De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1932 24 december pagina 21

24 december 1932 – pagina 21

Dit is een ingescande tekst.

Jcugdnummer 21 Kerstmis 1932 slotte na een samenvatting zijn hoofdstuk voor te leggen getiteld: Voortrekkers. Hierin wijst hij op de bedoeling van de Voortrekkers beweging : i°. Het land heeft echte mannen noodig. 2°. De wildernis is de beste school om mannen te maken. Van het verschijnen hiervan af (in 1922) ontwikkelde zich regelmatig de Voortrekkersbeweging bovenal in het Britsche Rijk; het aantal Voortrekkers groeide gestadig, men kreeg steeds meer ervaring. Groote, schier onoverbrugbare verschillen blijven tusschen de Padvinders- en die vele andere bewegingen bestaan. Eerstens omdat de Padvinders een ]eugdbeweging de andere maar al te vaak een Jeugdzorg vormen. Zij kunnen zich niet los maken van de leiding, de ouderen; volwassenen denken voor de jongens in plaats van de jongens te laten denken en doen daarna. Tweedens omdat die jeugdvereenigingen politiek in hun blazoen voeren. Wij hebben, als Pad vinders, alle respect voor onze jonge broeders in andere vereenigingen, en verheugen ons, als we hen ook op het buitenspoor aan treffen, zwervend in bosch en veld, maar we meenen, dat ze onver standig doen een bepaalde politieke partij voor te staan, daar ze nog niet rijp zijn, om de beteekenis daarvan te besef fen. De Padvindersbeweging is door haar begin selen mogelijk in republiek, zoowel als monarchie, want ze gehoorzaamt de wetten van het land, zooals ze door de meerderheid van het volk zijn vastgelegd. Een derde onderscheid is, dat de Padvindersbeweging, behoudens een zeer kleinen staf voor administratief werk, leiders niet salarieert. Com missarissen en Leiders doen hun werk belangeloos, gehoor gevend aan den roep van den Chief Scout in zijn hierbovengenoemde handboeken. Ik meen nu de historie en vraagstukken in dit bestek voldoende duidelijk te hebben gemaakt en wil nu trachten U iets van het werk der Voor trekkers duidelijk te maken. Een Voortrekker is een jonge man, die van het buitenspoor houdt, die bij voorkeur de drukte van het groote-stadsgewoel ontvlucht om met zijn rug zak op en zijn trouwen stok in de hand, zich een weg te banen door bosch en over hei. Hij doet dit met zijn besten vriend of met zijn heele Ploeg, bestaande uit ongeveer vijf man onder leiding van n hunner, den uit hun midden gekczen Ploeg leider, die tegenover den Voortrekkersleider voor zijn Ploeg verantwoordelijk is. Zwervend maarniet doelloos, gaan zij door de natuur, luisterend naar het gejubel der vogels, opmerkend de rijkheid der flora, maar tegelijk speurend naar een kampplekje, om hun schuiltentjes op te slaan. In hun zwerftochtverslagboek teekenen ze de bijzonderheden aan, welke ze onderweg ontmoe ten, maken een schrapje van een landelijk plekje, noteeren de historische of architectonische bijzon derheden van een ruïne, de merkwaardigheden van een kleederdracht, enz. Dit vormt niet alleen een fijn logboek voor henzelf, maar ook voor de andere leden van de Ploeg of Stam, wanneer zij dezelfde streek gaan bezoeken. Is de kampplaats bij kreek, in bosch of duin bereikt, dan ontplooit zich niet alleen de inhoud van den rugzak, maar ook de grootste activiteit. Een taakverdeeling volgt en weldra verrijzen de kleine npersoonstenten en worden er, zoo zuinig moge lijk, plekjes vrij gemaakt voor kookvuur, afvalputje, kampvuur enz. Het potje r/ordt gekookt, de spullen omgewasschen en een avondtippeltje gemaakt om de zon te zien ondergaan, of de reeën te besluipen en hun doen te bespieden, of om een praatje met den boer te gaan maken en te informeeren in welk opzicht ze hem kunnen helpen, als dank voor het gebruik van zijn terrein. Rijzen de laatste zonnestralen tot de boomtoppen en hóóger al, dan is het tijd voor den kampvuurhouder zijn vuurboog op te zoeken, om daarna op Indiaansche wijze een vonk te wrijven'" en het raadsvuur te ontsteken. Allen scharen zich, in hun dekens gehuld, rond het warmend vuur en luisteren naar de woorden van hem, die een geschiedenis verhaalt, soms een avontuur, zelf beleefd op een zijner verre zwerftochten, andermaal ontwikkelt zich een gesprek, waar allen aan deelnemen. De groote chocoladepot doet onderwijl de ronde, de gitaar klinkt.... En als de laatste stronken gaan smeulen, wordt de avond be sloten met een korte ceremonie. Het leven buiten is er n van zelf behelpen, van waarnamen, oriënteeren, van schoonheid en van gezondheid. Zei de Chief Scout niet: De wildernis is de beste school om mannen te maken?" Welnu, het buitenspoor is ónze wildernis. Ons land is schoon, onze plannen groot, maar het weer vaak slecht. En is het op onzen breedtegraad niet langer winter dan zomer ? Dit alleen al maakt een programma naast het buitenleven noodig. We mogen niet vergeten, dat we, hoe graag we een echte Back-woodsman" zijn, in feite stadsmenschen zijn en ons dus moeten aanpassen. Droste-mannetjes sieren den boom. Van den voet tot de spits. Droste-mannetjes sieren hem met Droste-Kerstkransjes, met Droste-Pastilles en Droste-Bonbons. Droste-man netjes brengen den Kerstboom grooten luister bij. Door de vermaarde Droste-kwaliteit, waarmede ze hem omhangen. Laat daarom ook in Uw woning de Kerstboom straks staan in het teeken van Droste! Spaart plaatjes voor het nieuwe album ,,Bali". DROSTE ALTIJD WELKOM!

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl