De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1932 24 december pagina 11

24 december 1932 – pagina 11

Dit is een ingescande tekst.

Jeugdnummer fe ! algemeene ontreddering de naakte laagheid der door den oorlog ontketende hartstochten heel dit gruwelijk démasquéeener voorbije wereldaanschouwing was weinig geschikt om het crediet der Onschuld, der Braafheid, van den Heldenmoed en van het Idealisme te versterken. Dit is het dan, wat uw onvolprezen ideologie van deze maatschappij heeft gemaakt" zei het jonge geslacht zijn met inflatiemarken betaald roggebrood voor den uitgedoofden inflatiehaard kauwend. Dit is het jongemeisje, dat dank zij haar deugd rechtstreeks naar den hemel vaart" sprak datzelfde geslacht bij het uitgeteerde lijk van een aan ondervoeding bezweken vriendinnetje en: Dit is dan de man, die trouw en moedig was in het gevaar !" heette het wanneer de zooveelste oorlogsinvalide in een karretje voorbijreed. Het lag voor de hand, dat bij de jeugd een hevige reactie tegen de opvattingen der vorige generatie niet kon uitblijven. Ei-ei.... men behoorde braaf te zijn? Dan zou zij zoo vrij zijn zich juist andersom te gedragen! Het jonge meisje behoorde zacht, aanvallig en onschuldig te wezen.... men zou eens het tegendeel laten zien ! r Vooral Amerika, waar de jeugd van voor den oorlog nog in een oneindig strakker keurslijf van vooroordeel en conventie leefde, ondervond deze reactie op heftige wijze. Het jonge geslacht verbrak letterlijk alle banden en de ouders stonden wanhopig en machteloos tegenover een of f spring, die zich in letterlijk niets meer geneerde. In triomfantelijke symboliek, moest eerst de mode het ontgelden. De lange haren.waarin het jonge meisje van voor 1914 zich kuischelijk kon hullen, werden met hoonende onver schilligheid afgeknipt. De rokken, die tot dan toe een pikant enkeitje en o, stoutmoedigheid ! soms zelfs een welgevormde kuit onthul den, rezen zonder eenige schaamte tot boven de knieën. Lippenstift en rouge, die emblemen der on-eerbaarheid werden door bloed jonge meis jes openlijk gehanteerd. Drinken en rooken deden de maagden tegen de mannen op en allerwege trad een sterk streven naar wat men zou kunnen noemen: ontvrouwelrjking in. In kleeding, manieren, haardracht en zelfs in lichaamsvormen wilde de vrouwelijke jeugd den man naar de kroon steken en het oude ideaal van het teedere, afhankelijke jongemeisje werd openlijk prijs gegeven voor het nieuwe droombeeld: het meisje-kameraad. Op het filmdoek is deze evolutie duidelijk te volgen. De pijpkrullen, de lieftalligheid en de onschuld van Mary Pickford, vonden slechts ironisch ongeloof meer. Lilian Gish kon zich zelfs ondanks de gangmaking van Griffith niet staande houden en een nieuw idool, beter beantwoordende aan smaak en gevoelens der jeugd van de middentwintig, werd ten filmtroon geheven: Colleen Moore, kende haar kortstondigen tijd van roem en populariteit. Merkwaardig is de intuïtie, welke dit kittige jonge ding toonde voor het overgangsstadium, waarin zij leefde. De film mag nooit vóór zijn .... zij mag slechts volgen. En dus zien wij in Moore het jonge meisje, dat zich weliswaar heeft losgemaakt van lange rokken, lange haren en ingetogenheid, doch dat nog verre ten achter blijft in krasse ongebondenheid bij de levende jeugd. Zij is het ideale type voor het meisje uit,, Daddy Long-Legs", dat zij dan ook op admirabele wijze creëerde. Intusschen staan tijd noch evolutie stil: Freud verkrijgt zijn onzalige populariteit sex" wordt schering en inslag en zelfs de geavan ceerde Colleen Moore moet het veld ruimen. Zij is per saldo toch nog te decent en eenige graden te zacht voor de jongelui, die in het dagelijksch leven de Flaming Youth" vormden, waarvan de film of zij wilde of niet, het cinegrafisch aftreksel moest uitbrengen. Het nieuwe jonge meisje is gevonden, dat al de eigenschappen dezer nieuwe, desperate, ontluisterde jeugd bezit: Joan Crawford, tenger, lenig, zelfbewust met den zinnelijken en tegelijk tragischen mond, met Colleen Moore, het over gangstype omstreeks 1925 Hertha Thiele, het type der tegenwoordige Duitsche jeugd de hopelooze leegte harer blinkende, harde oogen, neemt de open gevallen plaats in. Zij fuift en flirt met gepommadeerde jongelui drinkt en rookt en stommelt 's nachts aangeschoten de trappen van haar fatsoenlijk ouderlijk huis op. Het is voor de nog steeds levende en ontzet toeschouwende oudere generatie een verschrikkelijk, doch tevens fascineerend schouwspel. Een schouwspel, waarin zich al het cynisme, al de wanhoop, al de ontreddering eener losgeslagen jeugd uitleeft. Dat Crawford een belangrijke kunstenares is, lijdt nu geen twijfel meer. Maar in die periode werd zij bovenal verteerd door het vuur, dat in heel een jeugd brandde en dat daardoor aan haar creaties een huiveringwekkende suggestiviteit verleende. In Europa is deze evolutie van het filmjeugd-type minder duidelijk te volgen. De Fransche film heeft te allen tijde te zeer buiten de realiteit gestaan, om zelfs maar voor een beschouwing in aanmerking te komen. Haar belangstelling voor de jeugd daalt nimmer beneden denhuwbaren leeftijd begeeft zich nimmer buiten de grenzen der banaalste tooneel-conventionaliteit: zoo lang de jonge mensch niet kan figureeren in het eeuwige liefdeshistorietje, bestaat hij voor haar eenvoudig niet. De Duitsche film heeft dit eenzijdige standpunt weliswaar nooit ingenomen, doch zij wordt gedurende het tijdperk, dat wij nu bespre ken automatisch uitgeschakeld door haar principe, dat iedere film figuur een product behoort te zijn van speelkunst". (Slot op pag. 56) Joan Crawford., het suggestieve type der ontspoorde Amerikaansche jeugd. ?t l **

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl