Historisch Archief 1877-1940
lARICATUUR
bonstelling in Parijs
RDAAN
AndréGul: Vogel op den tak
wel kent uit de caricaturen van den
laatsten wereldoorlog. Dat
mee-schetteren met de groote massa dat op
voorhand verzekerd zijn van den
officieelen steun en der bravo's van
het schellinkje.... het is een ont
luistering van deze kunst der minder
heid. Al deze prenten uit het tijdperk
der censuur van Napoleon III leeren
u opnieuw, dat de oaricatuur brillant,
geniaal en vol geest kan zijn en noch
tans dot eene missen, wa,t haar den
waren adeldom verleent: het gevaar !
Wie nemen
intusschen den
stift van
Daumier en deti
Pliilipon-staf over?
He' is in do
eerste plaats
Grévin, die de
decad ente sfeer
van het tweede
keizerrijk in een
eindelooze reeks
prenten heeft
neergelegd. Bij
hem komt de
Oocotte. het Fa
tum van het
Second Empire,
tot haar volle
recht. De vrouw als zinnelijk object
omgeven door boudoir-parfums en
intrigues, vult ieder zijner cartons. Hij
kent slechts dat ne idool: de vrouw
??de vrouw, zooals hij en zijn tijd
,haar zien.... un joli petit animal
i tout en pouf et en contorsions de
croupe, perchésur deux petits pieds
extraordinairement cambrés" de
- Clorinde uit Zola's Son Excellence
Eugene Rougon", die van slaapkamer
naar slaapkamer trekt en, van het
keizerlijk hoofdkussen af, Frankrijk
regeert. Plet is lichtzinnig werk, be
koorlijk en zwak tegelijkertijd. Het
mist overtuiging, kracht en enthou
siasme naar den geest zoowel als
naar den vorm. Maar het staat midden
in het levensbrandpunt dier dagen !
Naast hem compareert de decadente
aristocraat Cbam (Comte A. de Noé)
vol esprit en vol charme, benevens
diens epigoon, Marcellin. En al de
hysterische angst-vreugde'van
OffenLa rêve
bach's rosse muziek klinkt u uit deze
symphonie in zwart en wit tegen.
Maar een andere groote staal gereed
den knods van den ouden Moes
ter over te nemen. Tegenover deze
figuren verrijst een nieuwe verschij
ning: AndréOill !
Het is het noodlot van Gul, dat hij
tusschen twee generaties van groote
kunstenaars werd ingeklemd en
doodgedrukt. De geweldige Daumier. die
hem voorafging en de schitterende
Montmarti e-school welke hem zou
opvolgen, hebben de herinnering aan
zijn persoon en zijn werk uitgewischt.
Hoe zeer ten onrechte ! Want ziehier
dan een caricaturist. die tot de groot
sten behoorde: origineel, vol geest en
van een fabelachtig kunnen. Hij maakt
de moeilijke jaren der Napoleontische
censuur door trotseert haar in zijn
blad ..La Lune", dat hij na het verbod
van uitgave opnieuw doet verschijnen
als L'Eclipse". In hem leeft de oude.
strijdbare geest de erfenis van
Dauinier sterker eerlijker en onver
biddelijker dan in de Montmartrois.
Hij vertegenwoordigt in deze morbide,
verwijfde wereld, de gezonde kern dio
de mannelijke traditie voor Frankrijk
zal bewaren. Zijn esprit is voornaam
en slagvaardig hij bezit dien zin en
die waardeering voor de actualiteit
die technische paraatheid welke de
caricatuur tot een vak maken .... alle
theorieën van aesthetische dilettanten
ten spijt. Zijn werk minacht de ver
langens van latere lief hebber-v
evxamelaars het keert zich bewust tot den
tijdgenoot en vraagt slechts weerklank
bij hem !
Zoo vindt hij automatisch nieuwe
banen, nieuwe procédé's. l tij populari
seert de portretcharge van Dauinier,
door haar te verbinden aan een frap
pante gelijkenis, l lij durft te breken
niet een eeuwenoude traditie, welke
het formaat der prenten laat afhangen
van de samengesteldheid der compo
sitie en verbluft zijn tijdgonooton niet
reusachtige portret caii''at uren. welke
een volle pagina be.'-laan .... een voor
bereiding voor I Tabu's ..Abraham, de
Geweldige" i /ijn charges \ ati Thiers.
Gambetta en vooral van Napoleon 111
zijn van een bewogenheid en een
bruisend leven, die hun persoonlijk
heden beter demonstreeren, dan de
uitvoerigste geschreven portretten.
En het is alweer een onbegrijpelijk
manco in de organisatie dezer tentoon
stelling, dat zij de gelegenheid niet
krachtiger heeft aangegrepen, om de/e
groote en miskende figuur te rohab
iteeren. Van hem zijn slechts 12
planclies aanwezig relatief onbe
duidend getal, waar b.v. een ('harlet
met 14 en een Cham zelfs met '21
prenten vertegenwoordigd is. Zijn
magistrale kop van Gambetta ont
breekt, evenals zijn furieuso prenten
tegen den corrupten de Girardin.
i De comédie hurnaine wikkelt zich
verder af. Terwijl Gil] te Charenton in
een krankzinnigonoel ligt te zieltogen,
geeft ..Ie p ere Salis" zijn eerste num
mer der ..Ohat-Noir" uit en doet de
Montmartre-school haar intrede in de
wereld. T lier naderen wij niet de
histoire contemporaine een terrein,
dat naar alle zijden verkend is eri
sinds lang populair werd. In den altijd
schuimenden heksenketel, dio Frank
rijk is, rijyen uit de stormen der
lioulanger-, Wilson-, en Panama-schan
dalen, later uit de Affaire-Drovfus, de
\
Steinlen: Justitie en militarisme
brillant e figuren op. die den roem der
Franse l ie caricatuur naar alle Wereld
bibliotheken, kunsthandels en
Vr.lksT'nivers'toiten hebben gedragen.
Forain. Willette. C'aran-d'-Ache. Steinlen.
Toiil'mse-I.autrec . . . . y.ij doelen de po
pulariteit van IJembrandt en vanGogh
tot aan de bittere gemeenplaats toe.
Hun aantal op de/e tentoonstelling is
niet overweldigend ?
Rn met de kleurfanfares der affiches
van Chéret, doet de expositie haar
bezoekeis uitgeleide.
ITet is jammer, dat de oiganisatie
van TIn siècle de cari'jature" haar
gewichtige synthetische- en historische
taak niet beter heeft begrepen.
Nochtans -- deze tentoonstelling
1)1 ij ft zelfs in ha:ir betrekkelijke onvol
komenheid een gebeurtenis.
AndréGill: Zelfportret