De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1932 26 november pagina 5

26 november 1932 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

No. 2895 De Groene Amsterdammer van 26 November 1932 Carry van Bruggen Frans Coenen Politieke toenadering Het is nu nog geen tijd om dieper bezinnend over haar te schrijven, over haar beteekenis voor de litteratuur of, beter, voor het algemeen geestes leven van haar tijd. Het is wel genoeg te zeggen, dat die beteekenis groot is geweest, voor een grooter aantal lezers, en voor meerdere lagen des volks, dan gemeenlijk schrijvers hier bereiken. Want was zij niet evenzeer wijsgeerig als litterair en bleken haar redenaarsgaven niet even groot als haar letterkundige vermogens? Bijna twintig jaar lang heeft zij altijd weer met haar indringend betoog, haar scherpe critiek, haar ongelooflijk suggestieve beelding de aandacht harer landgenooten tot zich gedwongen en hen onder den ban gehouden van haar machtig gesproken woord. Er zijn er in dit eerste kwart der 20e eeuw gewis niet velen geweest, en onder de vrouwen haast geen, die zoozeer de harten en hoofden tot zich trokken, wijl zij innig het gevoel bevredigden en van duizenden het denken hebben verruimd. Op welke wijze en in welke mate kan dan lateiblijken, bier willen wij nog even bij haar persoon vertoeven, haar levende verschijning in vroeger en later tijd, zooals wij, tijdgenooten, die zagen en kenden. Al te gauw vervliegen de getuigenissen van dit persoonlijk zijn en blijft er enkel de mythe van haar leven, naast dat wezen harer verschijning, dat in haar werken is neergelegd. Zeker is dit het be langrijkste, maar toch, wij, die een tijd lang met haar gelijk-op geleefd hebben, wij kunnen zoo snel nog niet laten van die uiterlijke verschijning, dat expressief gezicht met de verwonderlijk donkere oogen en gevoeligen mond, haar houding, haar gang en vooral haar kinderlijken lach en warme stem. Zoo heb ben wij haar door de jaren gekend en haar ontwikkeling aan schouwd, die eerst laat is gekomen, om dat haar sterk, harts tochtelijk gevoel, en ontzaglijk wijde levensaanvoeling ver warrend werkten l en de komende opklaring tegenhielden. Tot die eindelijk, en hoe vol en hoe zuiver door brak onder stormen en twijfelingen deigedachten en zich souverein openbaarde Was dat niet een Carry van Bruggen in haar geschriften. schoon normaal verloop ? Kwam deze sterke geest niet op harmonische wijze uit de duisternissen van instinkt en gevoel tot de klaarte van zelf- en wereldinzicht? Ging hier de weg van ik-zucht en ego-centrisme niet tot nietigheidsbesef en deemoedige overgave aan liet Al? Waarom kon dit dan niet duren ? Waarom moest dit hooggestegen begrijpen, dit zuiver en klare redelicht dan zoo spoedig verdonkerd worden in de diepten van dat kleine Ik, dat, in zich zelf besloten, geen kosmos meer kent? Werken van Dr. Fritz Künkel Zoo juist verschenen de 2de Druk van = Karaktervorming = door Zelfopvoeding Ingenaaid f 2,90 Tevens nog verkrijgbaar: Gebonden f 3,60 Karakter, Groei en Opvoeding Ingenaaid f 3,55 Gebonden f 4,25 UITGAVEN H. J. PARIS Aalberse (tot Marchant) ,?n Geel-wit bandje, meneer ?" Zoo is het toch gekomen en wij hebben het aan gezien met droefheid en verbijstering, dat het schijnbaar zoo volkomene zoo hopeloos snel ont luisterd kon worden, dat ook zulke macht van geest en verworven hoogheid aantastbaar bleken door allerlei duistere driften, die zoo veel lager levens ongemoeid laten. Men kan hier het woord herediteit gebruiken en z'K'h eenigermate bevredigen in de gedachte, dat het de familie was, die de ziektekiem overdroeg en aldus een onveranderlijk noodlot voltrok. Maar dit zijn schrale waarheden, die den geest miskennen en het individu overzien ten bate van een arm tierig materialisme. Zoo eenvoudig is liet nooit, bij Carry van Bruggen zeker niet. Ivange jaren tevoren al, beseffen wij thans, begonnen de scha duwen de verstandsklaarte te verdonkeren en vocht dit in vertwijfeling tegen die verduistering, waarin haar contact met de wereld verloren ging. En nog veel vroeger al wist zij getuigt daarvan niet reeds haar boek Heleen? dat het leven in den twijfel een bijna onduldbaar zware last is voor hen, die de vlottende leegte des levens niet alleen bedenken maar ook beleven. Zoo haar deze ontzaglijke waarheid was ge openbaard, wist zij ook dat daarmee het lichte leven voorbij was en Oods hand loodzwaar op haar drukte. Want zij was eene, voor wie deze openba ringen niet licht zijn, omdat zij enkel hun denken belasten. Zij doordrongen integendeel haar geheele wezen en haar gansche leven, tot schier alle mo menten er vol van waren en haar arm menschelijk gevoel geen andere uitkomst meer wist, dan in zich zelf te vluchten en een eigen fictieve wereld op te bouwen. Misschien kan men zeggen, dat dit haar zwakheid was, dat zij het licht niet verdragen kon en daarom zich terugtrok iii den gevaarlijken schemer van de eigen kleinere persoonlijkheid. Maar wat weten wij van deze waarden en hoe groot de persoonlijkheid moet zijn die het aangezicht van het eeuwige kan verdragen? Carry'smenschelijkheid kon het niet op den duur, zij heeft ge streden zoo lang en zooveel zij vermocht en daarna hard en bitter geboet voor haar nederlaag. HOe hard en hoe bitter, dat zal geen onzer ooit weten. want doodelijk eenzaam is de weg, die int tle hoogten naar do diepten van deze hel leidt. Dan is de dood een verlossing, die het al in. vergetel heid doet verzinken, ook al meent ons hart. dat zooveel geest en zooveel moed toch wel beter lot waardig waren geweest. Von Papen exit (Slot van pag. i) Wij hebben wel de meening hooren uiten dat dit alles maar schijnbeweging is, om de onmis baarheid van een kabinet-von Papen te bewijzen. Veel is nu schijnbeweging iri Duitschland. De opdracht aan Hitler, een voorwaardelijke opdracht, is daarvan zeker een voorbeeld. Maar von Papen is geen man, wiens onmisbaarheid te bewijzen is. Het is heel kenschetsend, en het werpt een schel licht op de situatie, dat Hindenburgals voorwaarde stelt dat Von Sehleicher als minister van weer baarheid en von Neurath als minister van buitenlandsche zaken deel moeten uitmaken van ieder nieuw kabinet. Hieruit blijkt reeds, hoe ernstig de oude rijkspresident het meent. Hij geeft te kennen wien hij missen wil en wien niet. Het lijkt ons waarschijnlijker dat de brave von Papen, die als welwillende ..Mohr seine Arbeit" gedaan heeft, eer tot de eerste dan tot de laatste kategorie behoort. Hij kan rustig vertrekken. Voor hem is, iri het ergste geval dat de poging tot herstel van het parlementarisme mislukt, gemakkelijk een ander en innerlijk belangrijker man te vinden. Von Papen's groote kracht was vooral dat hij compli caties en zwakheden in eigen positie niet telde. Hij is op dit oogenblik zeker a wiser and sadderman". Misschien teekeiit echter nog meer dan pas verworven wijsheid en pas verworven droefheid op het oogenblik verwondering zijn trekken. Wij vermoeden dat hij zal blijken in Duitschland minder vijandschap tot zich getrokken te heb ben dan in de buitenwereld velen vermoeden. Alleen onder zijri oude vrienden uit het centrum zullen er velen zijn, die hem moeilijk zijn afval en de rol waarvoor hij zich geleend heeft, kunnen vergeven. Aldus kon zijn kanselierschap hem nog belang rijke inenschelijke winst hebben gebracht. Want in ieder geval is hij erin geslaagd de buitenwereld de ongelukkige rol, die het lot eens een militaire attachévon l'apen te Washington had toebedeeld, te doen vergeten en vergeven. Kn dat is niet onbe langrijk voor een man, die niet /.onder recht op zijn goeden naam gesteld was. De buitenwereld beeft een von l'apen leereii kennen, minder slim maar aanzienlijk beter als meiisch dan zij meende dat hij was.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl