De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1932 10 december pagina 9

10 december 1932 – pagina 9

Dit is een ingescande tekst.

Joden in Oost-Europa Evert Straat Poolschc reisnotitiew Tot diep in de achttiende eeuw gold Polen als ,.een hemel voor den adel, een hel voor de boeren en het paradijs voor de Joden". Een land, waar het volk Israels door verstrekkende privileges werd beschermd, onder eigen rechtspraak leefde en in belangrijke mate autonoom was dat mocht inderdaad een paradijs heeten. Uitbarstingen van Jodenhaat waren ook toen niet zeldzaam; in Polen heeft elke eeuw haar Jodenvervolgingen gehad. Maar de privileges gingen niet verloren; zij werden nog door Stanislaus Augustus Poniatowski, ?den laatsten Poolschen koning, opnieuw bekrach tigd en de Joden, die een kwart van de bevolking ^uitmaakten, konden zich als een soort middenstand tusschen boeren en adel handhaven. Tot de deeling Tjleef Polen het toevluchtsoord in Oost-Europa, waar een Jood nog werkelijk in den schoot van zijn volk" kon leven. Het zal wel geen toeval zijn, dat Israël zijn laatste religieuze extase in Polen beleefd heeft; Baalschem en zijn volgelingen, de Chassidim, waren evenzeer Poolsche Joden als hun vervolger, de Gaon van Wilna. Een eeuw Pruisische en Russische beschaving heeft dat alles grondig veranderd. Onder Pruisisch bestuur zijn de Joden op groote schaal geassimi leerd; in Poznan kan de vreemdeling hen moeilijk onderscheiden van hun katholieke stadgenooten, er is geen ghetto en een broeder van Maximilian Harden, alias Witkowski, is er onder Wilhelm II burgemeester geweest. De Russen deden het anders. Zij sloten de Joden in hun ghetto's op, kortwiekten ze met uitzonderingswetten, verdreven ze per oekase uit landbouw en industrie en dunden ze uit met periodieke pogroms. Polen werd voorts gebruikt als belt van het Tsarenrijk, dat er regel matig zijn armste Joden op uitstortte. Thans sukkelt Polonia restituta aan een Jodenprobleem, waarvoor nog niemand ook maar bij benadering een oplossing heeft kunnen aanwijzen. Er zijn in Polen ongeveer drie millioen Joden; dat is 10 pCt. van de bevolking en een vijfde ge deelte van het wereldtotaal. Van die drie millioen werken er drieduizend in den landbouw, waarin 70 pCt. van het Poolsche volk zijn bestaan zoekt. Het aantal Joodsche fabrieksarbeiders is gering; het wordt geschat op minder dan 100.000. Het overgroote deel, meer dan 2l/2 millioen, is in den kleinhandel, heeft een zaak" of oefent een am bacht uit. Zooals te verwachten bij deze abnormale economische structuur wonen zij uitsluitend in de steden. In kleine stadjes zooals Sosnowic, Bezyn, Bialystok vormen zij meer dan driekwart van de bevolking. In de groote centra als Warschau, Krakau, Wilna en Lemberg leven ze dicht op elkaar gepakt in aftandsche ghetto's. Warschau heeft er 350.000 op een oppervlakte van nog geen vier vierkante kilometer. Er zijn daar huizen, die meer dan vijfhonderd inwoners moeten bergen.... Hypertrophie van den Joodschen kleinhandel". is de diagnose welke de regeering stelt, en zij ver klaart te streven naar de verspreiding der Joden over alle beroepen. De leus is ingeslagen, men hoort haar overal, doch in de practijk beteekent ?/.ij weinig anders dan een scherpe boycot van alles wat Joodsch is. Bij de tabaks-, de spiritus-. de lucifersmonopolies van den Staat krijgt een Jood geen werk. Joodsch gemeentepersoneel is er bijna niet. Inkoop-coöperaties betrekken niet meer van Joodsche leveranciers en de burgerij koopt bij voorkeur in winkels, die een bordje niet ..firma ?chriescijanka" in de etalage hebben staan. De toegang tot de vrije beroepen wordt den Jood schen intellectueel belemmerd door het anti semitisme der universiteiten, voor wie de numerus clausus slechts op papier is afgeschaft. Daarbij komt, dat het Poolsche Jodendom verdeeld is. Zionisten, Hebraeisten en Jiddischisten bestrijden elkaar, orthodoxen staan tegenover socialisten en ook in Polen doet zich h£t bekende Oost-Europeesche verschijnsel voor, dat de feli-t_> anti semieten te vinden zijn onder de gearriveerd»? Joodsche bourgeois. Zoo is in Lodz de textiel industrie vrijwel geheel in Joodsche handen, maar in de fabrieken worden alleen Christelijke arbeiders toegelaten; slechts in de beruchte huisindustrie worden Joden geduld. ... De Westerling, die dit alles hoort en ziet en met de toestanden in zijn eigen land vergelijkt, is al gauw ge neigd tot verontwaardigde critiek. Het zou echter onbillijk zijn, eenige kardinale feiten te vergeten. Polen is altijd arm geweest, heeft nooit geld gehad om zijn krot-ghetto's omver te halen; het kost tijd en nog meer geld om van stads joden boeren te maken en de Poolsche landbouw is door de crisis zoo goed als geruïneerd. Doordat Amerika en Canada hun grenzen gesloten hebebn, is de emigratie tot een minimum beperkt; het aantal emigranten is gedaald van 120.000 in 1920 tot 8000 in 1030 ! En tenslotte heeft elke Poolsche regeering rekening te houden met de anti-Joodsche gezindheid van het Poolsche volk een gezindheid, die, hoe dan ook ontstaan en hoe dan ook te beoordeelen, in elk geval niet per decreet kan worden veranderd. Sovjet-Rusland kan zich veroorlooven, aan de Amoer de Joden-republiek Birobidzjan te stich ten en in Moldaviëland toe te wijzen aan Joodsche kolchozen; in Polen zou toewijzing van land aan de Joden revolutie beteekenen. Op Zaterdagavond is het ghetto van Warschau voller dan Amsterdam op Koninginnedag. Een zwarte menschenstroom kolkt door de breede. vaalverlichte Nalewki-straat. Bruisend stort zich de menigte uit bochtige stegen en sloppen, klotst tegen moeizaam verder drijvende droschkes, vloeit traag langs de magere winkeltjes van Goldkopf en Feldgras, van Kirschensaft, Jakob Natur. Israël Gesundheit. . . . Bleeke Joden in kaftan, met zijden petten, roeien gekromd langs de huizen; hier en daar dobbert de bontmuts van een rabbijn op den stroom. Vele Methusalems met laaiende baarden, druk pratende vrouwen in zwarte sjaal?. slierten mooie jonge meiden,'die lachend en lonkend arm in arm van het eene trottoir naar het andere zwalken. En in de donkere huispoorten troepen joelende kinderen, als zwermen musschen. Door zoo'n poort komt men struikelend op een modderige binnenplaats. Hooge huizen staan er om geschaard als om een hofje. Dra hangen uit hon derden vensters trossen joden en jodinnen en kijken naar den indringer. Als torren schuifelen ze uit kelders, kruipen langs wrakke trappen naar buiten en drommen om hem hoon. Nieuwsgierig knipperen hun zeere oogen. Ze spreken Jiddisch. Een jongeling kent Duitsch. Een paar woor den maar werkloosheid, armoede, ziekte en honger, geen werk bij goyim. veel kinderen. . . . Honger staat op hun vale gezichten. ..Ja. beter dan onder de Kussen, maar toch slecht". Een schriel schoenmakertje. op zijn spitse kop een versleten zijden pet, wil gids zijn. Vijf kinderen huppen mee. Buiten de poort is groot lawaai - een optocht van roodhemden in gelid, met fietsen en fakkels. ..Communisten':'" Het schoenmakertje kijkt schichtig.... lacht Xee.... Zionis ten...." (?Kommunisten sind bei uns poliy.eilieh verboten", wist later een trotsche Pool te ver tellen.) Er komt herrie tussfhen den optocht en een verkeersagent - - het schoenmakertje raakt iri het gedrang twee spruiten kwijt, schreeuwt. schreeuwt wanhopig en trekt de bengels de poort in als ze onwillig komen aanzetten. Angst voor schieten ! Daarvoor dienen de zware, met ij/.er beslagen deuren; vroeger werden ze haastig ge sloten als de Russen amok liepen, nu beschermen ze tegen Poolschen Schneid". Er gebeurt verder niets, en omstuwd door een kleine volksoploop schuiven vreemdeling en schoenlappertje door de menigte naar stillere straten. donkerder binnenplaatsen, nog armer buurten. naar Kroehmalna, waar heele gezinnen met ouders en grootouders in een kelder wonen, naar Smoc/.a, waar vier verdiepingen samen n W.C. hebben' Maar ook dit wordt een rechtgeaard toerist zat. evengoed als de barokpaleizen van Warschau, l Lij laat y.ich door een groot gevolg naar een taxi brengen. en vlucht beschaamd voor de zegewenschen. als hij het gidsje zijn eerlijk ver-.liend loon van vier y.loty geeft.... Ghetto _

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl