dit jaar. De Pumir is echter nadien binnengekomen met ] 04 dagen reis. zoodat de Hcrzogin ditmaal niet de winnares is. liet was ook niet te ver wachten. Onze bodem wa.s te erg aangegroeid, en het is nog een wonder dat we met den zwakken wind. dien we na Kaap Hoorn hebben gehad, niet veel langer over de reis hebben gedaan. Mijn eerbiedige, hulde aan dit ruim 3000 ton groote, zwaargeladen schip, dat met sterken wind stadig zijn 14, 15 mijlen per uur logde, en in bijna volmaakte windstilten, als de zeilen slap heen en weer sloegen. scherp bij den ..wind" gehaald, nog altijd vaart hield, al was het dan niet meer dan l a 2 mijl per uur. \ieuw"<' uitgaven Sturrenjlonkerin/i. Ken bundel dricsiarren van irijlen Dr. A. Kuyi>er. i»et een inleidi-'nd voord van Dr. H. Colijn. U Ut/are van l te Standaard, A mul., 1032 In dit boek zijn 4.00 driestarreii van Dr. A. Kuyper uit ,,I)e Standaard" gebundeld on onder 9 rubrieken gerangschikt. Deze uitgave berust op een geluk kige! gedachte. Wie deze driestarren nooit in De Standaard las. komt er niet licht toe ze in de oude jaargangen van dat dagblad op te slaan. Wie ze reeds las. zal ze gaarne willen herlezen. Het is journalistiek wevk van den eersten rang. dat in Nederland zijn weergade niet heeft. Ik kreeg hel boek ter recensie op liet redactiebuivau in Amsterdam en sloeg het op in den trein naar Den Maag. Toen ik het dichtsloeg. bleek ik in Delft te zijn aangekomen. liet bo.-k had mij zoo geboeid., dal ik mijn station van bestemming ni< t had opgemerkt. A. C. J. .1.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl