De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1932 10 december pagina 10

10 december 1932 – pagina 10

Dit is een ingescande tekst.

A. Grévin: Carnaval ir. Pavilloii cle Marsaii. l'arijs Dit is dan wel het wonderlijke en fascineerende aan een tentoonstelling als deze, dat zij u. als niets ter wereld. zulk een sterke impressie geeft van den onverbrekelijken samenhang tusschen caricatuur en wereldgeschiede nis. Gij loopt hier tusschen eiidelooze rijen prentjes: 7,00 op het oog grappige, jeelijke of erge', l'j ke misvormingen van het ..normale" wezen der dingen.. .. giftige, compromitteerende krabbels van het enfant terrible der werel huishouding. Maar wanneer gij zoo halve! wegen de expositie neer/Jjgt (het is een taaie corvée !) op een der banken en uw verstrooiden blik zin nend laat gaan over den af gelegden weg dan kan het u plotseling oveivallen, dat gij nog nooit zulk een treffend, en levend beeld van een stuk wereldgeschiedenis hebt gekregen, als EEN EEUW C Merkwaardige Tent op dit oogenblik. Dan wordt het u plotseling duidelijk, boe dor hoe fossiel de officieele historie verschijnt naast deze eindelooze reeks spontane getuigenissen.... aphorismen. betoogen, kreten, hoonlachen. alle uit de emotie van liet oogeablik opgeweld. Dan kan het u tevens op ontstel lende wijze duidelijk worden, welk een groot e historische taak de earie.atuur. dat /onderlinge complex tot lachen prikkelende teekeningen. eigenlijk be schoren is . . . . en tegelijk welk een tragische en hopeloo/.e zending dit mag h eet en ! Conclusies, die gij reeds hier en daar vernaamt of y,elïvagelijk vermoeddet. nemen hier een dwingenden. stelligen vorm aan. Zoo bemerkt gij wellicht tot nw verbazing dat (ie caricafuui nooit grooter en rijker is. dar i wanneer /.ij de a priori verloren zaak een er onderliggende partij ver dedigt. Kn dat zij par consécjneiice slap en onbeduidend is. zoodra zij ..gouvernementeel" wordt. (Jij ontdekt wellicht evenzeer niet /.onder ver wondering dat moed. simpele per soonlijke moed. een onverbiddelijke voorwaarde blijkt voor waarachtige grootheid, in de caricatuur. Ach het zijl! zeker meerendeels waarheden, die gij tot nog toe als gemeenplaatsen /ijt voorbijgegaan, maai' die u hier. oog-inoog n.i't de caricatuur. plotseling als tastbaie waarheden verschijnen. Dit is de groote. zeldzame beteekenis van zulk een expositie, dat zij ons dooi- de caricatureii. de ('aricatuur kan leeien zien '. A. Willette: De Heilige Democratie wacht kaar minnaars Daai- is nu h.v. liet grootediii-mansehap Daumier. ('avarni. .Mtmnicr en hun famense animateur. ('hnrle.-. l'hilipon. (üj hebt hun triomt'ale op komst en huil glorie gezien in Hen geweldigen strijd met het burgerkoningscliap en de geld-aristocratie tot IS'lS toe. Ken strijd, waarin zij een levend element vertegenwoor digden -- liet geweten van een tijd de spreekbuizen eener openbare mee ning. Ken stuk geschiedenis en een stuk cultuur ligt gedurende deze peiiode in hun oeuvre besloten. Welnu -- gij vervolgt in spanningdeze zeldzame Jevensbaneii en gij ziet. hoe zelfs deze groot en tenslotte naast hun tijd komen te staan. Tot ver in de dagen van liet tweede keizerrijk publiceeren zij hun werk. met grooter kracht, met sterker talent wellicht. . . . met meer rijpheid stellig, dan voor heen. Ma'ir er is iets in hun werk gekomen, dat u er van doordringt hoe zij niet meer gedragen worden door het brandende sentiment der tijdgenoot en. Iets. dat hun teekeningeu berooft van die hoogere actuali teit, welke door den geest des t ijds wordt gedicteerd. Daumier is geweldig en titanisch als voorheen maar een sfeer van tragische vereenzaming hangt om dit latere oeuvre. Hij kan zijn temperament en zijn aard niet verloochenen. hij strijdt nog altijd tegen een burgerdom, dat reeds lang een fantoom is geworden. liet. tweede keizerrijk heeft andere O toestanden, andere ineiischei). andere gevoelens geschapen. liet is niet meer de conservatieve plutoeratie van den bourgeois, met haar Lafitte's en haar Kotschild's welke op de samenleving L J. J O £) Lautrec: Yvette Guilbert drukt het is veeleer (Ie corruptie. de blinkende, frivole leegheid - de desperate, tragische wellust van een wereld, die bewust ovei n vulkaan naar den afgrond danst. Frankrijk heeft niets meer van doen met een vampyrgeslacht van geldmannen het buigt zich onder het juk der cocotte. De cocotte heheer^cht de politiek en de moraal van ei-n avon turiers-regeering -- zij brandmerkt het heele openbare leven. Kil van niets staaf de mannelijke, kitische l 'aumierzoo ver al' als van de lichtekoei. .Hij kent. noch begiijpt haar dus negeert hij haai. Manr nie mand negeert de plienoineiiii van zijn tijd straffe loos - zelfs een Daumier niet. Kn zoo zien wij hoe.bij zijnleven nog. dit buiten gewone genie de bela n g stel'ing en den psychischen steun van zijn tijdgenooteii veiliest en de taak van chroniqueur aan andere, jongere handen moet overgeven. <>p nog een wijze les bezint gij u. bij het vel volgen uwer wandeling: langs deze grafische comédie humaine. (üj ?/.ijl het tijdperk gepasseerd dei- cen suur, tijdens het keizerrijk. De na tuurlijke uiting der caricatuur: het critiseeren van eigen staatsb. stel en regeering' is verboden, maar het aan vallen der buitenlandsclie gouverne menten is geoorloofd - ja. wordt zelfs aangemoedigd. De Krim-oorlog en de Italiaansche veldtocht mogen worden gepropageerd en zoo ziet gij de carica tuur. bij gebrek aan beter, zich werpen op Xicolaus I en de Oostenrijkers. . . . zij is gouvernementeel geworden. Kn. a.anstonds voelt gij den wrevel en het onbehagen bij u opkomen, dat trij ?/,<?(> Forain

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl