De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1932 10 december pagina 4

10 december 1932 – pagina 4

Dit is een ingescande tekst.

De Groene Amsterdammer van 10 December 1932 No. 2897 Het winstgevend geloof Spreektaal Melis Stoke Tcekeniiigen door Harinseii van Beek De slag is gevallen, We hebben ontdekt dat de kinderen niet meer in Sinterklaas gelooven. Sterker nog: we zijn tot de ontstellende zekerheid geraakt dat zij ons ge durende vele weken, wellicht jaren, opzettelijk onder den indruk hebben gelaten dat zij nog het volste vertrouwen hadden in onze verzekeringen dat het inderdaad de goede heilige was, die de cadeaux bracht, die persoonlijk straffend en prij zend optrad op den feestdag en aan wiens zin voor onvoorwaardelijke gehoorzaamheid en braaf heid moest worden voldaan teneinde de volle taat zijner oneindige gulheid te genieten. Hiermee is een periode in cns leven afgesloten. Mathilde en ik hebben het elkander bekend: het was een peiiode van belachelijke zelfbegoocheling. Niet onze kinderen waren de trouwe dienaren van het Sinterklaasgeloof, maar wij waren de baaten gemakzuchtige, ontrouwe dienaren van deze op zichzelve zoo vriendelijke professie. We hebben het geloof met schijnheilige, ernstige gezichten verkondigd, opdat de kinderen aan ons onderworpen zouden zijn door het gezag van een naam die zoowel strenge kastijding als enoirn profijt kon beteekenen. Langen tijd hebben de kinderen ons vertrouwd. Hoe lang die periode geduurd heeft weten we niet. Maar op een zeker moment is er twijfel ontstaan. Twijfel omtrent Sinterklaas» niet alleen maar twijfel in ons, hunne ouders. Ze hebben dien twijfel eerst voorzichtig geopperd maar toen hun allengs bleek dat we ontoegankelijk waren voor hunne zeer scherpzinnige argumenten hebben ze besloten ons in den waan te laten dat ze het Sinterklaasverhaal aanvaardden. De be weegredenen tot die houding moeten van absoluut materialistischen aard zijn geweest. Ongeloof aan Sinterklaas zou materieel verlies kunnen beduiden. En zoo hebben we ze gedwongen tot het eerste compromis in hun leven. Laten Pappie en Mammie maar denken hebben ze wellicht overwogen dat we er nog altijd inloopen. Blijkbaar hebben ze daar plexier in. Als we precies zeggen hoe we daarover denken is het eenig gevolg dat we niets in onze schoenen krijgen...." Met hoeveel raffinement deze door ons zelf geinduceerde speculatie is gevoerd werd ons duidelijk door een incident. Onze dochter had in haar zitkamer een zooge naamd opklapbaar bed gekregen, een dier moderne uitvindingen die tegemoet komen aan de tegenK, woordige behoefte om binnen een bepaald bestek zooveel mogelijk sociale facetten te scheppen: slaapkamer en zitkamer binnen vier muren. Dit bed nu hadden we betrokken inde Sinterklaas sage, en die samenkoppeling van de modernste techniek aan de oudste overlevering is ons nood lottig geworden. Pas maar op, hadden we in een inventiefpaedagogisch moment gezegd .... pas maar op. Zwarte Piet heeft tegenwoordig de gewoonte om stoute kinderen te straffen door niet alleen niets in hun schoen te leggen doch door bovendien, terwijl de kinderen slapen, hun klapbedden plotseling dicht te slaan zoodat ze met hun neus tegen den muur zitten. Deze technische strafoefening scheen een diepen indruk te maken en, in de speelsche luim die een spitsvondig verzinsel ons nu eenmaal brengt, hadden mijn zoontje en ik tezamen een allermo dernst Sinterklaas lied gemaakt dat wij, zoodra het arme kind ondeugend was, tezamen zongen. De tekstregelen luidden zoo ongeveer als volgt: Sinterklaas Ooedheiligman die zoo prachtig strooien kan ik doe altijd goed mijn plicht sla mijn bedje dus niet dicht. Met mijn hoofdje op mijn kussen zit ik er dan tusschen. Pieter hoor dit mooi gedicht sla mijn klapbed toch niet dicht. We hadden er het arme kind van overtuigd dat de ecnige manier om aan deze strafoefening van den onder bepaalde omstandigheden y.oo ge vaarlijken neger te ontkomen, een absolute braaf heid was. En ik moet zelfs erkennen dat ik schaamte en berouw gevoelde wanneer ik in de «lagen voor Sinterklaas bij het bedje, het klapbedje van mijn jongste, stond en ze mij met groote «ogen vroeg of ze nu werkelijk zoo zoet was geweest dat er geen kans was op het ontzettend avontuur in den nacht. Deze technische strafoefening Een uitbundige reactie van -vrees Tiet hindert niets, vader, zei mijn zoontje .... laat ze het maar denken. En hij liet in het midden of hij er zelf aan ge loofde, doch plaatste trouw zijn schoen naast den hare. Welk een afschuwelijk complot er tusschen de kinderen heeft bestaan merkten, wij enkele; dagen voor het fesst van den goeden heilige. Complotten immers komen, naar de historie aantoont, meestal uit door emeenigheiel tusschen complotteerenden onderling. Kn wat er nu precies voor tweespalt tusschen onze kinderen geheerscht heeft weet ik niet. doch op zekeren avond klonk een luid gegil afge wisseld door hevig lachen. Ken onderzoek op <le e'^age waar de kinderen hun kamers hebben toonde aan dat mijn 7 ooi d je x.ich in het duister onder liet klapbcd van zijn zusje had begeven en op liet onverwachtst, tegelijk met het uitsteiotvii van een alleryrie/.el igst gebrom. geduwd had legen het klau-meehai'iek. Monumentenzorg l Eén dezer dagen werd' bekend gemaakt, dat een Commissie de stichting van een monument ter eore aan de nagedachtenis van Is. Querido voorbereidt. De goede bedoeling van een dergelijke Commissie willen wij niet in twijfel trekken, maar wel komt in onze gedachten het bekende versje van Heinrich lieino, dat hij schreef naar aanleiding van het geprojecteerde beeld hetwelk voor (ioethe teFrankfort zou verrijzen: Ilir Handelsnorm ! Behaltet euer Geld! E in Denkmal hat sich (ioethe selbst gesetzt. Moeten wij nu weer met een Karikatuurbeeld als dat van Herman Jleijermans, verscholen in een hoekje van het Vondelpark, voor den dag komen:' Of heeft men voor het te stichten stand beeld van Is. Querido een kunstenaar in de ge dachten, die uit zuivere inspiratie den kop van: Querido zoo mooi en krachtig kan weergeven als b.v. Toon Dupuis het deed met Louis Bouw meester in de rol van Coriolanus. Dit borstbeeld staat in de gang achter de benedenloge in den. Stadsschouwburg. Men aanschouwe en bewondere eens dit z.g. ouderwetsche maar gelijkertijd klas sieke beeld. En was dit een opdracht? Neen. De kunstenaar gaf het omdat zijn bewondering voorBouwmeester zoo groot was. Het is bekend, dat opdrachten aan kunste naars meestal slecht of gebrekkig worden uitge voerd . Poovere nabootsingen welke met de gloed- en.. kleurvolle scheppingen van het origineel weinig; te maken hebben. Laat men toch inplaats van heel- of ten deelegeslaagde standbeelden van overleden kunstenaarsaan de zorgen van levende werkers denken. Die te verminderen is een belangrijker taak dan liet stichten van standbeelden voor mannen wiergeest uit de onzienlijke; wereld eleze dwa/.e wereld uitlacht, omdat zij tijdens het aarelsche leven: reeels van monumenten e. el. afkeerig waren. FRANS HULLKMAN Natuurlijk was het bed niet dichtgeslagen en eiok was dit niet de bedoeling. Het eigenaarelig com plex echter, dat 7,ich doe>r ele eloe>r mij gee>penbaarele technische' nieigeJijkheid e'n de atavismen van een straffendon neger in het duister in de kinelerziel had gevormd, gaf aanleiding tot oen uitbundige reactie van vrees. En in die A-rees en het rumoer dat aan ele ver zoening ve>e>raf ging kreeg ik de vreeselijkste dingen te he>oren. Mijn zex)ti, alelus mijn dochter, hael misbruik gemaakt van elen Sinterklaas-Piet-onzin om haaraan het schrikken te maken. Mijn ze>oii verklaarde1, dat men, als men niet aan Sinterklaas en Piet gele>ofde, nie;t bevive-sel behe>efele; te zijn dat zijn klapbed onverwachts 7.e>u dichtslaan. Hij gaf elaarve)e>r een technische uit eenzetting, die me opeens eleeel begrijpen dat ik in m ij 11 dwaasheid technisch-iiimmer-verbaasele jeugd getracht had in den waan te hemelen van dakvuite'vs e-n se'heK>rsteeii-eeiuilibristen in kerkgewaad. He't slot was beschamend vetor mezelf. Kn het bcschamondst waren ele twee; lieve; kleine* schoentjes in ele gang.. .. , ik heb e»r. als een zoeneifl'eT. mijn gave in gelegel Kn 7,e' hebben me> elen. vejlgenden morgen riie't bedankt. Want ze zijn we'lopgevoeele kinderen elie. ve>or ons, getieiegen. in Sinterklaas willen gejlexiven.. .. e'n e>e>k e'e>n be'etje, omdat men, eloe>r zijn ouders tegen te spivken, evenzeer tekejrt ke>mt aan respect als aan materiaal profijt.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl