Historisch Archief 1877-1940
DE GROENE AMSTERDAMMER
Weekblad voor Nederland
Onder hoofdredactie van A. C. Josephus Jitta
?Redacteuren: L. J. Jordaan, F. G. Scheltetna en M. Kann. Secretaris der redactie: C. F. v. Dam
Keizersgracht 355, Amsterdam C. - Telefoon 37964 - Postgiro 72880 - Gem. Giro G. 1000
Opgericht in 1877
No. 2895
Zaterdag 26 November 1932
Von Papen exit?
Dr. M. van Blankenstein
De verrassing
Zooals von Papen aan de regeering gekomen is,
?zoo is hij verdwenen. Verrassend werd hij als
rijkskanselier geboren uit het schuim der onbekend
heid als politicus; en verrassend is hij afgetreden.
Hij kwam aan het bewind doordat zijn vrienden
Brüning hadden weggedrongen uit de gunst van
??den rijkspresident. Ongeveer vijf maanden lang
s hij, volgens de terminologie van de Genestet,
Benjamin geweest; thans echter gaat een ander
zijn plaats innemen.
Men kan niet aannemen dat von Papen vrij
willig is afgetreden. Het was allerminst zijn plan
te wijken voor eenige parlementaire constellatie.
Hij kon geen beteren uitslag van de
rijksdagverMezingen verwachten dan hem nu ten deel is
gevallen en hij heeft ook stellig niet veel beters
verwacht. Het was hem niet om een parlementaire
meerderheid te doen die voor hem toch ten
eenenmale onbereikbaar was, maar om het nieuw bewijs,
<lat een parlementaire regeering in Duitschland
op het oogenblik niet mogelijk was. Van geen van
de partijen dreigde voor hem gevaar; en iedere
verzwakking van Hitler vormde voor hem politieke
winst. Tot zoover zijn z'n berekeningen uitstekend
uitgekomen. Op een risico heeft hij echter te weinig
gelet: op de onvermijdelijke winst van de commu
nisten. Met al zijn gemanoeuvreer heeft hij het
toch maar zoover gebracht die partij een ongekende
sterkte te geven. Dit zullen velen van zijn ijverigste
helpers hem ten slotte toch erg kwalijk hebben
;genomen.
Von Papen had zonder twijfel door willen gaan
met zijn autoritair bewind. Van den beginne af
heeft hij gezegd niet voor parlementaire constel
laties te zullen wijken. Van den beginne af ook
heeft hij verkondigd dat zijn bewind van langen
duur zou zijn. Deze opgewekte gewezen
cavallerieofficier had naast al zijn beminnelijke naïveteit
?een groote portie zelfvertrouwen en vasthoudend
heid. Zijn naaste omgeving heeft het nooit druk
:gehad over zijn persoonlijk intellect, hoezeer zij
hem ook als mensch waardeerde; maar wel sprak
men dan allicht over zijn soms lastige vasthoudend
heid, om niet te zeggen koppigheid. Dat was een
?onderwerp dat moeilijk te vermijden viel in gesprek
met menschen die van nabij met hem te doen
ihadden.
In het plan dat von Papen en zijn vrienden
hadden opgesteld, kwam de term wijken niet
voor. Men zou nu eens laten zien hoe Duitschland
rgeregeerd moest worden. Een rijksdagverkiezing,
twee, drie, vier maal desnoods, men zou de comedie
?door laten spelen zoolang dat noodig was, maar
nooit zou men er veel meer dan comediespel in
?zien. Men rekende er daarbij op steeds meer
terrein te winnen bij die verkiezingen. Hitler
?^ou steeds achteruitgaan. Dit was juist berekend.
Alleen had men over het hoofd gezien dat een
Andere groep, die der communisten, er steeds bij
:zou winnen. Wij hebben hier meermalen
veriondigd, en er was heusch geen diep inzicht voor
noodig om dat te verkondigen, dat het verlies
van Hitler de winst der communisten moest zijn,
?om de verwantschap der drijfveeren en gevoe
lens. Dat begon nu reeds bedenkelijk te worden.
.Dit was het eenige punt in het spel met het
parlement, waaraan von Papen's stafofficieren
blijkbaar niet genoeg aandacht hebben gewijd.
Er waren elementen van kracht in von Papen's po
sitie gekomen door den oeconomischen vooruitgang,
die in Duitschland niet meer te miskennen valt.
' Die kwam aan zijn befaamd oeconomisch experiment
ten goede. Het is ook heelemaal niet onwaarschijn
lijk dat dit experiment het wassen van het oecono
misch getij bevorderd heeft. Maar door onvoor
zichtig politiek spel heeft hij zijn positie ook weer
verzwakt. Zijn agrarische vrienden, die eens
voor hem Brüning hadden weggedrongen, eischten
van hem hun belooning. En bescheiden zijn deze
heeren nooit geweest. Hun luidruchtige aanmati
ging van voor den oorlog lijkt de simpelste be
scheidenheid bij hetgeen zij nu verlangden. Von
Braun, de minister van landbouw, was hun man
in het kabinet, en er waren eenige andere
rijksministers die von Braun hebben terzijde gestaan.
Zoo kwamen het plan der contingenteering, en
de dwaze vertooning van de Europeesche rondreis
van de tomatencommissie in de wereld. Het is
de verdienste van eenige van onze oeconomische
en financieele hooge ambtenaren iri den Haag,
dat die reis een zoo eclatante mislukking is ge
worden. Zij was belachelijk geworden, reddeloos
belachelijk, door de manier waarop de heeren in
den Haag zijn afgepoeierd. Aan zakelijkheid en
beleefdheid is in niets te kort geschoten; maar
geen onheuschheid en geen vertoon van ,,kracht"
zou in uitwerking tegen de tactiek van bedoelde
Nederlandsche heeren hebben opgekund.
Deze bejegening maakte school in Europa, en
dit echec gat' de in angst geraakte industrieelen
in Duitschland moed. Op eens vonden de heeren
agrariërs ernstig verzet waar zij niet op hadden
gerekend. Eri dit verzet vond zelfs weerklank in
het kabinet. Men wist te voren dat er een scherpo
tegenstelling bestond tusschen von Braun en
Warmbold. den minister van oeconomische zaken.
Warmbold, zonder krachten als waarover von
Braun kon beschikken achter zich als steun, had
in het kabinet tegen het agrarische streven niet
opgekund. Nu kreeg hij meer kracht. Weinig
dagen voor het einde van het kabinet-vori Papen
hield hij een rede, waarin hij de heele kunstmatige
bevordering van den landbouw als een oecono
misch gevaar voor een land van de constructie
van Duitschland veroordeelde. Deze rede was
zuivere opstandigheid tegen de politiek, die weinig
weken geleden nog de politiek was van het kabinet.
Het is een voorteeken geweest van komende
dingen, waaraan wellicht te weinig aandacht is
geschonken.
Een ander verschijnsel was van den beginne af
onheilspellend voor von Papen: Kr liepen al weken
geruchten dat Schleicher, de minister van weer
baarheid hem wilde loslaten, ja zelfs achter zijn
rug met de nazi's over een nieuw kabinet zou
hebben onderhandeld. Von Schleicher heeft dat
ontkend. De geruchten, die heel stelligeii vorm
hadden gehad, wezen in ieder geval erop dat deze
koel berekenende, zeer eerzuchtige en zeer beslist
op bepaalde doeleinden afstevenende minister,
wien niemand nog hartstocht van beginselen ten
laste legt, naar het oordeel van welingelichte
lieden niet al te veel belangstelling meer voor
Inhoud:
1. Dr. M. van Blankenstein, Von Papen exit?
2. Mr. A. J. Matthes, U en wij.
3. L. J. Jordaan, De greep naar de macht.
4. Melis Stoke, De laatste kans, teekeningen door
Wijnand Grijzen.
5. Mr. Frans Coenen, Carry van Bruggen, B.
van Vlijmen, Politieke toenadering.
6. Nico Rost, Radetzky-Marsch.
7. Dr. Jac. B. Tijsse, De onzalige bosschen.
9. L. J. Jordaan, Bioscopy. Spreekzaal.
10-11 A. Plasschaert en A. E. van der Tol, Schilders
en Beeldhouwers.
12. Kees van Bruggen, Huldigen.
13. A. C. Wertheim, Leeuwendansen.
15. C. A. K'aasse, Quo Vadis.
16. Albert Heiman, Zelfspot en lafheid.
18. H. Scholte, Dramatische kroniek.
19. Alida [Zevenboom, Croquante croquetjes. Uit
het kladschrift van Jantje.
20. Letteraadsel Charivaria.
Viooltjes
Voortreffelijk»
chocolade in den
vorm van viooltjes.
Een specialiteit.
RINGER5
Let op den naam r
von Papen koesterde. En von Papen is niet schran
der genoeg om een tegenspeler te zijri voor een
man als von Schleicher, die diens spel kon bederven.
Tenslotte is toch zeker ook de politiek van het
centrum niet zonder invloed geweest. Xergens
had von Papen, de uit de partij getreden en do
partij nu met machtsmiddelen van bovenaf be
strijdende katholiek, feller vijanden dan in de
parlementaire centrumpartij. Het heeft er soms
naar kunnen uitzien alsof het parlementarisme
dood was in Duitschland; in werkelijkheid legde
het, zelf van de macht beroofd, von Papen m>s
zware belemmeringen in den weg, die hij met
zijn gewone optimistische welgemoedheid zeker
heeft onderschat. De grondwetsherziening die hij
nastreefde was zonder parlement moeilijk te
verwezenlijken, wilde Ilindenburg niet in onver
zoenlijk conflict komen met de eed op de grondwet,
die hij heeft afgelegd. Terwijl von Papen opgewekt
zijn weg scheen te gaan. schoof hij de moeilijk
heden niet terzijde maar voor zich uit, waar hij er
tenslotte zeker in moest vastloopen. De uitspraak
van het lloïte Leipzig inzake de Pruisische
regeering was. wanneer men haar als een gedeelte
lijke overwinning voor von Papen beschouwen
wilde, in ieder geval niet meer dan een
Pyrrhusoverwitming. Von Papen was ei' de man naar om
al die moeilijkheden te onderschatten, en de
krachten over het hoofd te zien die op zijn einde
aanwerkten.
Men krijgt den indruk dat hij, niet minder dan
Brüning indertijd, door dat einde overrompeld is.
Hij sneefde, noodverordeningen makende.
(Skt op pag. 5)