Historisch Archief 1877-1940
De Groene Amsterdammer van 19 November 1932
No. 2894
Parlementaire en
extraparlementaire ministeries
Prof. Mr. F. G. Scheltema
"Voordeden van het extra
par lementaïr e kabinet.
Ik heb er onlangs in dit blad l) op gewezen, dat
de verhouding van regeering en Volksvertegen
woordiging te onzent door het zgn. .,parlementaire
stelsel" wordt béheerscht, waarvan de beteekenis
deze is, dat ministers, die niet het vertrouwen der
volksvertegenwoordiging blijken te bezitten, moe
ten heengaan, en dat dus, wat de groote lijnen van
het staatsbeleid betreft, de regeering zich naar het
inzicht der volksvertegenwoordiging moet richten.
Stelt men nu de vraag, op welke wijze de in dit
stelsel vereischte overeenstemming van mental'tert
tusschen de volksvertegenwoordiging in haar
geheel eenerzijds, het ministerie anderzijds, in de
practijk wordt verzekerd, dan blijkt een verschil
in methode te bestaan, dat tot uitdrukking wordt
gebracht door de tegenstelling ,,parlementair" en
extra-parlementair" kabinet. Beide ook dus
het extra-parlementair kabinet, al zou de naam
het tegendeel doen denken passen irr het kader
van het parlementaire stelsel; het parlementaire
stelsel, het stelsel, dat met betrekking tot het
staatsbeleid het overwicht doet berusten bij het
parlement, kan zoowel door middel van parlemen
taire als van extra-parlementaire ministeries
functioneereir.
Het parlementaire ministerie, d.w.z. het mi
nisterie, samengesteld uit de voormannen van de
partij of van de combinatie van partijen, die in het
parlement de meerderheid vormen ol" althans.
uit die partij of die combinatie van partijen voort
gekomen , is de historisch-oorspronkelijke be
lichaming van het parlementaire stelsel, zooals het
zich in Engeland eertijds heeft ontwikkeld. Op
eenvoudige wijze wordt, door zulk een
gouvernmentby party", het resultaat verkregen, dat de
regeering van het vertrouwen van het parlement
verzekerd is: zoolang de partijen, waaruit het mini
sterie voortkomt, de meerderheid in het parlement
vormen, is de overeenstemming tusschen regeering
en parlement gewaarborgd.
Ten onrechte wordt wel eens de
voorstellinggewekt, alsof deze historisch-oorspronkelijke be
lichaming van het parlementaire stelsel de
eenigmogelijke zou zijn, en alsof dus het optreden van
een zgn. extra-parlementair ministerie, ? een
ministerie, dat niet voortkomt uit partijen, die een
meerderheid in het parlement vormen, eigenlijk
met de gelding van het parlementaire stelsel in
strijd zou zijn. Ware die voorstelling juist, het
parlementaire stelsel zou in Nederland hebben
afgedaan: ons huidige ministerie b.v., hoezeer aan
de rechterzijde" nauw verwant, is toch stellig uit
die combinatie van politieke partijen niet voort
gekomen".
Maar de voorstelling is niet juist. Gelding van
het parlementaire stelsel beteekent slechts, dat
een ministerie, waaraan het parlement zijn ver
trouwen ontzegt, moet heengaan. Naar dien regel
kan een extra-parlementair kabinet zich even goed
gedragen als een parlementair kabinet; en zoolang
die regel wordt in acht genomen wat te onzent
het geval is , geldt het parlementaire stelsel.
Het verschil tusschen een parlementair en een
extra-parlementair kabinet is dan ook slechts
gelegen in de wijze waarop op den
grondslagvan het parlementaire stelsel de noodigo overeen
stemming tusschen de volksvertegenwoordiging en
het ministerie wordt gewaarborgd. Bij het parle
mentaire kabinet bestaat die waarborg hierin, dat
het ministerie zich door een vaste meerderheid in
het parlement gedekt weet. Het extra-parlemen
taire kabinet mist zulk een vaste steun; het zal in
beginsel telkens ten aanzien van elk van zijn
maatregelen zich hebben af te vragen, of een
meerderheid daarvoor in het parlement is te v inden;
en die meerderheid behoeft geenszins steeds op
deztl.'de wijze te zijn samengesteld: het vertrouwen
van het parlement kan zich m.a.w. ook uiten in
telkens in samenstelling vaiiëerende meerderheden.
Gevolg van een en ander is, dat in het algemeen
gesproken een extra-parlementair kabinet geen
extreme partijpolitiek zal voeren, en veeleer de
neiging zal vertoonen, te streven naar behartiging
van wat men de grootste gemeene deeler van de
verschillende partij belangen zou kunnen noemen.
Het ligt, dunkt mij, in den aard van het parle
mentaire stelsel, dat het op den duur zich meer in
extra-parlementaire, dan in parlementaire mi
nisteries zal manifesteeren. Naarmate, op den
grondslag van evenredige vertegenwoordiging, het
parlement een meer zuivere weerspiegeling vormt
van den volkswil, d.w.z. naarmate het aantal
groepen, dat het parlement samenstelt, en daarmee
het aantal rrrecnirrgsschakeeringen, in het parlc
ment vertegenwoordigd, toeneemt, in diezelfde
mate zal het steeds moeilijker worden, uit die
partijen een vaste nieerderheidscombirratie te
vormen, die op alle voorname punten van
regeerbeleid vooreen betrekkelijk langen tijd homogeen is.
