Historisch Archief 1877-1940
KAAP HOORN
op de Wereldzeeën
W. R. Leclercq
schadeposten. daar de schepen, gelijk
ik reeds zeide, niet verzekerd zijn
Veel gewag wordt er in de pers
ook steeds gemaakt van de wedstrijden
die deze schepen houden op de reis
van en naar Australië. Ook hier
maakt men zich wel eens aan roman
tische overdrijving schuldig. Men
denkt daarbij aan den tijd dvr- snelle
klipperschepen. die de eerste thee
van het seizoen van China brachten:
kleine houten schepen van ongeveer
1000 ton, met gekoperde bodems.
enorme tuigen en groote bemanningen,
die uitsluitend op snel'/.ellen werden
gebouwd en beladen; waarop groote
sommen werden verwed door reeders,
officieren, matrozen en duizenden
belangstellenden aan den wal. Die
tijd is echter voorbij. De schepen
die nu nog varen zijn van ijzer en
staal, dat na eenige maanden zee
aangroeit en de vaart belemmert;
zij zijn voer het meerendeel dertig'
jaar en ouder en hun tuig is
vaak verkleind om economische redenen:
zij varen met een minimum bemanning
en met oud en versleten tuig; zij zijn
gebouwd om zooveel mogelijk lading te ver
voeren en pas in de tweede plaats op zeilen;
zij worden tot aan hun merk en soms
daarboven afgeladen met zware, stijve
ladingen; in n woord: zij zijn ongeschikt,
om wedstrijden te houden, en zij doen
het ook niet. Xatuurlijk is er steeds riva
liteit wie het eerste binnen is, maar het
is een goedaardige en tamme rivaliteit,
en men maakt er zich niet al te druk
,om. Mijn schip, de Herzogin Cecilie, is
het vlaggeschip van de vloot; het heeft
een naam op te houden, want het heeft
Ae laatste vijf jaren de ..race" gewon
nen; ieder deed zijn best een snelle reis
te maken; men verdiepte zich vaak in
gissingen waar de andere schepen nu
zouden zijn; maar van een eigenlijken
wedstrijd was toch geen sprake. Wel
iswaar had onze kapitein een zekeren
afkeer van zeilen bergen, maar dit
heeft ons dan ook menig gescheurd
en weggewaaid zeil gekost en soms
hielden we onze harten vast voor
masten en tuig: we kwamen er voor
ditmaal nog af met een gebroken
bramperdoen, die promptelijk werd
gerepareerd.
Al was onze reis geen aaneen
schakeling van gemengde berich
ten (we liepen niet op ijsbergen.
rotsen of andere schepen en
er viel niemand uit den mast).
toch gebeurt er op een nor
male reis van een schip, dat
uitsluitend op den wind is
aangewezen, al zooveel, dat
men er gemakkelijk een
boekdeel mee zou kunnen
/ ' uilen. Alleen al h< t
voor/ uit komen met den wind, die
ieder oogenblik van richting
en kracht verandert, is vol
doende om hoofden en handen
bezig te houden. Zeilen bergen
en zetten, ra's ombrassen, stu
ren (waarvoor vaak drie man
/ noodig waren), staaldraad en
touwwerk vernieuwen, dit is.
buiten de passaatwinden, de hoofd
bezigheid. En verder heeft men nog
al de andere baantjes die er op een
schip op te knappen zijn: roest
bikken, verven, platting maken,
zeilnaaien, schrobben, schiemanswerk.
lading vorst uwen en honderd en ri
andere dingen. En aldoor de zee. de
lucht en het zeilende schip, soms met
15, 10 knoopen vaart dooi' liet water
scheurend, steuaend onder de bolle zeilen
vracht van zijn vier masten. \Vie Uit niet
zelf heeft beleefd kan er zich eenvoudig
geen voorstelling van maken.
Zee en wind \\innen rook zooveel
aan belangrijkheid, omdat men er
zooveel meer van afhankelijk is.
Ik kon uren naar de zee zitten turen
op het eind van den khiiverboom;
op een stoomschip gaat de zee mij
na een kwartier al vervelen. Dreigde
de reis wat eentonig te worden, dan
zorgde tekort aan kolen voor de
kombuis, gebrek aan drinkwater of
een flink lek wel voor de noodige
spanning. Een school walvisschen,
een haai, een schip aan den horizon
(we zagen het eerste na 75 dagen
zee), land in zicht, dit zijn allemaal
zeer belangrijke gebeurtenissen op een
onafgebroken zeereis van drie en een
halve maand. Want havens worden
niet aangeloopen. liet is overbodig
en duur, en toen wij op 9 Februari
van I'ort Augusta in Zuid-Australie
vertrokken, wisten wij, dat wij pas
in Engeland weer voet aan wal zoudon
zetten. Driemaal hebben wij land ge
zien: de Auckland Eilanden bezuiden
Nieuw-Zeeland, Vuurland en de
Azoren, maar wij hebben niet met den
wal gecommuniceerd. Wij hadden
drie dagen noodig om uit Spencer Gulf
te komsn en passeerden na 3S dagen
Kaap Hoorn: een stormachtig tra
ject met veel tegenwind, hoewel we
op stagen westelijken wind mochten
rekenen. (De Vikiny. die eenige dagen
vóór ons vertrokken was. heeft den
strijd tegen den oostelijken wind
opgegeven en is om Raap de (ioocle
Hoop gegaan, maar kreeg daar niet
minder dan 21 dagen windstilte). In
den Xuid-Atlantisehen Oceaan dreven
we van de eene windstilte in de andere.
zoodat we, na een week in den.
passaat, pas na 73 dagen de Linie
passeerden. Ook verder diende het
geluk ons niet in de tropen, maar
kort voor de A/oren begon het uit
liet Westen te blazen en den Hitsten
dag stoven we het noordelijkste van
de eilanden voorbij. Op 27 Mei
ratelde het anker omlaag in de baai
van Fa.lm.outh, na een reis van 108
dagen, tot dan toe de snelste van dit
jaar. De Pumir is echter nadien
binnengekomen met ] 04 dagen reis.
zoodat de Hcrzogin ditmaal niet de
winnares is. liet was ook niet te ver
wachten. Onze bodem wa.s te erg
aangegroeid, en het is nog een wonder
dat we met den zwakken wind. dien
we na Kaap Hoorn hebben gehad,
niet veel langer over de reis hebben
gedaan. Mijn eerbiedige, hulde aan
dit ruim 3000 ton groote,
zwaargeladen schip, dat met sterken wind
stadig zijn 14, 15 mijlen per uur logde,
en in bijna volmaakte windstilten, als
de zeilen slap heen en weer sloegen.
scherp bij den ..wind" gehaald, nog
altijd vaart hield, al was het dan niet
meer dan l a 2 mijl per uur.
\ieuw"<' uitgaven
Sturrenjlonkerin/i. Ken bundel
dricsiarren van irijlen Dr. A. Kuyi>er. i»et
een inleidi-'nd voord van Dr. H. Colijn.
U Ut/are van l te Standaard, A mul., 1032
In dit boek zijn 4.00 driestarreii
van Dr. A. Kuyper uit ,,I)e Standaard"
gebundeld on onder 9 rubrieken
gerangschikt.
Deze uitgave berust op een geluk
kige! gedachte. Wie deze driestarren
nooit in De Standaard las. komt er
niet licht toe ze in de oude jaargangen
van dat dagblad op te slaan. Wie ze
reeds las. zal ze gaarne willen herlezen.
Het is journalistiek wevk van den
eersten rang. dat in Nederland zijn
weergade niet heeft.
Ik kreeg hel boek ter recensie
op liet redactiebuivau in Amsterdam
en sloeg het op in den trein naar
Den Maag. Toen ik het dichtsloeg.
bleek ik in Delft te zijn aangekomen.
liet bo.-k had mij zoo geboeid., dal
ik mijn station van bestemming
ni< t had opgemerkt. A. C. J. .1.