Historisch Archief 1877-1940
A. Grévin: Carnaval
ir.
Pavilloii cle Marsaii. l'arijs
Dit is dan wel het wonderlijke en
fascineerende aan een tentoonstelling
als deze, dat zij u. als niets ter wereld.
zulk een sterke impressie geeft van
den onverbrekelijken samenhang
tusschen caricatuur en wereldgeschiede
nis. Gij loopt hier tusschen eiidelooze
rijen prentjes: 7,00 op het oog grappige,
jeelijke of erge', l'j ke misvormingen van
het ..normale" wezen der dingen.. ..
giftige, compromitteerende krabbels
van het enfant terrible der werel
huishouding. Maar wanneer gij zoo
halve! wegen de expositie neer/Jjgt
(het is een taaie corvée !) op een der
banken en uw verstrooiden blik zin
nend laat gaan over den af gelegden
weg dan kan het u plotseling
oveivallen, dat gij nog nooit zulk een
treffend, en levend beeld van een stuk
wereldgeschiedenis hebt gekregen, als
EEN EEUW C
Merkwaardige Tent
op dit oogenblik. Dan wordt het u
plotseling duidelijk, boe dor hoe
fossiel de officieele historie verschijnt
naast deze eindelooze reeks spontane
getuigenissen.... aphorismen.
betoogen, kreten, hoonlachen. alle uit
de emotie van liet oogeablik opgeweld.
Dan kan het u tevens op ontstel
lende wijze duidelijk worden, welk een
groot e historische taak de earie.atuur.
dat /onderlinge complex tot lachen
prikkelende teekeningen. eigenlijk be
schoren is . . . . en tegelijk welk een
tragische en hopeloo/.e zending dit
mag h eet en ! Conclusies, die gij reeds
hier en daar vernaamt of y,elïvagelijk
vermoeddet. nemen hier een
dwingenden. stelligen vorm aan. Zoo bemerkt
gij wellicht tot nw verbazing dat
(ie caricafuui nooit grooter en rijker is.
dar i wanneer /.ij de a priori verloren
zaak een er onderliggende partij ver
dedigt. Kn dat zij par consécjneiice
slap en onbeduidend is. zoodra zij
..gouvernementeel" wordt. (Jij ontdekt
wellicht evenzeer niet /.onder ver
wondering dat moed. simpele per
soonlijke moed. een onverbiddelijke
voorwaarde blijkt voor waarachtige
grootheid, in de caricatuur. Ach het
zijl! zeker meerendeels waarheden, die
gij tot nog toe als gemeenplaatsen /ijt
voorbijgegaan, maai' die u hier.
oog-inoog n.i't de caricatuur. plotseling als
tastbaie waarheden verschijnen.
Dit is de groote. zeldzame
beteekenis van zulk een expositie, dat zij
ons dooi- de caricatureii. de ('aricatuur
kan leeien zien '.
A. Willette: De Heilige Democratie wacht kaar minnaars
Daai- is nu h.v. liet
grootediii-mansehap Daumier. ('avarni. .Mtmnicr
en hun famense animateur. ('hnrle.-.
l'hilipon. (üj hebt hun triomt'ale op
komst en huil glorie gezien in Hen
geweldigen strijd met het
burgerkoningscliap en de geld-aristocratie
tot IS'lS toe. Ken strijd, waarin zij
een levend element vertegenwoor
digden -- liet geweten van een tijd
de spreekbuizen eener openbare mee
ning. Ken stuk geschiedenis en een
stuk cultuur ligt gedurende deze
peiiode in hun oeuvre besloten.
Welnu -- gij vervolgt in
spanningdeze zeldzame Jevensbaneii en gij ziet.
hoe zelfs deze groot en tenslotte naast
hun tijd komen te staan. Tot ver in
de dagen van liet tweede keizerrijk
publiceeren zij hun werk. met grooter
kracht, met sterker talent wellicht. . . .
met meer rijpheid stellig, dan voor
heen. Ma'ir er is iets in hun werk
gekomen, dat u er van doordringt
hoe zij niet meer gedragen worden
door het brandende sentiment der
tijdgenoot en. Iets. dat hun
teekeningeu berooft van die hoogere actuali
teit, welke door den geest des t ijds
wordt gedicteerd. Daumier is geweldig
en titanisch als voorheen maar een
sfeer van tragische vereenzaming
hangt om dit latere oeuvre.
Hij kan zijn temperament en zijn
aard niet verloochenen. hij strijdt
nog altijd tegen een burgerdom, dat
reeds lang een fantoom is geworden.
liet. tweede keizerrijk heeft andere
O toestanden, andere ineiischei). andere
gevoelens geschapen. liet is niet meer
de conservatieve plutoeratie van den
bourgeois, met haar Lafitte's en haar
Kotschild's welke op de samenleving
L J. J O
£)
Lautrec: Yvette Guilbert
drukt het is veeleer (Ie corruptie.
de blinkende, frivole leegheid - de
desperate, tragische wellust van een
wereld, die bewust ovei n vulkaan
naar den afgrond danst. Frankrijk
heeft niets meer van doen met een
vampyrgeslacht van geldmannen
het buigt zich onder het juk der
cocotte. De cocotte heheer^cht de
politiek en de moraal van ei-n avon
turiers-regeering -- zij brandmerkt
het heele openbare leven. Kil van
niets staaf de mannelijke, kitische
l 'aumierzoo ver
al' als van de
lichtekoei. .Hij
kent. noch
begiijpt haar
dus negeert hij
haai. Manr nie
mand negeert de
plienoineiiii van
zijn tijd straffe
loos - zelfs een
Daumier niet.
Kn zoo zien wij
hoe.bij zijnleven
nog. dit buiten
gewone genie de
bela n g stel'ing
en den
psychischen steun van
zijn tijdgenooteii veiliest en de taak
van chroniqueur aan andere, jongere
handen moet overgeven.
<>p nog een wijze les bezint gij u. bij
het vel volgen uwer wandeling: langs
deze grafische comédie humaine. (üj
?/.ijl het tijdperk gepasseerd dei- cen
suur, tijdens het keizerrijk. De na
tuurlijke uiting der caricatuur: het
critiseeren van eigen staatsb. stel en
regeering' is verboden, maar het aan
vallen der buitenlandsclie gouverne
menten is geoorloofd - ja. wordt zelfs
aangemoedigd. De Krim-oorlog en de
Italiaansche veldtocht mogen worden
gepropageerd en zoo ziet gij de carica
tuur. bij gebrek aan beter, zich werpen
op Xicolaus I en de Oostenrijkers. . . .
zij is gouvernementeel geworden. Kn.
a.anstonds voelt gij den wrevel en het
onbehagen bij u opkomen, dat trij ?/,<?(>
Forain