De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1932 24 december pagina 10

24 december 1932 – pagina 10

Dit is een ingescande tekst.

Kerstmis 1932 10 Jeugdnummer i. Film jeugd L. J. Jordaan HET zou teveel gezegd zijn, wanneer men beweerde, dat het getij der maatschappelijke en moreele ups and downs zich scherp in de film manifesteerde. Een charmante opvatting, die van den cinegrafischen uitingsvorm met alle geweld een hemelsblauwe idylle wil maken, verbiedt categorisch alle contact met de werkelijkheid. In onze gezegende dagen van wild cynisme, ontstellende werkloosheid en politieke ontreddering luidt immers het voorschrift, dat iedere zinspeling op het dagelij ksch leven verre blij ve van het projectiedoek .en derhalve vergapen wij ons in de luisterrijke etablissementen van de heeren, die slechts zoete ontspanning" willen brengen, aan "de kussen en de liederen van fancy-prinsen en koninginnen. Proficiat ! Min of meer is dit altijd zoo geweest. De meening, dat de film per se een zachtzinnig amusement voor zwakkelingen en achterlijken behoorde te zijn, is zoo oud als de celluloid-strook -zelve. Dit neemt echter niet weg, dat in sommige op zichten deze draconische ' onnoozelheidswetten faalden in zooverre dan, als zij ondanks zich zelf toch nog een zwakke weerspiegeling kon den worden van lot en leven der generaties, die zij met haarprojectie-oog biologeerde. Met name wat be treft het jeugd vraagstuk. Zonder zich bewust te zijn van eenigerlei verandering in de levens houding der aankomende jeugd, moest de filmproductie zich noleris volens met die evolutie bezighouden. Niet natuurlijk uit eenigerlei belangstelling voor een onderwerp, dat zoover buiten het box-office viel, doch eenvoudig omdat de film haars ondanks in den grooten stroom meegezogen werd, die het aangezicht der wereld veranderde .... en het aangezicht der jeugd in het bijzonder. In een tijd, waarin alles wat ouder was, met ontzetting de opgroeiende spruiten zag verkeeren in het tegendeel van hetgeen sinds onheuglijke tijden des jongelings en der jongedochter was in zulk een tij d kon de film niet langer ooren en oogen sluiten voor de duidelijke teekenen eener revolutionnaire periode. Haar publiek bestond immers voor een niet gering deel uit die gelukkige generatie, welke tusschen gymnasium en universiteit zweefde en zij leerde aan den lijve, dat die generatie scherp en critisch zag en meer dan geneigd was ieder anachronisme in de aanschouwing der jeugd uit te f luiten of weg te hoonen. Zoo zien wij dan, achter de gazen wolken, welke door zorgzame ondernemershanden voor het projectiedoek werden uitgespannen, niettemin een duidelijke evolutie in het beeld, dat de film van de jeugd beliefde op te disschen. Een evolutie, die zij het op een veiligen afstand de omwenteling in de werkelijkheid volgde. De tijd van voor den oorlog was voor de jeugd de tijd der par a dij sonschuld en der stille deugd. De jongedochter dier dagen, was een langgerekt schepsel met weelderige krullen, levensgevaarlijke hoedepennen en balboekjes. Zij dronk niet, rookte niet en studeerde weinig doch legde daarentegen een verheugende neiging aan den dag voor de huishouding, voor theekransjes en (wat men met een ouderwetsch woord noemde): onbesproken gedrag". Men are God's trees women are his flowers !" Dit was de gangbare en poëtische ziens wijze van het tijdperk en de sexen hielden zich hieraan, door respec tievelijk zoo robuust en zoo teeder te schijnen, als het uiterlijk voorHenny Porten, het Europeeschejeugd-ideaal van vóór den oorlog Joan Crawford als vrouw (Menschen in 't hotel) komen maar toeliet. Aankomende jongelui kweekten zorgvuldig pluisbaarden en grogstemmen jonge meisjes streefden naar aanvalligheid en ingetogenheid. In dien tijd kent de film het symbool der jongedochter in twee typen, die twee continenten vertegenwoordigden: Amerika had zijn Mary Pickford, Europa zijn Henny Porten. Het valt ons in deze dagen eenigszins moeilijk te begrijpen, dat heel een generatie verrukt was over de blonde krullen der Amerikaansche en de gazellenoogen der Duitsche. Wij zijn licht geneigd te spreken van een krasse hypocrisie ... .en zijn daarmee bezijden de waarheid. Want evenmin als wij destijds iets ongewoons zagen in snorren, matelots en gekleede jassen even weinig waren wij ons van eenigerlei onoprechtheid bewust wanneer wij tranen stortten om zooveel pure jonkvrouwelijkheid. Mary Pickford en Henny Porten waren het sterk versuikerde, maar niettemin vrij goed gelijkende ef f igie van ons vrouwelij k idea al. De oorlog nam onder vele andere vrijheden, ook die van de jeugd en haar idealen grondig te veranderen. De onmiddel lijke nabijheid van iets zoo onromantisch en onsociabels als de Dood de harde, ont nuchterende werking van een fantastische ellende maakten dat de bordjes grondig ver hangen werden. Onbewust was het vooral in de oorlogvoe rende landen de oudere ge neratie zelve, die het systeem van: Laat-ons-eten-drinken-envroolij k-zij n-want-morgen-zij nwij-dood ! in de mentaliteit der opgroeiende jeugd brand den. Deze jeugd zag bovendien de wereld, waarin zij haar ,, . ,, , ... , , . , Mary Ptckfora, weinig ]oyeuse entree maakte, ^ J met gdnsch andere oogen dan het Amerikaansche jeugd-ideaal haar ouders. De ellende en de van vóór den oorlog

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl