Historisch Archief 1877-1940
Kerstmis 1932
16
Jeugdnummer
in een bepaalde paedagogische sfeer en tegelijk een behoefte bevre
digt, die de sport veronachtzaamt: 't biedt den romantischen zin
en de fantasie van de jeugd een rijk veld. Voor de oudere jeugd die
aan de leiding deelneemt, is 't padvinderswerk evenmin van belang
ontbloot. -Integendeel, 't ontwikkelt dermate leiderseigenschappen,
dat men zou wenschen, dat iedere toekomstige schoolopvoeder ver
plicht werd, alvorens hij (zij), zooals men 't wel eens wat onvriendelijk
uitdrukt, op de jeugd wordt losgelaten", tot 't doormaken van een
stage als jeugdleider verplicht werd.
Maar.... waarom zouden de ouders zichzelf niet eens wat meer
moeite geven, door deel te nemen aan de fietstochten en
zwempartijen van hun kinderen ? Waarom toch laten vele ouders hun kin
deren bij datgene dat 't sterkst den onderlingen band verstevigt alleen ?
Of, wanneer zij ze niet alleen laten, waarom moeten ze dan heele dagen
in auto's zitten, somtijds heele vacanties?
De ouders van tegenwoordig hebben, door de mechanische ont
wikkeling van onzen tijd, iets wat misschien geen sport genoemd kan
worden, maar wat de lichaamsoefening par excellence blijft, 't wan
delen n.L, verleerd. De groote-stadsmensch loopt niet meer, hij
fietst hoogstens. En, wat erger is, de jeugd volgt dit verkeerde ouderen
voorbeeld. Zoo vliegt een deel onzer hedendaagsche jeugd fietsend
en autorijdend langs stoffige wegen, die steeds gevaarlijker worden.
't Kalme genieten van de natuur, een uitsluitend voorrecht van
den wandelaar, onze jeugdige generatie blijft er voor een zeer groot
deel helaas van gespeend.
De jeugdherbergbeweging, die zich op verblijdende wijze in ons
land ontwikkelt, achten we hierom zoo belangrijk, dat 't ondernemen
van grootere voetreizen, 't ontdekken van de schoonheid van 't eigen
land, er door mogelijk gemaakt wordt doordat de kosten miniem
blijven.
Het kampeeren, vooral het kampeeren in een waterrijke om
geving, maakt de meest veelzijdige sportbeoefening, een sportbeoefe
ning ook die niet culmineert in een maximale lichaamsprestatie, mo
gelijk. Ze gewent aan netheid, aan soberheid, aan eenvoud, aan een
zich volmaakt gelukkig gevoelen onder primitieve omstandigheden
in de natuur, die men kampeerende heel wat intenser beleeft" dan
tusschen de lijnen van een sportveld, of buiten deze lijnen als toe
schouwer.
Sport voor de jeugd moet veelzijdig zijn. Die sport, die men weieens
definieert als geperfectionneerde lichaamstechniek", achten we voor
de jeugd uit den booze. Het woord training, 't geen altijd ietwat
aan paardendressuur herinnert, mag in verband met de jeugd o.i.
niet genoemd worden, 't Moet een vroolijk spel met de beweging
zijn en blijven, een spel dat 't lichaam ten goede komt, den geest
verfrischt en 't karakter staalt.
De rijpere jeugd, voor wier sportbeoefening de school meer en meer
de grondslagen moge leggen, volgt haar neigingen op
dit gebied in een of andere richting. Althans een deel
ervan !
Ze sluit zich aan bij bestaande clubs, die de be
oefening van een bepaalden tak van sport voorstaan
en mogelijk maken, en dikwijls een opgewekt
verkeer tusschen de leden onderling weten
te onderhouden. De beteekenis van het werk
van vele sportvereenigingen het
is al te dwaas om te meenen, dat
excessen op sportgebied aan de
orde van den dag zij n
wenf ^b" ^Kl schen we geenszins te on
derschatten. Toch betreu
ren we twee dingen heel
erg. In de eerste
plaats dit, dat, on
danks het be
staan van zoo
vele sportver
eenigingen, een
procentueel zeer gering deel van de rijpere jeugd, voor wie, vooral
in dezen tijd, regelmatige en goed georganiseerde sportbeoefening
een zegen kan zijn, er aan deelneemt.
De maatregelen die men o.a. in Italië, Hongarije en Sowjet-Rusland
ten aanzien van de sportbeoefening van de rijpere jeugd is gaan nemen,
maatregelen die men eveneens in Duitschland en Frankrijk overweegt,
mogen misschien niet geheel vrij zijn van de aloude weerbaarheidsidee,
ongetwijfeld zijn ze mede van groote beteekenis voor de oplossing van
het probleem van de rijpere jeugd, 't welk door de heerschende werk
loosheid dagelijks in actualiteit toeneemt.
Wat we verder betreuren, is dit, dat de sport over 't algemeen nog
zoo eenzijdig bedreven wordt, en dat ze, in tegenstelling met het spel,
vaak zoo individueel gericht is.
In verband met het eerste juichen we het toe, dat het aantal
vereenigingen, dat zich een alzijdiger lichaamscultuur ten doel stelt,
toeneemt, en dat ons Nederlandsch Olympisch Comiténiet nalaat de
deelneming aan zijn bekende Vaardigheidsproeven sterk te bevor
deren.
Het zijn de zweminrichtingen in de laatste jaren is 't aantal dezer
etablissementen in ons land op wel zeer verheugende wijze toegenomen
die bewijzen, dat de neiging onder een belangrijk deel onzer bevol
king bestaat, zich zonder eenige sportieve bijgedachte regelmatig aan
een gezonde lichaamsbeweging over te geven. Alles en alles tezamen
genomen kan echter we herhalen het kwalijk gezegd worden,
dat de" rijpere jeugd in ons land sport beoefent, en dat deze sport
beoefening van een dusdanig gehalte is, dat men ze een werkelijke
bate voor de volksopvoeding kan noemen. Wanneer betere tijden zijn
aangebroken, dan moge de propaganda voor oefengelegenheid, vooral
in onze groote steden, met dubbele kracht gevoerd worden, het vraag
stuk van de leiding eindelijk tot oplossing zijn gebracht.
We keeren tot ons uitgangspunt terug, wanneer we beweren, ?
dat 't probleem van de opvoeding, dus ook van de opvoeding die
gebruik maakt van middelen die, in tegenstelling met de meeste
andere, vooral sterk aan 't lichaam appeleeren, moeilijk gezien kan
worden zonder dat van de leiders, 't Eene is niet zonder 't andere
denkbaar, wanneer we n.l. niet onverschillig staan tegenover 't te
bereiken effect.
En dat willen we toch niet ! (iaarne immers zien we 't onder onze
oogen opgroeiend geslacht, waarvoor men steeds fraaier scholen
bouwt helaas worden de speelplaatsen, die in de meeste gevallen
juist toereikend zijn om, in 't vrije kwartier, de kinderen te luchten"
nog al eens vergeten - krachtiger, flinker, vroolijker. ... in n woord
gezonder dan 't onze.
Hieraan kan de sport in hooge mate bijdragen, mits ze op intelli
gente wijze door de ouders zoowel als door de opvoeders van onze
jeugd bevorderd en geleid wordt. Ook vereenigingen kunnen hier
aan meehelpen, indien ze zich bij haar werk in de eerste plaats laten
leiden door opvoedkundige overwegingen, m.a.w. indien zij blijk geven
van een juist keusvermogen en de juiste mate van beoefening.
Nieuwe uitgave. Dr. C. J. Wijnaendts Francken verzamelde een
serie Indische spreuken naar de vertaling uit het Sanskrit van Otto
Böhtlingh. Het doel van het boek is een grooter aantal Neder
landers bekend te maken met de wijsheid, die vervat is in de
oude Indische spreuken. Die spreuken zijn ook voor leeken
het lezen ten volle waard, zoowel om de fijne opmerkin
gen als om de dich
terlijke beelden en de
erin besloten moreele
waarheden. Zij doen
een blik slaan in den
gedachtengang en het
volksleven der
Indiërs,
Uitgeefster is
N. V.
H. I).