De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1932 10 december pagina 5

10 december 1932 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

No. 2897 De Groene Amsterdammer van 10 December 1932 V Boekbespreking Mr. J. C. S. Warendorj TantaluS'kwelling Over het onderzoek naar de geestvermogens Het behoort tot de voornaamste kenmerken eener geciviliseerde samenleving dat hare leden de in hen levende destructieve driften we^en aan te passen aan de eischen van de maatschappij: een aangeboren wreede vernielzucht wordt tot gedra gingen van sociale nuttigheid vervormd, waardoor het mogelijk wordt dat eene beschaving zich in hare ontwikkeling leert af te wenden van Let ge bruik van ruw geweld om den maatschappelijk en strijd zoo veel mogelijk met intellectueele wapenen te voeren. De aan tallooze sociale gedragingen tsn grondslag liggende strijdlust wordt intusschen be wezen door de onmiddellijke reactie van wreveligen onlust zoodra deze aggressiviteit het doel harer sociale nuttigheid voorbijschiet. Het zijn op deze wijze te verklaren onlustge voelens, die in ons wakker worden nu, in de bekende strafzaak de Aufwertung" der Dnitsche stedenobligaties betreffende, de Rechtbank op vordering van het O.M. een onderzoek gelast heeft naar de geestvermogens van den verdachten notaris. Tot goed begrip der thans ontstane situatie diene het volgende. Mag het al vreemd zijn, en in vele gevallen ongewenscht, dat een voor eiken verdachte onaangenaam en uiterst pijnlijk onderzoek naar de geestvermogens wordt ingesteld, zoolang nog op de schuldvraag niet beslist is, hoeveel onaangenamer is zulks niet voor dezen notaris, die een dergelijke beslissing tegen zich genomen ziet op een oogenblik waarop noch zijn opzet noch de strafbaarheid van » het door hem gepleegde feit vaststaan. Ook het feit dat van eene eventueel te volgen qualificatie ,,ge brekkige ontwikkeling of ziekelijke storing zijner geestvermogens" of ,.verminderde toerekenbaar heid", beroep of cassatie bij de wet uitdrukkelijk is uitgesloten, zonder dat de verdachte in de gelegen heid was van eene beslissing omtrent zijn opzet of de strafbaarheid van het feit in appèl te gaan, is voor hem uiterst onaangenaam, ja onbillijk. Jlij wordt immers daarmee tot een geestelijk minder waardige gestempeld, óók indien de Kechtbank later tot vrijspraak zou moeten concludeeren. In tusschen, tot zoo ver draagt de notaris hier niet meer dan het gewone risico van den gedaagde aan wiens normaliteit men tijdens een'; terechtzitting is gaan twijfelen. Dat wij, nog tijdens de behandeling van dit veelbesproken geval op eene dergelijke gerechte lijke onvolkomenheid meenen te mogen wijzen. vindt zijne aanleiding in een parallel waarop wij hier de aandacht willen vestigen: De advocaat-notaris, wien scherpzinnigheid moeilijk kan worden ontzegd, heeft zich doen kennen als eene persoonlijkheid van tegelijkertijd prikkelbaren en prikkelenden aard. Zijn optreden lokt verzet uit, zooals men dat wel noemt. Het komt ons daarom niet geheel onmogelijk voor, dat juist hij wegens het verrichten van handelingen naar het schijnt overigens niet ongebruikelijke nalatigheden in zake legalisaties zich eene ver volging op den hals haalt. Men werpe hier niet tegen dat vervolging en rechtspraak zonder aan zien des persoons pleegt en behoort te geschieden: men ziet dat wel meer, dat karakters met eene eenigszins labiele psychische constitutie als die van dezen verdachte, juist krachtens de hem hier boven toegeschreven eigenschappen, zich bloot stellen aan eene vervolging. Ja, en hiermede zijn wij tot bedoelde parallel genaderd , in een zoo juist verschenen werk van een der doordringendste Mondjesmaat doet niemand kwaad. Tceltening J. . l>oeve Het Amerikaansche congres verwerpt de afschaffing van het drankverbod GIJKEN DAG N GLAASJE psycho-analytici l) vindt men een aantal gevallen beschreven, waarin de provoceerende houding der verdachten oorzaak wordt van hunne veroordee ling. Op overtuigende wijze wordt Dreyfus als n der hunnen geschetst; op niet minder overtuigende wijze geeft de auteur een veelzijdige karakteristiek hunner typische gedragingen: ,,Vor allem macht sich bei der Verhandlung seine vordringliche Kechthaberei und kniffige Kabbulistik unangenehm bemerkbar" heet het in een aangehaald verslag eener rechtzaak, waarin, slechts korten tijd geleden nog, een jonge man wegens vadermoord onschuldig veroordeeld werd. Hij machte der Verteidigung auch dadurch Schwierigkeiten, dasz er sich ihrer Führung schlecht fügte, immer wieder selbst eingriff, mn in aufdringlich langatmigen .Darlegungen und Wiederholungen Umstande, die seiner Sache förderlich erschienen, zu Gehör zu bringen. Kigensinnig kampfte er dabei nicht selten um Dinge. die entweder nebensachlich oder schon berholt sind." 2) Vertoont de notaris niet ongeveer het zelfde herausforderndes Henehmen", schaadde ook hij niet zijn eigen zaak, door zóó lang uitslui tend op eigen verdediging te vertrouwen? (Xoozeer zelfs dat men reeis de beslissing der Kechlbank meende te moeten verklaren met art. 5ü9c ,Sv.. dat bij een gelast onderzoek het toewijden van eenen verdediger dwingend voorschrijft !) Kene labiele psychische constitutie, die bijzondere voor zichtigheid van behandeling verwachten doet. doch die niet minder eigen veroordeeling in de hand werkt.... Welk een tragische tegenstrijdigheid! Het is niet onze bedoeling op den afloop van het thans hier gelaste onderzoek vooruit te loopen: zoolang eene zaak nog sub judice" is, blijve de rechtbank van kritiek verschoond. Het is dan ook slechts eene uiting van waardeering voor het bier geciteerde werk. wanneer wij, aan de hand van lid daar verzameld materiaal zouden willen poneereii, dat een onderzoek naar de geestvermogens in het strafproces niet dan met de grootste omzichtigheid moet worden gebezigd als middel ter bescherming van de maatschappij tegen anti-sociale o!' al 1e hinderlijke a-soci-ile gedragingen. J)e geestelijke belangen, die er voor het soort verdachten, als hier geschetst werd. op h v t spel staan zijn daarbij te groot om \i\t bet oog te verliezen. Trouwens ook de belangen van de maatschappij zelve, die immers in een grootst mogelijke rechtvaardigheid hare be staansgrond vindt, eischen dat wij kennis riemen van Heik's helder en geestig geschreven boek. Opdat wij leeren voorzichtig te zijn. Omdat de wapenen van het intellect, waarvan in den aanvang van :lit artikel sprake was, anders dreigen tévlij mend, en daardoor téschadelijk te worden. Schrik niet. Ik wreek geen quaet: maei dwing tot goet. Straf is mijn bant: maer lieflyk mijn gemoet luiden Ifooi't's bekende dichtregelen, die men boven de poort van Rasphuis beitelde. Ken straffe hant" dwingt ons tot het nemen van maatregelen tegen elkeen die het normale rechtsleveii hindert. Doch het is bittere noodzakelijkheid, dat il ie hand. bestuurd worde door een lieflijk gemoet". 1) Dr. Tlieodor /feil,-, lier U itbeL-tni uit- Mtnlrr, 7ui. /Vl. \'e.rluu, \Vien, 1932. 2) J'rolexifiir Mr'uner. bei \V. (lultmtitn. />«.s Fakiiltütxf/uhtclilrit hu l<\iUe l[nlsmnnn, lierlin 19'il ?)»j. 5U (Hij Heik, i>t/. l(ii). WOLLEN DEKENS 150x200 FL.5.6ZOHEH

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl