Historisch Archief 1877-1940
No. 2896
De Groene Amsterdammer van 3 December 1932
17
Schilderkunst
Mevrouw M. Dehé, uitknipsels
en opplaksels, bij Metz & Co.,
den Haag
Het onverwachte is soms verkwik
kend. Natuurlijk zijn zulke werken als
die van Mevr. Dehégeen
wonderender-schilderkunst" (ik moet dit nood
zakelijk neerschrijven, anders zouden
vele mijner ,, vrienden" zeggen, dat ik
y.e met Titiaans verwar of met de
grandeur van een bas-relief), maar het
zijn in hun soort toch aangename
dingen, deze uitknipsels, die opge
plakt worden. Want ze hebben, ze
bezitten een eigenschap, moeielijk
meestal te verwerven voor volwasse
nen, zij zijn geschikt voor kinderen. En
dat in den goeden zin: ze zijn niet
paedagogisch, maar ze zijn een
geiiot voor de scheppende phantasie der
kinderen. Het zijn verhalen in gekleurd
papier, of ze veel eendjes voorstellen,
zwemmend in het water, of een boerin
rond wie de wasch buiten hangt. Deze
verhalen zijn, met andere verhalen.
<le beste van de uitknipsels, en wat
7.e bereiken is hartelijk en wonderlijk
genoeg om ze als iets verkwikkends
Jcunnen te ervaren. Daar naast maakte
Mevr. Dehéandere dingen, waarin
het verhaal veel minder is, of niet is,
en die daardoor voor de verheuging
deikinderen van veel geringer beteekenis
zijn. Ik bedoel hiermee de
stijfopstaande, ietwat gestyleerde bloe
men. Deze bloemen zijn in hun
styleeririg zonder een enkel verhaal.
e n de styleering zelf is geen persoon
lijke vondst, maar een wat onper
soonlijke herhaling. Het lijkt mij om
dit alles toe, dat Mevr. Dehé. wil ze
goed blijven doen, wat ze deed en doet .
in de uitknipsels en op-plaksels het
verhalen moet bewaren, en deze
styleeriiigen als den dood-in-de-pot moet
vermijden. Kinderen zijn toch in alle
hunne phantasieën realisten.
S. Hordijk, bij Esher Surrey,
IH'ii Haag
Wanneer wij met de beste hoeda
nigheid willen beginnen, die wij
vonden in dit veel-beïnvloede werk,
dan zouden wij moeten vaststellen.
dat er een niet groote, maar hier en
daar toch duidelijke begaafdheid voor
kleur te vinden is, en daarnaast nog
wat aan geest of geestigheid. Dat zijn
de persoonlijke elementen van dit
werk van Hordijk. Maar deze dingen
zijn, soms niet zonder smaak, soms
wel zonder smaak, overwoekerd, door
zoovele navolgingen en nabootsingen
van anderen, dat we onmiddellijk al den
scherp sten speurzin in beweging
moeteii brengen om te vinden, waar is de
lieer Hordijk zelf ? Het is niet de eerste
keer. dat ik deze opmerking moet ma
ken. en werk als dit is voor de meeste
Hollanders, niet op de hoogte van
de phasen der Fransche schilderkunst,
(dat komt zelfs bij handelaars voor!)
aanleiding zich op steeds pijnlijke
wijze te vergissen. Ik zie anderen deze
onpersoonlijkheid opeen eigenlijk on
oprechte wijze niet ervaren. En ik
vraag me af, welke baet vindt het
publiek hierbij, maar bovenal, welke
,baet vindt bij hunne bespreking zelfs
de schilder ? Beide vinden geen enkele
baet bij deze zoetsappigheden of ethi
sche sentimentaliteiten. Het eenige dat
te doen is lijkt mij in dit geval toe : af
wachten, wanneer wij den heer Hordijk
als persoonlijkheid zullen zien opdui
ken uit de brij der nabootsingen.
CJebeurt dat ooit, dan kan een ander
ai'tikel dan dit geschreven worden.
«h r. !><? Moor, bij Kleykamp,
JBe.n
wij toch in de artikelen over
schilderkunst bij liet schilderkunstige
M. Deh
blijven, en daarover ten eerste schrij
ven. C. de Moor is. hoc wij het ook
draaien willen, zeker geen schilder
vol verfijnd kleur-gevoel. of vol per
soonlijk kleurgevoel. Hij is ih('"r
een tnodeleur dan dat. en het behoeft
ons niet te verwonderen, daarom !
dat wij hier hem een eer
I>uits;hgeoriënteerd talent noemen dan iets
anders, en dat wij tusschen vele
invloeden een invloed van \Villem van
Konijnenburg (zeker in drie gesch
ilderde werken) bespeuren. Ook deze toch
is een modeleur, geen schilder iri
den zin van een kleurgevoelige. Met
dit gemis aan verfijning van kleur
of van een zeer persoonlijke kleur
aan te geven, hebben wij een zijner
eigenschappen u duidelijk gemaakt.
Wat verstaan wij verder daaronder.
dat hij Duitsch-georieiiteerd is? Wij
bedoelen daarmee dat de Duitsche
schilderkunst meer naar de weergave
van het karakter gericht is, naar de
psychologische zijde van het model.
dan dat zij de schoonheid eener on
aantastbare kleur geeft, de verruk
king om de kleur. Hieruit volgt
dat deze de Moor een schilder zou
worden van den mensch. Wij vinden
hem hier als zoodanig; ten eerste als
nauwkeurig modelleur van een eer
vicieuze vrouwelijkheid. Hij schildert
deze figuren met een bepaalde kunde.
Hij teekent ze nog beter. Maar dat is
niet de eenige soort der figuren, die
hij, soms op oud-duitsche wijze en met
aandacht gevolgd, bij voorkeur geeft,
of ook in een zoogenaamd weidschcr ge
voeligheid (in navolging van
Italiaansche renaissancistische schildering).
Hij teekent eri schildert andere typen.
wier psychologisch gehalte ge moder
ner zoudt kunnen noemen, eii-die op
moderner wijze zijn gereal iseerd. 11 ier
toe behooreri de groot-gehouden typen.
die bij voorkeur de aandacht trekken
Knipselkunst
der ,,modernen", dat zijn Armen en
Verworpenen. Wanneer ik schrijf
..groot gehouden", bedoel ik daarmee
dat de vormen vereenvoudigd zijn.
maar niet tevens dat die vormen \ ol
van spanning zouden zijn door inner
lijke roeringen. Integendeel: de/e
..groot-gehouden" teekeningen \ an
Aimen enz. doen als leeg aan; liet gevoel
er in is te ijl: het werk van dezen aard
is tot nu toe V) i j de .Moor meer een
invloed of een voornemen dan een
noodzaak, een niet kunnen laten, een
moeten. Het is duidelijk, dat dit zóó
is, ook in den vorm. Deze zou toch
scherper, straffer omlijnd moeten zijn,
de lijn zou bitser moeten bepalen,
gedreven door den onwil dien de
schilder voelde om het lijden, enz.
Deze teekenaar, modelleur, schilder
durft niet genoeg tegenover zichzelven ;
hij zou leelijker menschen moeten
maken, wilde hij, zuiverder voor zich
zelf karakteriseeren. Doordat hij niet
durft in zulke formuleeringen treedt de
teruggehouden zinnelijkheid soms op
als sentimentaliteit, en daarenboven
brengt deze sentimentaliteit hem er
dan toe het schilderkunstige te ver
mengen met wat ge litterair hier
moet noemen. Dat is in het groote
schilderij van den Gevangene, waar de
kleur dik is van sentimentaliteit en
waar de handen een tweede centrum
vormen in het werk naast het andere
centrum, het hoofd. Deze fout vindt
ge bij de Moor meer: (zie b.v. -de
cigaret bij de vicieuze vrouw en het
kindje). Deze cigaret ontneemt het
werk een stijging, en is op het schilderij
toegevoegd, waarschijnlijk, omdat de
schilder icist, dat deze vrouw veel
rookte. Zij is. dus geen element ge
weest van de schilderlijke ontroering
of van de lust tot het modelleeren van
volumina: zij is daarbuiten. Alle op
zulke wijze ondervonden details
dooden een deel van het werk. Bij de
Moor; bij iedereen .
Wil de Moor zicli tot een persoon
lijkheid door dit alles heen vechten,
dan lijkt het mij toe. dat hij minder
bevreesd moet zijn in alles om ande
ren, en als hij nu eenmaal een model
leur van de vicieuze vrouw zou wezen
(is hij dat wel ook heelemaal) dan
moet hij deze, roekeloos en /onder
zorg om wat anderen daarvan denken.
maken in zijn werk. Hij heeft dan een
kans een beteekenis te krijgen, die hij
mi nog niet bezit. Ook omdat wij zulk
type. op zijn wijze gekarakteriseerd
(psychologisch) niet veel vinden in
onze schilderkunst.
PLASSCHAKUT
VfiliiiK H. W. l», do Vries
De firma- K. \V. P. de Vries te AnT
sterdam zal op >> Dec. a.s. het tweede
gedeelte van de collect ie Max Lifschitz
te Parijs in veiling brengen.
Onder de doeken van andere mees
ters vallen op; een groot, fraai stil
leven van ileii l "den eeuwschen
Hollandscheii schilder Pieter ('laesz: een
tweede groeit stilleven van den
Parijschen vroeg-ISe eeuwcr J. H. Oudzy.
een zuiver stilleven van K. de la Port e:
een niet alleen schilderkunstig, maar
ook militair-historisch" interessante
Ksias van de Velde: een sterke
rusligrhythmisehe" portret .-buste van
Ingren: een drietal de la ('roip's. waarin
men hem. vooral in zijn ..Dante
discendant aux Knfers". als de romanticus
bij uitnemendheid die hij was.
lierkent; een l'uvis de ('havannes.
Onder de doeken van jongere
meesters worde genoemd: een fraaie
Bastert: een visschers-intericur van
Blommers: een Henriette Konner.
Naast de «T nrs. schilderijen vindt
men een 1.7(1 oude en nieuwe
teekeningen.
Van de, eveneens onder den hamer
komende !.XJ oude gravures moge ver
meld worden: een (i tal bladen van
Hembrandt. T.
TWEE SCHILDERIJEN VAN
JAN SLUYTERS
uit particuliere verzameling te koop.
1. Negerin. 2. Naakt (uit den tijd van
Sluyters' bruidje, thans in het Stedelijk
Museum) Formaat 120 X 13O.
Uitvoerige inlichtingen te verkrijgen
onder motto Schilderij", bureau
,,De Groene Amsterdammer", A'darn