Kr is dan ook m.i. geen enkele reden, ter zake van
het optreden van extra-parlementaire ministeries
verwijten te richten hetzij tot liet parlement, hetzij
tot het ministerie: het is de natuurlijke ontwikke,
ling van her parlementaire stelsel, die er toe
leidtdat vorming van een gedurende een langere
periode raste meerderheid, als grondslag vooreen
parlementair kabinet naar oude stijl, hoe langer
zoo minder mogelijk zal blijken.
Moet men die ontwikkelingsgang betreuren:'
Het komt mij voor, dat daartoe geen aanleiding
bestaat ; en. zonder de stelling te willen verdedigen,
dat extra-parlementaire kabinetten steeds boven
parlementaire de voorkeur verdienen dergelijke
vaste wetten bestaan ei- trouwens in de politiek
niet?. zou ik toch willen wijzen o}) y.ekere voor
deden, die het optreden van een extra-parlemen
tair kabinet katv bieden.
Stellig leidt het tot geiingeie stabiliteit van het
staatsbeleid, dan ouder een pa.rlemeirlair kabinet.
dat van een parlementaire meerderheid als het
ware van te voren is verzekerd, regel is. Doch men
bedenke, dat die stabiliteit wordt verkregen ten
koste van een minderheid, die in liet ministerie niet
is vertegenwoordigd, en die in beginsel aller)
invloed daarop mist. Men. mag zich afvragen, of
liet eigenlijk niet irrationeel \y, eeiieixijds, als het
geldt de samenstelling der volksvertegenwoordi
ging, nauwlettend er voor te zorgen, dat iedere
politieke schakeering in den lande daarin tot uiting
komt, en anderzijds, als het geldt de vorming van
het ministerie, dit beginsel van evenredige ver
tegenwoordiging geheel prijs te geven, en de
numerieke meerderheid tol beslissend criterium te
verheffen:' Logischer en billijker schijnt, naar eerr
minder eenzijdige rvgeeringssameirstellrng te stre
ven; naar een regeeringssamenstelling, die niet,
gedurende lange perioden, belangrijke minder
heidsgroepen van iedereii invloed op liet
regeerbeleid doet verstoken zijn.
"Kn in de tweede plaats bedenke men, dat, wat
het regeerbeleid onder extra-parlementaire kabi
netten aan stabiliteit verliest, anderzijds wordt
gewonnen aan soepelheid en mogelijkheid van snelle
aanpassing aan gewijzigde omstandigheden. Naar
mate het extra-parlementaire kabinet vrijer staat
tegenover bepaalde politieke partijen, en in
mindere mate is gebonden aan bepaalde politieke
dogma's, zal het aan de vervulling van de
zuiverzakelijke overheidstaak meer aandacht besteden:
eeri voordeel, niet te onderschatten in tijden als de
tegenwoordige, waarin aan de staten hoe langer
zoo meer het karakter van zelfstandige economische
eenheden wordt opgedrongen, en dientengevolge
boven alle andere partij-belangen gaat primeeren
het zuiver zakelijke bela.irg va.n economisch zelf
behoud der staatsgeineenscliap in haar geheel.
ASTORIA
HET MIDDELPUNT
DER ZAKENWERELD
Nieuwe uitgaven
Joodsrli Paleistuin. Krrarint/e>i en 'md
van S. Pit. de Vries Mzii. llabbijn te
Hanrleni. Ziit/J/c», \V.J. Thieine en C/c.
Rabbijn de Vries is xoo'n beetje een uitzonder
lijke figuur in het Ncderlandsche Jodendom: de
gestalte en het gelaat van een geestelijk herder.
de staalharde stem van een oud-testamentischen.
prediker in Israël en vooral: een geest, die zich
óók buiten de strikt-ambtelijke bezigheden
warm maakt voor het brriten-kerkgenoot schappe
lijke, voor het ?woM-sbestaan van zijn ras en de
her-geboorte in het land der vaderen, dat het
land van de Joodsche jeugd is. YA'H'I zijn er, helaas,
weinigen onder de ., geestelijke" leiders van
Nederlands Israël. Rabbijn de Vries is
Mizrachist, Zionist die de wederopbouw van het
oudeniéuwe-land \\il dcen geschieden op de grond
slagen van de ->ude wetten en de traditie. In zijn
boek beschrijft hij de reis die hij door
KretzJisraeel maakte.
Hij doet dat zooals wij het van hem gewoon
zijn: met scherpen, blik. gemeden geest, een
warm hart err vaardige pen. Xoo is dit nieuwe
werk van derr ITaarlemseheTi rabbijn mér dan
een. loutere reis-beschrij ving geworden, doch veeleer
de toetsing van idealen aan de tastbare werke
lijkheid. Niet zóó dat in de Zionistische ver
voeringen van eerr lei, Ier irr Israël, die wél het
belcofde land zag. de nuchterheid te loof is gegaa.n.
Doch wél zóó. dal eruit blijkt, hoe geestdriftig de
werkelijkheid dezen hartst ochteli.jkeu Zionist heelt
gegrepen.
Voor derr .Jood. die dezelfde idealen koestert
als de Ifaarlernsche voorganger, is dit boek
mér darr de uiterst lezenswaardige reisbe
schrijving. die het toch voor den bela.ngst ellen
den buitenstaander zal zijn. Kn voor den
nietZjonist ischeti jood misschien en hopelijk een reden
tot schaamte ....
K. K LI AM
l) h'itfett recltl f/t1/' /'etjeeriitf/ in De <! roette A i
iiititer van 2'J O< tober 1932.
EEN NUTTIG
GESCH ENK
GEEFT
VAN