Historisch Archief 1877-1940
L
lfc
Daumier: De Verdediger
EEN EEUW (
Merkwaardige Ten
Pavillon de >Iur*m>. Parijs
Een paar vlaggetjes aan de deur en de
gebruikelijke oorlogsinvaliden aan het tour
niquet wijzen u den weg naar een der interes
santste en merkwaardigst.! tentoonstellingen.
welke het toch zoo exhibitionistische Parijs
den laatsten tijd gehad heeft. Wij kennen
hier reeds lang den periodieken ..Salon des
Humoristes" in het Palais de Glac
rommelige bric-a-brac's van doorgaans twij
felachtig gemengd gehalte. Van oneindig'
meer belang echter is deze ..Siècle de
caricature" niet alleen omdat hciar selectie
zooveel strenger kon zijn en haar materiaal
zooveel rijker, doch vooral wijl zij een vol
ledig beeld tracht te geven van de historische
ontwikkeling der caricatuur gedurende dat
honderdtal jaren, hetwelk eigenlijk onze
spotprentkunst van heden m akte.
Hoewel de populariteit der caricatuur van
na den oorlog lang niet meer is, wat zij
eenmaal placht te zijn, zoo is haar
wezen nog nauw genoeg aan onze
privéleventjes verbonden, om een
dergelijke tentoonstelling te recht
vaardigen. Temeer, daar de meerder
heid van het publiek er maar een
vrij poover benul van heeft, hoe deze
kunst eigenlijk kon worden tot \\ at zij
werd. De gemiddelde; intellectueel, die
zijn krantje bijhoudt, zal u kunnen
vertellen. da,t er vroeger gegraveerde
zinneprenten bestonden, dat
Daumier de grootste caricaturist
Stcinlen. d<:> man van ..Dans la rue" en
de ..C'hat-Xoir" schuin was. Bij welke
laatste opmerking hem een vaag beeld
voorzweeft van een Cook-tour langs
den ..Moulin-de-la-Galette" en .,1e
BalTabarin''. Iedereen weet zijn weetje
omtrent Vincent van liogh en
Kembraiidt hetzij door essay of ..vie
Gavarni: Thomas Vireloque Z. M. de Koning der Dieren"
romancée" .... maar hoevelen heb
ben in vergelijking hiermede het inte
ressante werk van ('ornelis Veth ge
lezen? Met zulke antecedenten is het
niet alleen aardig en belangwekkend,
maar veeleer dringend noodzakelijk.
dat de publieke mentaliteit door een
dergelijke tentoonstelling wordt wak
ker geschud. Zoolang Emil Ludwig
zich nog niet over een Daumier ont
fermd heeft, blijft zij onze eenige hoop!
De expositie ,.Un siècle de
caricature" heeft zich alzoo tot taak gesteld
een beeld te geven van de ontwikke
ling der spotprentkunst in de laatste
honderd jaar. Voor het publiek, dat
de caricatuur uitsluitend als journa
listiek verschijnsel kent. eigenlijk het
poque waai' het op aan komt. Want
den l sten November 1X30 heeft dat
phetiomenale feit plaats, hetwelk de
moderne caricatuur deed geboren
woi-den: het weekblad ..La
('aricature'' doet zijn eerste nummer ver
schijnen. Dit wilde niets minder zeg
gen, dan dat de ordeloos rondzwer
vende en op eigen gelegenheid wer
kende caricatmisten voor het eerst
werden vereenigd en georganiseerd
dat deze bende franc-tireurs veran
derde in een geducht ..staand leger"
dat de pers een harer machtigste
wapenen in handen kreeg. Wie kent
er heden ten dage het merkwaardige!
genie, dal dit ei van ('olumbus uit
broedde wie hoorde ooit den naam
van het obscure lithograafje. dat, dank
zij zijn geïllustreerde!! kranten, de
poHtiek van Frankrijk in. de eerste helft
der negentieiiefo eeuw heheerschte en
de regeeringen van Louis-Phi ippe tot
Napoleon 111 deed sidderen? En tocli
was het Charles Philippoii.
diiecteurhoofdredacteur van ..La Cai-icature"
- later van liet dagblad ..Charivari"
die de weergalooze pha.lanx van
satyi'ieke kunstenaars vereeiiigde. aan
voerde en bezielde, welke den staf
van zijn blad uitmaakte. Hij \vas het.
die eenheid bracht in deze veelheid
van tpgeiidcelen die ieder zijn taak
wees die richting, leiding en enthou
siasme gaf. (ïranville, Monnier.
Ihcamps. Raffel. ja zelfs de groot e
Paumier. . ? ? zij steunen allen in die eerste
moeilijke jaren, waarin een kunste
naar zichzelf tracht te vinden, op de
ervaring, het oordeel en de intelligen
tie van Philippon.
Een groote fout nu is. naar mijn
meening, dat de tentoonstelling aan
deze figuur op verre na niet de
beteekenis geeft, welke haar toekomt. De
zaal aan dit tijdperk wellicht het
belangrijkste in de historie der mo
derne caricatuur ! gewijd, is voor
de helft volgepropt met gegraveerde
prenten uit den tijd der restauratie,
van Louis XVIII en Karel X .... his
torisch hoogstens als overgang van
beteekenis en waarvan slechts ccnige
Boilly's. ('harlet's en Vernet's belam. ??
wekkend zijn. Van Philij pon v inden wij
alleen een serie litho's (niet de sterkste
zijde van dezen organisator en
modeljournalist !). Zijn portret er bestaat
een voortreffelijke charge van Ben
jamin ontbreekt, evenals de be
roemde ,,Planche des poires", de
prachtige en slagvaardige ex-tempore,
waarmede hij in een der tallooze pro
cessen hem wegens
majesteitsbeleediging aangedaan, voor de rechtbank
den overgang van Louis-Philippe's
portret naar een peer, demonstreerde.
L J. J C
Gavarni : Les baigneuses"
Ook de geniale vinding, om den tekst
van zijn voorpagina in den vorm van
dezelfde vrucht af te drukken, toen
de wet alle caricaluren van den ko
ning verbood, schittert door afwezig
heid. Hierdoor ble.'f een levendig en
duidelijk beeld van hel incest lici-oieke
poque der caric-atuurm'sfliicdeni-. on
volledig. Niets
suggereert d e n
titanenstrijd
tusschen de opstan
dige openbare
meening en een
t yranniek gouver
nement. die eens
en vooi' al aan de
politieke satyre
d e n ridderslag
gaf.
Aan dit verzuim
doet oen wand vol
Da u m i er's. hoe
brillant op zich
zelf ook. niets af.
Ken vrij volledig
beeld geeft de
e xp o si t i e van
llenry Moimier.
den
merkwaardigen t eekenaal
schrijver-
tooneelspeler. die reeds
vóór het verschij
nen van ..La Caricature" met zijn
serie ..Les moeurs administi-at ives''
het vuur opende op liet bestendige
slachtoffer zijner generatie: den
bourgeois-satisfait. Natuurlijk is ook het
onsterfelijke type door hem gescha
pen, Joiiepit J'rudhoninie. in alle glo
rie aanwezig en zelfs een foto van.
.Monnier als Prudhornme". ontbreekt niet.
Een heele wand is. gelijk gezegd,
aan HonoréDaumier gewijd.... en
men staat, gelijk bij iedere confron
tatie met den meester, vol ontzag en
verbazing tegenover dezen heros der
caricatuur. Inderdaad mocht
Daubigny uitroepen, toen hij de Sixtijnsche
Kapel bezocht: ,,Mais t;a.. . . c'est
Daumier !" Wellicht komt geen enkele
Henny A
Monsieur I