De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1932 24 december pagina 28

24 december 1932 – pagina 28

Dit is een ingescande tekst.

ZESTIEN tot vijfen twintig jaar in het Hollandse heet dat: vlegeljaren, de pers spreekt A opgeschoten jongens; vaders, vakbonzen en paedagogen vonden de afdoende term: snotneus. Hier in de Sowjet Unie spreekt men over: de komsomolzen, en de kommunist voegt er, met een lachje van trotsch aan toe: onze aflossing: nascha smjèna ! Rijpere jeugd", met het begrip jeugdzorg" onverbrekelijk verbonden, of kommunistische jeugd beweging", waar het woord beweging" nog altijd aan huppeldans en mandoline herinnert zijn beide voor komsomols" een ontoereikende vertaling. De sowjet-jeugd baart evenmin zorg" als dat zij alleenzaligmakend de nieuwe kuituur" in pacht heeft. Van eigen levensstijl, eigen; levensgemeenschap tegenover die der ouderen, valt weinig te bespeuren; in de vakantiehuizen, op uitstapjes'en exkursies, bij sport, spel en arbeid zijn alle leeftijdsgroepen te samen. Hier in Rusland houdt men er van in termen uit het militaire of oekonomische leven te spreken. In die taal heet de jeugd: de voorhoede of: de traktor. Geven wij een konkreet voorbeeld. Onze internationale brigade van schrijvers zal op een arbeidersvergadering in Luusjwa spreken. Wanneer zoo'n vergadering om zeven uur is aangekon digd beteekent dat, dat ze ongeveer om negen uur zal beginnen. Intusschen zit, zoo omstreeks j achten, het zaaltje van de klub al aardig vol met mannen en vrouwen van lederen leeftijd. Een jonge snuiter van een jaar of 20 springt op het tooneel en begint de menschen bezig te houden. Spelletjes van het soort: alle vogels vliegen, raadsels, spreekkoren die de leuzen van den dag inhouden of een lied waarvan andere komsomolzen in de zaal den text ronddeelen. Niemand denkt er aan om dat gek te vinden of kinderachtig, iedereen doet mee, iedereen heeft pleizier en de stemming zit er in als de vergadering aanvangt. Of elders lederen zomerdag stroomen duizende en tienduizende arbeiders in Moskau naar de parken voor kuituur en ontspanning. Waar vele groepen zich vereenigen op een open speelvvei werpen een paar komsomolzen zich op als leiders, vormen een kring, geven den pas aan en weldra danst oud en jong op de tonen der harmonika in den ronde. Op de turnplaatsen zijn het de komsomolzen die den liefhebbers de grepen aan brug, rek en ringen bijbrengen. In de eetzaal roept een komsomols de belangstellenden voor een exkursie naar de kweekerij op. En 's winters treden in datzelfde park de f M komsomolzen als instrukteurs op bij skiloopen, sleden en de wedstrij den op schaatsen over de Moskwa. B^ Dat komsomolzen _ ir

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl