Historisch Archief 1877-1940
De Groene Amsterdammer van 19 November 1932
No. 2894
Atelier-woningen te Amsterdam
B. Merkelbach
Voorgevel
Een project van de architecten
Zanntra. Giesen en Symons
Het afgekloven beentje der volkshuisvesting"
sei eens een Amsterdamsch autoriteit, naar aan
leiding van een project voor volkswoningbouw.
Eigenlijk maakte hij het nog erger, (en tot zijn
geluk was Charivarius er niet bij) hij noemde de
ontwerper van die woningen iemand ..die nog een
groen blaadje had ontdekt aan het afgekloven
beentje der volkshuisvesting."
De beeldspraak is niet schoon, maar ze demon
streert toch duidelijk de Amsterdamsche mentali
teit. ,,Op het gebied van volkshuisvesting is niets
meer te bereiken, ja het is zelfs uitgesloten nieuwe
Jnogelijkhederi aan te wijzen." zoo meende men een
tijd te Amsterdam.
Wanneer er dus architecten zijn die weer ont
dekken, dat een huis nog meer is dan een ..gevel".
en dat het belangrijkste van de woning niet de
straatwand is. maar hetgeen er achter ligt. dan
is er alle aanleiding om hieraan aandacht te
geven.
Met hun plannen voor atelierwoningen, waarvan
?de maquette te zien was bij de tentoonstelling bij
Metz en Co te Amsterdam, toonen de architecten
Zanstra, Giesen en Symons, dat de jongere ar
chitecten-generatie zich afwendt van de romanti
sche school en dat zij trachten zich bij het opstellen
van hun projecten door zakelijke overwegingen
te laten leiden.
Bepalen wij ons thans eerst bij het woningtype
dat Zij denken te bouwen:
Atelierwoningen voor kleine gezinnen en voor
vrijgezellen. Het eerste type bestaat uit een atelier
zrnet een hoogte van 4 M., met daarachter een
keuken en een eet-woonruimte met een lage ver
dieping, hoogte (2.20) en daarboven een tusschen
verdieping, bevattende twee slaapkamers met een
bakdamertje. (hoogte 2.70 M.)
Het tweede type schuift hierover heen met een
atelier van 3.50 M. hoog en daarachter een
wooneet- en slaapruimte en een klein keukentje benevens
een badkamertje (2.40 M. hoog).
Het blok is gedacht in vier perceelcn met elk
acht woningen en n trappenhuis per perceel
van vier verdiepingen.
Ongetwijfeld zullen deze woningen, wanneer zt;
bewoond worden door degenen waarvoor ze ont
worpen zijn, in een behoefte kunnen voorzien.
al zal er nog wel heel wat moet en gebeuren, voordat
de Directeur van Bouw- en Woningtoezicht zijn
goedkeuring aan dit plan zal kunnen geven,
daar de lage verdiepinghoogten in strijd zijn met
de bouwverordening. Om zonder nadere voorzie
ningen een d.g. verdiepinghoogte tot regel te
maken, lijkt ons bedenkelijk, vooral daar hetgeen
als minimum geëischt wordt, bij de huidige ver
houding in het bouwbedrijf, door den eigenbouwer
zoo spoedig als maximum wordt gesteld. De
ateliers zelf zijn nog verre van volledig en voor
verdere bestudeering vatbaar. Het is nu niet
veel meer dan een ruime kamer met een beetje
grootere verdiepinghoogte.
Zoo is b.v. niet geprofiteerd van de aanwezigheid
van een badkamer dooi deze tevens te combineeren
met een kleedruimte voor het model.
Menig schilder of beeldhouwer zal verlangen
Interieur]
naar een iiiyericht atelier met ruime berging, water
aan- en afvoer en d.g. Natuurlijk zijn deze zaken
aan te brengen, maar of dan de genoemde huur
van / 30.?en / 50.?por maand gehandhaafd
zal kunnen worden is een open vraag.
Evenzoo is de geringe opening tusschen het
atelier en de tusschen verdieping (1.58 M. hoog)
nog niet aanvaardbaar opgelost, maar per slot is
dit alles nog maar een eerste opzet, die zeker voor
aanvulling of verbetering vatbaar is.
De hoofdzaak is, dat deze architecten zich weder
met de woning gaan bemoeien, al vergaloppeeren
zij zich dan in den beginne wel eens. dit neemt niet
weg dat dit plan zeker belangstelling verdient,
en niet in het minst van de b??taande kunstenaar
organisaties.
Boekbespreking
Doorsnede van de Ateliers
Dr. Ant. Vlofmans, De wijsbegeerte van Spinoza.
Ben. de Spinoza. Wijsgeerige fragmenten.
De Wereldbibliotheek deed deze beide boeken
in 1932 verschijnen vermoedelijk in verband met
de herdenking van den geboortedag van Spinoza.
Beide boekjes zijn zeer goed geslaagd. Dr.
Vloemans, die reeds een veel uitvoeriger, ook zeer
verdienstelijk werk over Spinoza deed verschijnen,
heeft ook met dit kleinere boekje een zeer nuttig
werk gedaan. Vooral het hoofdstuk ..Spino/a's
plaats in de Nederlanden" werpt een helder licht
op de plaats van onzen beroemden wijsgeer in
het Nederland van de l "e eeuw.
De kevr/e. (lic Dl'. N.'van. Suchtelrti deed voor
de wijsgeerige fragmenten, de indeeling van de
stof en clc veltiiliüt', vordi.'inTi niets dan lof.
A. C. .}. .}.
Teekcnïng door J. F. Doeve
Richard Tauber
Muziek
Constant van Wessetn
l'nïnsky, de Chopinprijs-wlmiaar
Het Poolsche Chopin-concours had aan den
jongen Rus Alexander TJninsky den eersten prijs
toegekend, bij loting, want de stemmen staakten
voor Urigar (dien \vij verleden hoorden) en hem.
Nu wij, na beiden te hebben hooren spelen,
T.'ninsky Zondagmiddag in het Concertgebouw
onder Mengelberg, vergelijkingen kunnen maken,
verbaast dit staken der stemmen van de jury ons
niet meet. Het ging hier niet om een graad verschil :
of de een iets beter had gespeeld dan de ander,
maar om een verschil in geaardheid van spel:
het nieuwe pianospel tegenover het oudere. Ungar
vertegenwoordigde geheel en al dit laatste, een en
al gevoel, pathetiek, jonge heftigheid en romantiek
van klankeffect: nagalm van de oude
virtuozenschool. maar niettemin bewonderenswaardig en
groot. va.n stijl. Uninsky speelde, om het zoo eens
uit te drukken, in den trant der .,nieuwe zakelijk
heid", uiterst geserreerd in het uitgeven van
gevoel, overdaad, en biillaüt effectbejag. Maar
onder de zelfbeheersching verre van gevoelloos,
slechts schijnbaar koel en zakelijk en er met alle
psychische geconcentreerdheid op ingesteld zijn
spel schoon en afgerond van vorm en inhoud te
maken, Zoo werkte de heldere expressiviteit,
waarmee hij liet e-moll concert van Chopin speelde,
dan ook als die van een spreker, die alleen door
een pregnant en volkomen duidelijk spreken,
zonder begeleiding van armen, pathetische stem
verheffingen en andere bijkomstige hulpmiddelen.
zijn woorden doordringend op de toehoorders laat
inwerken. Stonden zij, die het Ohopinspel meer
romantisch en meer met een overdaad van rubato
wenschen Uninsky paste het rubato maar zelden
toe, maar dan was het waarlijk uitstekend aan
gebracht, zooals bij het tweede thema in de
Rondo-finale aanvankelijk wat koel tegenover
zijn voordracht, na de Romanze en na de finale
groeide de bewondering en uitte zich aan het slot
op een wijze, die voor den jongen pianist tot een
waren triomf werd.
Zoo hebben wij Uninsky leeren kennen als een
nieuwe toekomstige grootheid van de moderne
pianistenschool.
1933
DE DIERENKALENDER
Uitgave Sickenga, slechts i 1.90
Juist iets voor Uw kinderen.
Bestel bijtijds bl] Boekhandel
of per Girobiljet : f I.9O op
Nr. 22547, Sickenga Bilthoven