De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1932 17 december pagina 11

17 december 1932 – pagina 11

Dit is een ingescande tekst.

TE EK EN A ARS S.1 i Couwenberg bij Kleykamp ers bij Esser Surrey ^er bij Vecht A, E. van den Tol itjaoenberg de verfopzet bloemiger en naar zulk schilderij gaat on middellijk mijn voorkeur. Maar . . de schilders zijnVan Herwijnen en Mathieu W i e g m a n. Maihieu Wiegman heeft hier een aan tal teekeningen uit Corsica. No. 11 is mij het beste. Het z ij n teekeningen van berglandschap pen, romantisch ondervond en. Ze hebben voor mij minder zuivere kracht dan de teeke ningen die hij inder tijd maakte van de Fransche kust en \an de bezeilde zee troebeler hartstocht s over zich. Stillevens en stadsgezicht , zond Van Herwijwn, schilderijen. Ook i deze halen niet de grandeur van teeKunst zaal Santee Landweer keningen als die van den Blinde, pas op Arti, noch hebben zij de zekere verfijning van werk, eveneens teeke ningen, uit'lcS waarover ik nog schrij ven moet (bezit van Lier). Ze zijn, de schilderijen losser, ijler dan het meeste werk van hem; /.e zijn minder geluk kige uitingen van een colorist. PLASSCIIAERT F. I. Kederer bij Vecht, Amsterdam De Oostenrijker Rederer, geboortig uit Weeüen maar wonend en werkend in Zürich, stelt thans bij Vecht schil derijen, teekeningen en litho's ten toon. Zijn schilderwerk betrekt zich uit sluitend op den menschelijken kop. Men zegt het zoo m.i. beter dan door te spreken van portret" al gaan deze beeltenissen dan ook uit van de persoonlijkheid van bepaalde mannen en vrouwen en soms van een kind; en niet van het type. Dien menschelijken kop metselt" hij als 't ware, veel meer dan levensgroot in dik-opgebrachte verf van aschgrauwe kleur die hier en daar paarlemoeren schemerin gen vertoont. Die kop is hem een groot en grootsch natuur verschijnsel, dat hij met melancholiek pathos beeldt. In zijn, eveneens groot gehouden teekeningen, opgezet met enkele, dadelijk het volume volledig grijpen de" krijtlijnen waarvan hij ver volgens met enkele forsche sobere en rake sepia streken do hoofdstaken nog eens accentueert, is de menschelijke kop wederom zijn hoofdmotief. Nu echter zoekt hij in dien kop niet voor alles het onbewust-vitale der natuur, maar het onbewust-geestelijke wezen dat onder de volledig uitgesproken vormen van het uiterlijk, karakteri stieke masker, een stiller, maar desal niettemin het individu in zijn ware persoonlijkheid sterk karaktw iseerend le\en leeft. Ik denk hier b.v. aan de koppen van Mengelberg en Jan Musch (als schoonzoon van Ilona Durigo, van wie men ook hier een kop vindt, had en heeft Rederer met ons land en zijn kunstenaarskringen contact), die het uiterlijk masker, zooal niet negeeren, maar dan toch er in een sober-rake aanduidhtfi snel aan voorbijgaan om te komen tot een kenschetsing van het diepere, meer stille wezen der sujetten. Vooral de kop van Jan Musch, waarvan de wel zeer expressieve uiterlijke trekken zoovele andere schil ders en teekenaars reeds verleid heeft om bij het expressionistische, weerge ven daarvan te blijven (deed b. v. Sluijters in zijn bekend portret van dezen acteur dat ook niet voor een groot deel?) is in dit opzicht merk waardig. Zooals Rederer in deze geteekende portretten (het woord is hier tenvolle op z'n plaats !) sterk is in het uitbeel den van datgene wat er onuitgespro ken in den mensch is, zoo is hij ook sterk, het sterkst en liet best zelfs mis schien, in het beelden van hetgeen er onuitgesproken tusschen tu-ce menschen zijn kan, wat dan b.v. in zijn sepiateekening De Verloofden" J. E. Laboureur en eveneens in zijn litho met twee koppen openbaar wordt. Onder de litho's, een 24 stuks, vindt men enkele van de schoonste werken van deze, als geheel toch ook a! merkwaardige en schoone tentoonstelling. Royaal en vitaal ge daan zijn zij van een prachtigen toon. Hierin komt hij, per uitzondering, tot een weergave van de natuur buiten den menschelijken kop om en die uit zonderingen (ik noem vooraan ,,Vierwaldstatter See") reken ik mede tot de beste werken. A. E. VAN DEN TOL Xieuwe uitgaven Vakwoordenboek. Scientific and Technical Dictionary deur Dr. 1). F. du Toit Malherbe, professor in chemie aan die universiteit van Pretoria; lid van die Nederlandsche Chemische Vereeniging, van die S.A. Vereniging vir die bevordering van die wetenskap, van die S.A. Akademie vir taal, lettere en kuns, ens. Met die mede werking van vijf-en-twintig vakgeleerdes. Kngelsch-Afrikaansch, AfriKunstzaal Houthakker kaansch-Engelsch, twee deelen inén band. Dit voor Zuid-Afrika samengestelde Vakwoordenboek is ook voor Neder landers van belang, aangezien er in Nederland geen Vakwoordenboek be staat van zulken omvang. Alle exacte en semi-exacte wetenschappen, bene vens de voornaamste technische vak ken, zooals: Luchtvaart, Radio, enz., omvat dit Afrikaansche Woordenboek. Uitgave N.V. Drukkerij en Uitge verij J. H. de Bussy, Rokin 60 62, Amsterdam. Henri van Hoof, Voor tien minuten nitar Amerika. Uitgave Scheltens en Giltay, Amsterdam. Rufus M. Jones Het Heldenleven van Paulus. Vrij bewerkt naar het Amevikaansch door I. C. Thomson Went holt, met een voorwoord dooi U. A. Vorster. Uitgave van CJorcurn en Comp., Assen. E. A. Kheinhardt- Napoleon UI en Eugcnie, tragi-cornedic van een keizerschap. Geautoriseerde vertaling door Adele Withof. Amsterdam, J'. N. van Kampen en zoon. F. I. Rederer Kunst zaal Vecht

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl